3. INSTALLATIE
Afbakeningen in het werkgebied
Gebruik de begrenzingskabel om de gebieden in het
werkgebied af te bakenen door eilanden te creëren
rond niet stootvaste hindernissen, bijvoorbeeld
borders, struiken en fonteinen.
Obstakels die tegen een stootje kunnen, bijv. bomen
en struiken hoger dan 15 cm, hoeven niet afgegrensd
te worden met de begrenzingskabel. R40Li draait
wanneer hij tegen een dergelijk obstakel stoot.
Om te zorgen voor een veilige en stille werking is het
raadzaam om alle vaste objecten in en rond het
werkgebied to isoleren.
Leg de kabel naar het gebied, trek hem rond het
gebied dat moet worden afgebakend en vervolgens
weer terug in het zelfde spoor. Indien u krammen
gebruikt, moet u de kabel op de terugweg onder
dezelfde kram leggen. Wanneer de begrenzingskabel
naar en van het eiland dicht bij elkaar ligt, kan de
maaier over de kabel rijden.
De grensdraad mag niet worden gekruist op het
traject van en naar een eiland.
Obstakels die een lichte helling vertonen,
bijvoorbeeld stenen of grote bomen met
bovengrondse wortels, moeten worden geïsoleerd
met een eiland of worden verwijderd. R40Li kan
anders op zulke obstakels glijden, met als gevolg dat
de messen beschadigd raken.
Bijgebieden
Als het werkgebied uit twee zones bestaat, waarbij
het voor de maaier lastig is om van de ene naar de
andere zone te gaan, kunt u beter een tweede
werkgebied creëren. Voorbeelden hiervan zijn
hellingen van 25% of een doorgang die smaller is dan
150 cm. Leg de begrenzingskabel dan rond het
bijgebied zodat dit een eiland vormt buiten het
hoofdgebied.
De R40Li moet handmatig van het eerste werkgebied
naar het tweede werkgebied worden verplaatst
wanneer het tweede werkgebied moet worden
Bijgebied
gemaaid. Hiervoor moet de MAN-bedieningsmodus
worden gebruikt, omdat de gazonmaaier het traject
tussen het tweede gebied en het laadstation niet
zelfstandig kan afleggen. Zie 5.1 Selectie
bedieningsmodus op pagina 39. In deze modus zal
R40Li nooit op zoek gaan naar het laadstation maar
doorgaan met maaien totdat de accu leeg is.
Wanneer de accu leeg is, stopt de maaier en
verschijnt de melding "Moet handmatig laden" op het
Hoofbijgebied
display. Plaats de maaier in het laadstation om de
accu te laden. Als het eerste werkgebied na het laden
moet worden gemaaid, kunt u de bedieningsmodus
op Auto zetten voordat u de maaier in het laadstation
plaatst.
Nederlands - 23