Inhoudsopgave
Advertenties
3.18
Bij inzet
• in gesloten ruimtes,
• onder gevels,
kan de werkhoogte beperkt zijn. Dit kan tot beschadigingen leiden.
Evt. moet de hoogtebegrenzing van de machine-uitrusting worden gebruikt
(optionele uitrusting).
• De hoogtebegrenzing (optie) mag niet worden gebruikt bij het werken onder
3.19
Machines mogen alleen daar worden geparkeerd waar ze geen obstakel voor
bv. het openbare verkeer of het verkeer op het werkterrein vormen. Eventueel
moeten ze door waarschuwingssystemen, bv. waarschuwingsdriehoeken,
signaallinten, knipper- of waarschuwingslampen worden beveiligd.
03_Sicherheit_nl.fm - 1.0 - 30.5.17
Werkhoogtebegrenzing
hoogspanningsdraden.
Werkonderbrekingen
Parkeer vóór werkpauzes en na afloop van het werk de machine op een
draagkrachtige en zo vlak mogelijke ondergrond en beveilig hem goed tegen
onopzettelijke beweging.
Plaats de machine in de parkeerstand.
Zet vóór werkpauzes en na afloop van het werk de werkuitrustingen zodanig
op de grond of beveilig ze zo, dat ze niet in beweging kunnen komen.
Verlaat de machine niet voordat de werkuitrusting veilig neergezet of
beveiligd is.
Breng vóór het verlaten van de bestuurdersplek alle bedieningsinrichtingen
in de nulstand, zet de remmen vast en schakel de werkhydraulica uit.
Zet de rijrichtingsvoorkeuze in de neutrale stand.
Zet vóór het verlaten van de machine de aandrijfmotoren stil en beveilig ze
tegen onbevoegd in werking zetten (bv. sleutel uit het contact trekken).
Koppel de machine los van de spanningstoevoer met behulp van de
accuscheidingsschakelaar.
Bij langere werkonderbrekingen:
• Laat de restdruk af.
• Schakel de accuscheidingsschakelaar uit.
Beveilig de machine tegen wegrollen.
TL120
3
Veiligheid
39 / 312
46
Advertenties
Inhoudsopgave
