3.21
3.22
Machines mogen alleen onder leiding van een door de ondernemer aangewezen,
geschikte persoon en met inachtneming van de handleiding van de fabrikant
door onderhoudspersoneel onderhouden of hersteld worden en door
servicepersoneel omgebouwd worden.
Werkzaamheden aan bv.
• remsysteem,
• stuursystemen,
• hydraulisch systeem,
• elektrisch systeem
van de machine mogen alleen door hiervoor opgeleid vakpersoneel verricht
worden.
De stabiliteit moet bij alle werkzaamheden aan de machine altijd gegarandeerd zijn.
03_Sicherheit_nl.fm - 1.0 - 30.5.17
Machines mogen alleen met aangeslagen last worden verreden als de rijbaan
zo vlak mogelijk is en voldoende zicht in de rijrichting gegarandeerd is. Hou
steeds voldoende afstand van de omgeving en rij aan een gepaste snelheid.
Hou steeds voldoende afstand van de omgeving.
Rij steeds met de passende snelheid en pas uw rijstijl aan de
omstandigheden aan. Laat elk onveilig rijgedrag achterwege.
Beweeg de last met een gepaste snelheid.
De aanpikker dient na de aanslag van de last een gepaste veilige afstand te
behouden en het gedrag van de machine in het oog te houden (last leiden
met een touw).
Schakel bij gevaar de motor uit om alle bewegingen van de laadvoorzieningen
te stoppen.
De passende handelwijze is de verantwoordelijkheid van de machine-
operatoren.
Stapelen
Gebruik alleen toegelaten vorktanden en opnames.
Vervoer lasten zo dicht mogelijk boven de grond.
Ombouwen, onderhoud en reparatie
Controleer na iedere ombouwing de correcte bevestiging van het
werkgereedschap.
Zet bij alle werkzaamheden, tenzij dit uitdrukkelijk anders aangegeven wordt,
de aandrijfmotor af. Beveilig de aandrijfmotor tegen nieuwe inschakeling.
(Koppel de machine los van de spanningstoevoer met behulp van de
accuscheidingsschakelaar of ontkoppel de accu).
Plaats de machine in de parkeerstand.
Laat de machine afkoelen.
TL120
3
Veiligheid
41 / 312
46