3
Veiligheid
3.11
Bij het werken op een schuine ondergrond bestaat het gevaar op kantelen.
Er bestaat bijzonder gevaar bij werkzaamheden op zachte ondergronden.
Bij hellingen vanaf 10° (17,6 %) geldt een verhoogde risicoklasse.
Wanneer er met één zijde over een obstakel gereden wordt, verhoogt het
kantelgevaar.
Maximale
helling
Tab. 3-2 Maximale helling tijdens het werk
34 / 312
46
Stabiliteit op schuine ondergrond
Tijdstip
tijdens het werk
Test vóór de aanvang van de werkzaamheden de stabiliteit van de machine.
Raadpleeg de stabiliteitsopgaven. De stabiliteitsopgaven hebben betrekking
op een vlakke, vaste en gelijkmatige ondergrond.
Alle stabiliteitsberekeningen moeten bij een op een gelijkmatige en vaste
ondergrond, horizontaal neergezette machine geschieden. Wanneer de
machine in de loop van de werkzaamheden onder omstandigheden gebruikt
wordt, die niet aan deze eisen voldoen, (bv. lossen en ongelijke ondergrond,
geen horizontale positie, zijdelingse belasting...) moeten deze
omstandigheden door de bestuurder in acht genomen worden.
Overschrijd nooit de maximaal toegelaten hellingshoek van de machine.
Beveilig de machine tegen wegrollen of wegglijden.
Begin de werkzaamheden op een laag tempo.
Stand van de
Machine
Dwars
TL120
Maximaal toegestane
hellingshoek
10°
03_Sicherheit_nl.fm - 1.0 - 30.5.17