6
Onderhoud
Vulmateriaal (isolatiemateriaal...) mag u niet met een directe water-, stoom- of
hogedrukstraal reinigen.
Bij het reinigen met water- of stoomstraal mag u niet in de openingen van
uitlaat en luchtfilter spuiten.
Bij het reinigen van de motor met water- of stoomstraal mag u de straal niet
direct op gevoelige motoronderdelen als de dynamo, bedradingen en
oliedrukschakelaar enz. richten.
Let er bij alle reinigingswerken op dat er geen schade aan onderdelen
ontstaat (bv. verbogen koelribben).
Dek elektrische/elektronische onderdelen zoals verbindingen bij het reinigen
van de motor af.
Maak de machine vrij van modder, sneeuw en ijs.
Na iedere natte reiniging moet u de machine volgens het smeerschema
doorsmeren en alle werkcycli, steun- en rijfuncties controleren.
Reinig de binnenruimte van de motor uitsluitend wanneer de motor afgekoeld
is. Elektronische onderdelen mogen niet rechtstreeks met de hogedrukreiniger
gereinigd worden.
Bij motorreiniging met een koudreiniger: Besprenkel de motor met
koudreiniger en laat de koudreiniger ongeveer 10 minuten inwerken. Spoel
dan de motor af met een krachtige waterstraal.
Laat vervolgens de motor warmdraaien zodat het resterende water kan
verdampen.
Reinig tot slot de wasplaats.
De gebruiker is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de reiniging en dient
ervoor te zorgen dat het vuile water op een milieuvriendelijke manier
afgevoerd wordt.
155 / 312
TL120
06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17
22