4. Installatie
4.1 Veiligheidsinstructies
•
De vloeistof staat onder druk en kan gevaarlijk
zijn.
•
Het werken met chemicaliën dient volgens de in
Nederland/België geldende voorschriften en
regels plaats te vinden (draag bijv. veiligheidskle-
ding).
•
Voordat u met werkzaamheden aan de doseer-
pomp en systeem begint, dient u er zeker van te
zijn dat de voedingsspanning naar de pomp is
uitgeschakeld, en niet per ongeluk kan worden
ingeschakeld. Alvorens de voedingsspanning
weer in te schakelen dient u zich ervan te overtui-
gen dat de doseerleiding zodanig is gepositio-
neerd, dat er geen achtergebleven chemicaliën in
de pompkop uitgestoten kunnen worden die let-
sel aan personen kunnen veroorzaken.
•
Indien de ontluchtingsklep wordt gebruikt, moet
hierop een slang worden aangesloten, die terug-
voert naar de tank.
•
Alvorens van chemicaliën te wisselen dient u te
controleren of de materialen in de doseerpomp
en het systeem tegen de nieuwe chemicaliën-
soort bestand zijn. Wanneer er een chemische
reactie zou kunnen ontstaan door contact tussen
de twee chemicaliënsoorten, dient de pomp en
het systeem eerst grondig te worden gereinigd
alvorens de nieuwe chemicaliën toe te voegen.
Handel daarbij als volgt:
Plaats de zuigslang in water en druk op de
toets totdat alle achtergebleven chemicaliën ver-
wijderd zijn.
N.B.: Indien de toetsen
den ingedrukt, kan de pomp ingesteld worden om
gedurende een specifiek aantal seconden op de
maximale capaciteit te werken. Het resterend
aantal seconden verschijnt op het display.
De maximaal instelbare waarde is 300 seconden.
4.2 Installatie omgeving
•
Blootstelling aan direct zonlicht dient te worden
vermeden. Dit geldt in het bijzonder voor pompen
met kunststof pompkoppen, aangezien dit materi-
aal door zonlicht kan worden aangetast.
•
Indien de pomp buiten wordt geïnstalleerd, is een
behuizing of soortgelijke bescherming vereist om
de pomp te beschermen tegen regen weersin-
vloeden.
8
-
100%
en
gelijktijdig wor-
100%
4.3 Installatie van de pomp
•
Raadpleeg eveneens het installatievoorbeeld in
paragraaf
4.4
Installatievoorbeeld.
De pompkop kan water bevatten van de
fabriekstest. Indien een vloeistof die niet
met water in contact mag komen gedo-
seerd moet worden, is het raadzaam de
Voorzichtig
pomp eerst een andere vloeistof te laten
verpompen, om het water te verwijderen
alvorens tot installatie over te gaan.
Draai de bouten van de doseerkop een-
maal kruiselings aan met een momentsleu-
tel voorafgaand aan de inbedrijfstelling en
Voorzichtig
nogmaals na 2-5 bedrijfsuren op 5,5 Nm
(+ 0,5/- 0 Nm).
•
Installeer de pomp altijd op de voetplaat met
zuig- en persaansluitingen in de verticale positie.
•
Monteer de kunststofonderdelen te allen tijde met
daartoe bestemde gereedschappen. Draai de
onderdelen nooit te vast aan.
•
Zorg ervoor dat de doseerpomp en het systeem
zodanig zijn ingericht, dat er in geval van pomp-
lekkage of een breuk in de slangen/leidingen
geen schade kan optreden aan de systeemappa-
ratuur en installatieruimte. Het is raadzaam uit
voorzorg lek afvoerleidingen en lekbakken te
installeren.
•
Overtuig u ervan dat het membraanbreuk indica-
tie aansluiting in de pompkop naar beneden is
gericht.
Sluit nooit een slang aan op de afvoerope-
Voorzichtig
ning.
Afb. 1
Lekindicatie/aftap