Beeldpositie
Pas de afdrukpositie van de afbeeldingen aan.
• U kunt de beeldpositie tot 20 mm in alle
richtingen (omhoog, omlaag, links, rechts)
verplaatsen.
• Wanneer u dubbelzijde afdrukt, kunnen de voor-
en de achterzijden afzonderlijk worden
aangepast.
Selecteer het selectievakje [Beeldpositie] en klik op
[Details] om het dialoogvenster [Beeldpositie] weer te
geven.
Geef een waarde op in het invoerveld voor de richting
waarin u wilt aanpassen.
[Voorzijde], [Achterzijde]
Geef waarden op bij [Horizontaal] en [Verticaal].
[Reset]
Alle waarden worden weer op nul gezet.
Draaien
Geef de afdrukoriëntatie op.
[Auto], [0 graad], [90 graden], [180 graden],
[270 graden]
Wanneer [Auto] is geselecteerd, wordt de
afdrukoriëntatie automatisch ingesteld op basis van de
oriëntatie van de documentgegevens en de oriëntatie
van het papier dat in de papierlade is geplaatst. Voor
normaal gebruik selecteert u [Auto].
Instellingen printerstuurprogramma
• Om de afdrukoriëntatie af te stemmen op een
envelop of ander papier met een vaste
toevoerrichting, geeft u de draaihoek op.
• [Auto] kan de enige beschikbare optie zijn
afhankelijk van de documentgrootte, het
formaat en de oriëntatie van het papier in de
lade, en andere instellingen.
Aan favorieten toevoegen
De huidige instellingen op het scherm van het
printerstuurprogramma kunnen worden
opgeslagen, zodat u ze later weer kunt oproepen.
Tot 30 groepen instellingen kunnen worden
opgeslagen.
Voor meer informatie, zie "Aan favorieten
toevoegen" (p. 3-14).
[Afwerken]-tab
ComColor FW serie Gebruikershandleiding
3
3-19