Voordat wordt begonnen met werkzaam-
heden aan de pomp, moet deze van de
Voorzichtig
voeding zijn losgekoppeld. Het systeem
mag niet onder druk staan!
8.3.1 Overzicht van doseerkop
1
2
3
9
Afb. 15 Doseerkop, detailtekening (zonder ont-
luchtingsventiel)
1
Veiligheidsmembraan
2
Flens
3
Membraan
4
Ventiel aan perszijde
5
Doseerkop
6
Ventiel aan zuigzijde
7
Bouten
Voorplaat van doseerkop (alleen PP,
8
PVDF)
9
Afvoeropening
8.3.2 Demonteren van membraan en ventielen
Lees, voordat u de pomp gaat ontmantelen, sectie
8.4 Membraanbreuk
en sectie
doseerkopbouten
grondig door.
Waarschuwing
Explosiegevaar als doseervloeistof het
pomphuis is binnengedrongen!
Als het membraan mogelijk is beschadigd
of als de pomp in werking is gesteld met
beschadigde of losse doseerkopbouten,
koppelt u onmiddellijk de pomp los van de
voeding!
4
5
8
7
6
8.5 Werken met losse
Deze paragraaf heeft betrekking op afb. 15.
1. Maak het systeem drukloos.
2. Maak de doseerkop leeg voorafgaand aan het
onderhoud, en spoel deze zo nodig.
3. Onderneem de juiste stappen om te zorgen dat
de vloeistof op veilige wijze wordt opgevangen.
4. Koppel de zuig-, pers- en ontluchtingsslangen los.
5. Schroef het ontluchtingsventiel los.
6. Demonteer de ventielen aan zuig- en perszijde
(4, 6).
7. Draai de bouten (7) van de doseerkop (5) lost.
8. Verwijder de bouten, in het geval van PP of
PVDF doseerkop samen met de voorplaat (8).
9. Verwijder de doseerkop (5).
10. Schroef het membraan (3) linksom los en verwij-
der het.
11. Controleer of de afvoeropening (9) niet geblok-
keerd of vervuild is. Reinig deze zo nodig.
12. Controleer het veiligheidsmembraan (1) op slij-
tage en schade.
Als er niets op duidt dat er doseervloeistof in het
pomphuis is binnengedrongen en als het membraan
niet versleten of beschadigd is, gaat u te werk zoals
beschreven in paragraaf
membraan en
ventielen. Ga anders te werk zoals
beschreven in paragraaf
pomphuis.
8.3.3 Terugplaatsen van membraan en ventielen
Raadpleeg tevens paragrafen
4.
Installatie,
5.3 Vullen/ontluchten van de
Voorzichtig
pomp
en
6. In bedrijf
De pomp mag alleen opnieuw worden gemonteerd
als niet erop duidt dat doseervloeistof in het pomp-
huis is binnengedrongen. Ga anders te werk zoals
beschreven in paragraaf
pomphuis.
Deze paragraaf heeft betrekking op afb. 15.
1. Schroef het nieuwe membraan (3) rechtsom vast.
2. Bevestig de doseerkop (5).
3. Plaats de bouten (7), in het geval van PP of PVDF
doseerkop samen met de voorplaat (8), en draai
deze kruiselings aan met een momentsleutel.
– Draaimoment: 5,5 Nm (+ 0,5/- 0 Nm).
4. Installeer nieuwe ventielen (4, 6).
– Let op de doorstroomrichting (aangegeven
door een pijl op het ventiel)!
5. Installeer het ontluchtingsventiel.
6. Sluit de zuig-, pers- en ontluchtingsslangen aan.
Draai de bouten van de doseerkop een-
maal kruiselings aan met een momentsleu-
tel voorafgaand aan de inbedrijfstelling en
Voorzichtig
nogmaals na 2-5 bedrijfsuren op 5,5 Nm
(+ 0,5/- 0 Nm).
7. Ontlucht de doseerpomp (zie paragraaf
5.3 Vullen/ontluchten van de
8.3.3 Terugplaatsen van
8.4.1 Doseervloeistof in het
stellen!
8.4.1 Doseervloeistof in het
pomp).
23