Reductor – Bedrijfs- en montagehandleiding
Pos : 68 /Anl eitungen/Getriebe/3. Montage, Lager ung, Vorberei tung, Aufstellung/3.10 M ontag e von Aufs tec kg etrieben [1000] @ 3\mod_1369214574791_2130.doc x @ 70374 @ 2 @ 1
3.7 Montage van opsteekmotorreductoren
OPGELET
Bij ondeskundige montage kunnen de lagers, tandwielen, assen en behuizing worden beschadigd.
•
Neem de montagehandleiding in acht.
•
De opsteekmotorreductor moet met geschikte torsievoorzieningen op de as worden gemonteerd, zodat geen
schadelijke axiale krachten op de motorreductor worden uitgeoefend. Het is in het bijzonder niet toegestaan
met een hamer op de motorreductor te slaan.
Het monteren en latere demonteren verloopt gemakkelijker, wanneer u de as en de naaf van tevoren
van een dun laagje smeermiddel met een corrosiewerende werking (bijv. Nord Anti-Corrosion
art.nr. 089 00099) voorziet. Overtollig vet of corrosiewerend middel kan na de montage uittreden en
eventueel omlaag druppelen. Reinig na een inlooptijd van ca. 24 uur grondig de plekken op de
aandrijfas. Dit uittredende vet is geen lekkage van de reductor.
Afbeelding 6: Smeermiddel op de as en naaf aanbrengen
Informatie
Met het bevestigingelement (optie B) kan de motorreductor op assen met of zonder installatiesteun worden
bevestigd. Haal de bout van het bevestigingelement met het bijbehorende aanhaalmoment aan (zie hoofdstuk 6.4
"Aanhaalmomenten van bouten"). Bij motorreductoren met de optie H66 moet de af fabriek gemonteerde
afsluitkap voor de montage worden verwijderd.
Bij opsteekmotorreductoren met de optie H66 en het bevestigingelement (optie B) moet u de
ingeperste afsluitkap voor het monteren van de motorreductor eruit duwen. De ingeperste afsluitdop
kan tijdens de demontage kapot gaan. Er wordt standaard als los reserveonderdeel een 2e afsluitdop
los meegeleverd. Nadat de motorreductor is gemonteerd, brengt u de nieuwe afsluitkap aan, zoals in
hoofdstuk 3.9 "Montage van afdekkappen" wordt beschreven.
22
Schade aan de motorreductor
Bevestigingelement
B 1000 NL-0916