Hoofdstuk 1 Kopie
De instellingen wijzigen tijdens
het kopiëren
1
Druk op de [Stop]-toets.
Het scherm [Onderbreken] wordt weergegeven.
2
Druk op [Instel. wijzigen].
Het scherm [Instel. wijzigen] wordt weergegeven.
3
Wijzig de instellingen.
U kunt de volgende instellingen wijzigen.
• Traag afdrukken (p. 1-26 "Traag afdrukken")
• Afdrukdichtheid (p. 1-11 "Afdrukdichtheid")
• Papierselectie (p. 1-8 "Papierselectie")
• Beeldpositie (p. 1-19 "Beeldpositie")
• Als u op [Proef] drukt, wordt slechts één
kopie uitgevoerd van de pagina die werd
verwerkt op het moment dat de [Stop]-toets
wordt ingedrukt.
4
Druk op [Sluiten].
5
Druk op [Doorgaan].
De taak met gewijzigde instellingen wordt
gekopieerd.
Onderhoud uitvoeren tijdens
kopiëren
1
Druk op de [Stop]-toets.
Het scherm [Onderbreken] wordt weergegeven.
1-4
2
Druk op [Onderhoud].
Het scherm [Onderhoud] wordt weergegeven.
3
Doe de nodige aanpassingen.
De volgende opties voor onderhoud zijn
beschikbaar.
• Reiniging kop
• Regeling papierdoorvoer
• On-/Offline
• Voorklepvrijgeving
• Druk op [On-/Offline] om het scherm [On-/
Offline] weer te geven. U kunt de printer
alleenstaand gebruiken door [On-/Offline]
in te stellen op [OFF].
• Voor meer informatie over [Reiniging kop]
en [Voorklepvrijgeving], raadpleegt u de
afzonderlijk meegeleverde "Handleiding
voor het oplossen van problemen".
• Als u op [Proef] drukt, wordt slechts één
kopie uitgevoerd van de pagina die werd
verwerkt op het moment dat de [Stop]-toets
wordt ingedrukt.
• Als u de optionele auto-ctrl. stapelbak
gebruikt, kunt u de positie van de
stapelbak aanpassen vanaf [Regeling
papierdoorvoer].
Voor meer informatie raadpleegt u de
afzonderlijk meegeleverde "Handleiding
voor het oplossen van problemen".
4
Druk op [Sluiten].
5
Druk op [Doorgaan].
De kopieertaak wordt hervat en de aanpassing wordt
toegepast.
ComColor FW serie Gebruikershandleiding