6.7.5
• Bij het tanken en bij werken aan het brandstofsysteem op de uiterste
• Omgeving van de betreffende onderdelen zorgvuldig reinigen.
• Vochtige plaatsen met perslucht droog blazen.
• Veiligheidsvoorschriften en landspecifieke voorschriften in verband met
• Uitstromende brandstof en filterelementen volgens de voorschriften
• Bij een nieuwe ingebruikname, na onderhoudswerken of leegrijden van de
• Op uiterste properheid letten. Voor de aanvang van de werken de motor en
• Het brandstofsysteem dient dicht en gesloten te zijn. Visuele controle op
• Na vervanging filter: Een extra ontluchting van het brandstofsysteem door
06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17
Brandstofsysteem
GEVAAR
GEFAHR
Gevaar door brandstof
Brandstof en brandstofdamp zijn schadelijk voor de
gezondheid en kunnen vlam vatten.
Schakel de motor uit.
Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen.
Niet roken en geen open vuur gebruiken,
Geen loszittende kleding dragen.
Voorzichtig met hete brandstof.
properheid letten.
brandstoffen naleven.
verwijderen. De brandstof niet in de grond weg laten lopen.
tank het brandstofsysteem ontluchten. Een extra ontluchting van het
brandstofsysteem door een testloop van vijf minuten in de stationaire stand
of met een beperkte last is dringend noodzakelijk.
motorruimte reinigen en drogen. Zones in de motorruimte waarvan vuil kan
loskomen, afdekken met nieuwe, propere folie. Luchtverontreinigingen (bv.
stof, vuil, vocht) vermijden.
lekken/beschadigingen aan het systeem uitvoeren.
een testloop van vijf minuten in de stationaire stand of met een beperkte last
is dringend noodzakelijk.
Hinweis
Tanken met AdBlue®. Zie onderdeel 6.7.7 "AdBlue®-systeem (DEF)"
TL120
6
Onderhoud
189 / 312
22