Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

tl120
Wiellader
GEBRUIKSHANDLEIDING
Taalversie NL
Uitgave: 2017-01
Onderdeelnummer 5780212970
Vanaf voertuig-id.-nr. TL12040100>
Origineel - Gebruikshandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Yanmar Schaeff TL120

  • Pagina 1 tl120 Wiellader GEBRUIKSHANDLEIDING Taalversie NL Uitgave: 2017-01 Onderdeelnummer 5780212970 Vanaf voertuig-id.-nr. TL12040100> Origineel - Gebruikshandleiding...
  • Pagina 2 Wash hands after handling. CALIFORNIA Proposition 65 WARNING WARNING: This product contains chemicals known to the State California to cause cancer and to cause birth defects or other reproductive harm. Yanmar Compact Germany GmbH Kraftwerkstraße 4 · 74564 Crailsheim, Deutschland www.schaeff-yanmar.com...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave ............1 Inleiding .
  • Pagina 4 Inhoudsopgave 3.15 Werkzaamheden in de buurt van ondergrondse leidingen....37 3.16 Werkzaamheden in de buurt van elektrische bovenleidingen ....38 3.17 Inzet in gesloten ruimtes .
  • Pagina 5 Inhoudsopgave 5.6.3 TFT-display ............76 5.6.4 Startblokkering (optioneel).
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Bediening..............225 Vóór het bedrijf .
  • Pagina 7 Inhoudsopgave 9.2.13 Werkgereedschap ........... 289 9.2.14 Hefcapaciteiten .
  • Pagina 8 Inhoudsopgave 6 / 312 TL120 01_Inhaltsverzeichnis_nlIVZ.fm - 1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 9: Inleiding

    Einleitung 2 Inleiding Bij deze gebruikshandleiding Rendabel De handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor een veilig, vakkundig en inzetten rendabel gebruik van de machine. De opvolging van de instructies in deze handleiding helpt risico's te vermijden, reparatiekosten en uitval te beperken en de betrouwbaarheid en levensduur van de machine te verhogen.
  • Pagina 10 Zie onderdeel "Voorschriften ter bescherming van het milieu". • via een opleiding met betrekking tot de machine en de werking door Yanmar of door een door Yanmar goedgekeurde persoon voor het uitvoeren van de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden onderwezen zijn.
  • Pagina 11 • de service-inlichtingen van de fabrikant gelezen en begrepen hebben en deze in de praktijk kunnen aanwenden. • via een opleiding met betrekking tot de machine en de werking door Yanmar of door een door Yanmar goedgekeurde persoon voor het uitvoeren van de noodzakelijke servicewerkzaamheden onderwezen zijn.
  • Pagina 12: Afvalverwerkers Moeten

    Einleitung Kraanchauffeurs moeten • alle kwalificaties van de aanpikker hebben. • de noodzakelijke kennis en de passende nationale toestemming hebben voor het verplaatsen van zware goederen met een kraan. Afvalverwerkers moeten • tot een volgens de nationale richtlijnen erkend afvalverwerkingsbedrijf behoren. •...
  • Pagina 13: Instructies Voor Het Gebruik Van De Bedieningshandleiding

    Einleitung Instructies voor het gebruik van de bedieningshandleiding Veiligheids- symbool Het veiligheidssymbool wordt gebruikt om u voor een mogelijk persoonlijk letsel te waarschuwen. Neem alle aanwijzingen in acht die voorafgegaan worden door dit veiligheidssymbool om een mogelijk ernstig of dodelijk letsel te voorkomen. Opbouw van veiligheidsaan- wijzingen...
  • Pagina 14: Bedoeld Gebruik

    Einleitung Bedoeld gebruik De Yanmar-machine met normale laaduitrusting is uitsluitend voor de volgende werkzaamheden bestemd: • Lossen, opnemen, verplaatsen, uitstorten en monteren van grond, gesteente of andere materialen. • Verladen van deze materialen op vrachtwagens, transportbanden of andere transportmiddelen. Het transport van het geladen materiaal gebeurt overwegend door met de machine te rijden.
  • Pagina 15: Niet-Doelmatig Gebruik

    Einleitung Niet-doelmatig gebruik De inzet van de Yanmar-machine voor de volgende werkzaamheden geldt als niet-doelmatig: • Verladen, bewegen en verplaatsen van andere goederen dan de bedoelde goederen • Transport van personen • Optillen van personen • Goederentransport over de openbare weg (goederentransport alleen met vergunning als trekker) •...
  • Pagina 16: Einleitung

    Vervangbare uitrustingen van de firma Yanmar of van andere fabrikanten mogen alleen worden gemonteerd en gebruikt indien de montage ervan op de betrokken machine door de firma Yanmar is voorzien. In alle andere gevallen is een aparte schriftelijke goedkeuring van de firma Yanmar verplicht.
  • Pagina 17 Einleitung Vóór de ingebruikname van de machine moeten de gebruikshandleiding aandachtig gelezen en de volgende aanwijzingen voor veilige gebruik nauwgezet worden opgevolgd. Bij het bedrijf van de machine moeten ook de nationale veiligheidsvoorschriften, bv. in de Bondsrepubliek Duitsland de voorschriften ter preventie van ongevallen "Grondverzetmachines"...
  • Pagina 18 Einleitung 16 / 312 TL120 02_Einleitung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 19: Veiligheid

    Veiligheid 3 Veiligheid Algemene veiligheidsaanwijzingen 3.1.1 Veiligheidssymbool Het veiligheidssymbool wordt gebruikt om u tegen mogelijk persoonlijk letsel te waarschuwen. Neem alle aanwijzingen in acht die voorafgegaan worden door dit veiligheidssymbool om een mogelijk ernstig of dodelijk letsel te voorkomen. 3.1.2 Risicoclassificatie Gevaar Duidt op een direct gevaarlijke situatie, die –...
  • Pagina 20: Beschrijving Van Symbolen En Gevaaraanduidingen

    Veiligheid Voorzichtig - Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie die – wanneer de veiligheidsvoorschriften zonder niet in acht genomen worden – materiële schade ten gevolge kan hebben. veiligheidssym VOORZICHTIG bool Beschrijving van symbolen en gevaaraanduidingen 3.2.1 Gevaarsymbolen De in deze handleiding en op de machine gebruikte symbolen geven de volgende gevaren aan: Waarschuwing voor een gevaarlijk punt Wanneer de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen niet getroffen worden,...
  • Pagina 21: Gebodssymbolen

    Veiligheid Waarschuwing voor zwevende last Als de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen niet worden getroffen, kunnen zwevende of vallende lasten de dood, persoonlijke letsels of aanzienlijke beschadigingen tot gevolg hebben. Waarschuwing voor gevaarlijke stoffen Wanneer de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen niet getroffen worden, kan dit leiden tot lichamelijke letsels door de inademing van gevaarlijke stoffen.
  • Pagina 22 Veiligheid Werken met gezichtsscherm Wanneer er niet met de voorgeschreven gezichtsbescherming gewerkt wordt, kunnen verwondingen in het aangezicht het gevolg zijn. Werken met een veiligheidsharnas Als het voorgeschreven veiligheidsharnas niet wordt gedragen, kan dit leiden tot ernstige letsels. Werken met veiligheidsschoenen Wanneer de voorgeschreven veiligheidsschoenen niet gedragen worden, kan dit leiden tot letsels aan de voeten.
  • Pagina 23: Posities Van De Veiligheidssymbolen

    Veiligheid Posities van de veiligheidssymbolen De veiligheidssymbolen zijn op de volgende posities op de machine aangebracht: Afb. 3-1 Posities van de veiligheidssymbolen - Zijaanzicht Risico op letsels aan de laadschop Verbrandingsgevaar aan hete oppervlakken Verbrandingsgevaar door hete, onder druk staande vloeistof Risico op letsels / verbranding door een ontploffing van de accu of contact met accuzuur Risico op verstrikking van armen en handen in draaiende delen...
  • Pagina 24 Veiligheid 10 ft (3 m) 0 to 50 kv > 50 to 200 kv 15 ft (4.6 m) > 20 ft (6.1 m) 200 to 350 kv > 350 to 500 kv 25 ft (7.6 m) > 500 to 750 kv 35 ft (10.7 m) >...
  • Pagina 25: Veiligheidssymbool

    Veiligheid 3.3.1 Veiligheidssymbool Risico op letsels Levensgevaar door door een contact met bewegende elektriciteitsleidingen machine Hou voldoende Hou voldoende afstand van de afstand van machine elektriciteitsleidingen Crush Hazard Contact with moving machine can result in death or serious injury. Stay clear of moving machine. Levensgevaar Risico op door draaiende...
  • Pagina 26 Veiligheid Laat het hefframe Voor onderhouds- zakken werkzaamheden laadschop neerzet- ten, de parkeerrem aantrekken, de machine uitschake- len en de sleutel uit het contact trekken Risico op letsels Risico op letsels binnen de binnen de knikzone knikzone Hou voldoende Schakel de machine afstand van de uit, trek de sleutel uit machine wanneer...
  • Pagina 27 Veiligheid Laat de druk af Geen open voor onderhouds- vlammen of vonken. werken Draag beschermende Voer geen las- of kleding. doorboringswer- Respecteer de ken uit aan de handleiding tanks en de accu. Hou vlammen en andere warmte- bronnen uit de buurt van de accu Verbrandingsgev Kantelgevaar...
  • Pagina 28: Pictogrammen

    Veiligheid Veiligheidssymbolen onderhouden en vervangen De veiligheid van de bestuurder moet altijd op de eerste plaats staan. De veiligheidssymbolen moeten altijd in onberispelijke toestand en goed leesbaar zijn. Vervang alle beschadigde en verloren veiligheidssymbolen. Gebruik een mild reinigingsmiddel en water om de veiligheidssymbolen te reinigen.
  • Pagina 29: Persoonlijke Veiligheid

    Veiligheid Persoonlijke veiligheid De gebruikshandleiding en de beschreven symbolen moeten door alle personen die aan en met de machine werken, gelezen en begrepen worden. 3.4.1 Persoonlijke beschermingsuitrusting Persoonlijke beschermingsuitrusting die gedragen moet worden: Bedienend personeel: • Beschermende kleding • Veiligheidsschoenen Onderhoudspersoneel: •...
  • Pagina 30 Veiligheid Kraanchauffeur: • Beschermende handschoenen • Veiligheidsbril • Beschermende kleding • Veiligheidsschoenen Leerling: • Beschermende kleding • Veiligheidsschoenen 28 / 312 TL120 03_Sicherheit_nl.fm - 1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 31: Veilige Werkomgeving

    Veiligheid Veilige werkomgeving 3.5.1 Algemene richtlijnen voor de werkomgeving en veilige werkwijzen Lees vóór de inbedrijfstelling van de machine de handleiding aandachtig door en volg de aanwijzingen voor een veilig gebruik exact op. Neem naast de handleiding bovendien de op de plaats van inzet van de machine geldige, nationale wettelijke regels en overige bepalingen in acht op het vlak van: •...
  • Pagina 32: Algemene Veiligheidsinstructies

    Veiligheid Algemene veiligheidsinstructies • Iedere handeling die de veiligheid nadelig kan beïnvloeden is verboden. • De machine mag alleen met cabine of beschermdak gebruikt worden. • Met de machine mag alleen in een veilige en goed functionerende toestand gewerkt worden. •...
  • Pagina 33: Bediening

    Veiligheid Als bovengenoemde vloeistoffen in de grond terechtkomen, dan moet u onmiddellijk de verspreiding stoppen en de vloeistof binden met een geschikt bindmiddel. Eventueel moet de vervuilde grond afgegraven worden. Voer bindmiddel en uitgegraven grond vakkundig en milieuvriendelijk af en hou u aan de geldende milieuvoorschriften.
  • Pagina 34: Gevarenzone

    Veiligheid Gevarenzone Afb. 3-3 Werk- en gevarenzone Omgeving Gevarenzone Werkgebied Nabijheid met verhoogd botsingsgevaar In de gevarenzone van machines mogen zich geen personen bevinden. De bediener moet de gevarenzone afsluiten. De gevarenzone is de omgeving van de machine, waarbinnen personen door werkbewegingen van de machine, zijn werkuitrustingen, gemonteerde gereedschappen of door uitzwaaiend of vallend laadgoed bereikt kunnen worden.
  • Pagina 35: Nabijheid

    Veiligheid Omgeving Dit gebied wordt door de machine enkel bij het rijden aangedaan. Tijdens het rijden behoort dit gebied ook tot de gevarenzone. Gevaren bestaan, wanneer machines of delen van de werkingsinrichting in de gevarenzone terechtkomen of zich erin bewegen. Gevarenzone Deze zone wordt door de arbeidsuitrusting nog niet bereikt.
  • Pagina 36: Stabiliteit Op Schuine Ondergrond

    Veiligheid 3.11 Stabiliteit op schuine ondergrond Bij het werken op een schuine ondergrond bestaat het gevaar op kantelen. Er bestaat bijzonder gevaar bij werkzaamheden op zachte ondergronden. Bij hellingen vanaf 10° (17,6 %) geldt een verhoogde risicoklasse. Wanneer er met één zijde over een obstakel gereden wordt, verhoogt het kantelgevaar.
  • Pagina 37: Rijden

    Veiligheid 3.12 Rijden Stel vóór de inbedrijfstelling van de machine de bestuurdersstoel, de spiegels en de bedieningselementen zodanig in, dat er veilig met de machine gewerkt kan worden. Doe altijd de veiligheidsgordel om. Houd de ruiten schoon en ijsvrij. Houd de bestuurdersdeur gesloten. Combinatieritten, d.w.z.
  • Pagina 38: Rijden Op Wegen

    Veiligheid Buiten het openbaar verkeer, bv. op fabrieksterreinen of werven, dient de gebruiker ervoor te zorgen dat de verkeersregels nauwkeurig worden nageleefd. Deze aanwijzing moet ook met betrekking tot het rijbewijs opgevolgd worden. 3.12.1 Rijden op wegen De gebruiker moet ervoor zorgen dat de machine overeenkomstig de bepalingen van het wegenverkeersreglement is uitgerust, bv.
  • Pagina 39: Inzet Bij Gevaren Door Vallende Voorwerpen

    Veiligheid 3.14 Inzet bij gevaren door vallende voorwerpen Zet de machine bij gevaar door vallende voorwerpen alleen in wanneer de bestuurdersplaats een beschermdak FOPS (Falling Objects Protection Structure) heeft. Wanneer er risico bestaat dat materiaal in de cabine kan inslaan, dan moet er een voorruitbescherming aangebracht worden. Naast wanden, bv.
  • Pagina 40: Werkzaamheden In De Buurt Van Elektrische Bovenleidingen

    Veiligheid 3.16 Werkzaamheden in de buurt van elektrische bovenleidingen Bij het werken met de machine in de buurt van elektrische bovenleidingen en spoorleidingen moet tussen deze leidingen en de machine en zijn werkuitrustingen een van de nominale spanning van de bovenleiding afhankelijke veilige afstand gehouden worden om spanningsoverslag te voorkomen.
  • Pagina 41: Werkhoogtebegrenzing

    Veiligheid 3.18 Werkhoogtebegrenzing Bij inzet • in gesloten ruimtes, • onder gevels, kan de werkhoogte beperkt zijn. Dit kan tot beschadigingen leiden. Evt. moet de hoogtebegrenzing van de machine-uitrusting worden gebruikt (optionele uitrusting). • De hoogtebegrenzing (optie) mag niet worden gebruikt bij het werken onder hoogspanningsdraden.
  • Pagina 42: Gebruik Als Hijswerktuig

    Veiligheid 3.20 Gebruik als hijswerktuig Met gebruik als hijswerktuig worden het hijsen, verplaatsen en neerlaten van lasten met behulp van een hijsmiddel (kabel, ketting enz.) bedoeld, waarbij voor het aanpikken en loshalen van de last de hulp van personen noodzakelijk is. Dat is bijv.
  • Pagina 43: Stapelen

    Veiligheid Machines mogen alleen met aangeslagen last worden verreden als de rijbaan zo vlak mogelijk is en voldoende zicht in de rijrichting gegarandeerd is. Hou steeds voldoende afstand van de omgeving en rij aan een gepaste snelheid. Hou steeds voldoende afstand van de omgeving. Rij steeds met de passende snelheid en pas uw rijstijl aan de omstandigheden aan.
  • Pagina 44 Veiligheid Laat de druk af. Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet u de druk in het hydraulische systeem tot nul terugbrengen. Daarvoor moet u met een uitgeschakelde aandrijfmotor de werkuitrusting op de grond zetten en alle hydraulische bedieningshendels zolang bedienen tot het hydraulische systeem drukloos is.
  • Pagina 45 Gebruik bij het vervangen van elektronische onderdelen enkel onderdelen die in overeenstemming zijn met de EMV-richtlijn. Bedrijfsveiligheid en inzetbaarheid zijn voorwaarden voor doelmatig werken. De Yanmar-machine voldoet aan deze eisen bij een correcte bediening en optimale verzorging: Voorkom storingen door de functies van de machine nauwgezet te observeren en de voorgeschreven bedrijfsstoffen te gebruiken.
  • Pagina 46: Berging, Verladen En Transport

    Veiligheid Gebruik om op en in de machine te stappen het daarvoor voorziene opstapje en oppervlakken en geschikte hulpmiddelen (bv. ladder of opstapje). Reinig de ondergrond onmiddellijk wanneer er bedrijfsstoffen gelekt worden. Voorkom bij het gebruik van momentsleutels in combinatie met een verlengde verwisselbare kop dat de sleutel wegglijdt door een geschikte ondersteuning te gebruiken.
  • Pagina 47: Controle En Keuring

    Veiligheid 3.24 Controle en keuring Laat de machine door een deskundige (bv. werktuigbouwkundig ingenieur of inspecteur) volgens de bestaande richtlijnen van de voorschriften ter preventie van ongevallen op alle onderdelen keuren: • Vóór de eerste inbedrijfstelling en, na wezenlijke veranderingen, vóór de nieuwe inbedrijfstelling.
  • Pagina 48: Opmerkingen Over Restgevaren

    Veiligheid 3.26 Opmerkingen over restgevaren 3.26.1 Uitval van het hydraulische installatie Valt de hydraulica uit door afslaan van de motor of van de elektromotor, door een storing in de hydraulische pomp of door hydraulische olielekkage, dan zijn alleen nog de noodfuncties •...
  • Pagina 49: Eerste Installatie En Instellingen

    Eerste installatie en instellingen 4 Eerste installatie en instellingen Eerste instructie Hinweis Vóór de inbedrijfstelling moet de eerste inspectie uitgevoerd worden. Zie onderdeel 6.6.1 "Eerste inspectie (inspectie bij overhandiging)". De rechtstreekse aanbouw van het aanbouwwerktuig mag enkel door onderhoudspersoneel worden uitgevoerd. De inbedrijfstelling mag enkel door opgeleid en ervaren servicepersoneel gebeuren en de aanwijzingen in de handleiding dienen in acht te worden genomen.
  • Pagina 50: Garantie

    Eerste installatie en instellingen Garantie Licht de garantievoorwaarden toe. Licht de inzagekaarten met aanwijzingen voor het onderhouds- en inspectieschema toe. Vul de garantiekaart conform de voorschriften in en stuur deze op. 48 / 312 TL120 04_Erstinstallation und Einstellungen_nl.fm - 1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 51: Beschrijving

    Beschrijving 5 Beschrijving Typeplaatje Op het typeplaatje wordt het voertuigtype en het serienummer ingeslagen. Hinweis Het voertuigtype en het serienummer moeten bij alle aanvragen en iedere schriftelijke communicatie verplicht worden vermeld. Afb. 5-1 Typeplaatje Voertuigtype Serienummer 49 / 312 TL120 05_Beschreibung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 52: Overzicht Machine

    Beschrijving Overzicht machine Afb. 5-2 Overzicht machine Laadschop Hefframe Cabine Motor ® AdBlue -tank (DEF) Hydraulische olietank Water- en hydraulische oliekoeler Dieseltank Pompen 50 / 312 TL120 05_Beschreibung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 53: Beplating

    Beschrijving 5.2.1 Beplating Afb. 5-3 Beplating Motorkap ® Afdekking AdBlue -tank (DEF) Zekering- en relaiskast Beplatingen bieden bescherming voor gevaren zoals lawaai, hete machine- onderdelen of draaiende delen. Beplatingen moeten tijdens de werking steeds gesloten zijn. Onder de motorkap bevinden zich: •...
  • Pagina 54: Motor

    Beschrijving 5.2.2 Motor Afb. 5-4 Motor Uitlaatsysteem Motorkoelsysteem Dynamo Diagnose-interface Motor Brandstoftank Luchtaanzuigsysteem Alle onderdelen van de motor zijn toegankelijk na de opening van de motorkap, resp. de verwijdering van de zekering- en relaiskast. Automatische De motor wordt automatisch uitgeschakeld wanneer meer dan 10 minuten motoruitscha- •...
  • Pagina 55: Hydraulisch Systeem

    Beschrijving 5.2.3 Hydraulisch systeem Afb. 5-5 Hydraulisch systeem Aanzuig-terugloopfilter Beluchtingsfilter Hydraulische olietank Pompflens werkpomp / rijpomp Alle delen van het hydraulische systeem zijn na de opening van de motorkap toegankelijk. Volgende onderdelen worden hydraulisch aangedreven: • Rijaandrijving • Laadsysteem • Stuurinrichting •...
  • Pagina 56: Elektrisch Systeem

    Beschrijving 5.2.4 Elektrisch systeem Afb. 5-6 Elektrisch systeem Dynamo Accu Accuscheidingsschakelaar Diagnose-interface Zekeringen De onderdelen van het elektrische systeem worden na • de opening van de motorkap • het openen van de afdekking, zekerings- en relaiskasten toegankelijk. De generator voorziet de machine van een spanning van 12 volt. Met de accuscheidingsschakelaar kunt u de hele machine, bv.
  • Pagina 57: Kast Met Zekeringen En Relais

    Beschrijving Kast met zekeringen en relais 5.3.1 Hoofdzekeringen Afb. 5-7 Hoofdzekeringen Item Gezekerde componenten Ampère Voeding toestel klem 30 80 A Smeltveiligheidsstrip Mega Fuse Voorgloeien, voorgloeirelais 80 A Smeltveiligheidsstrip Mega Fuse Motorsturing ECU = Engine Control Unit 30 A Smeltveiligheidsstrip Midi Fuse Vermogensrelais, voorgloeien Tab.
  • Pagina 58: Zekeringbezetting

    Beschrijving 5.3.2 Zekeringbezetting Afb. 5-8 Zekeringbezetting 56 / 312 TL120 05_Beschreibung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 59 Beschrijving Item Gezekerde componenten Item Gezekerde componenten Ampère Ampère Zekeringblok A1 (klem 15) Smoorklep 10 A Spanningsvoorziening SPU 10 A Schakelaar knipperlicht, klem 15 10 A Spanningsvoorziening SPU Toetskeuzeblok, combi- 10 A Spanningsvoorziening SPU instrument 20 A Comfortstoel, gordelslot 10 A Spanningsvoorziening SPU Joystick 10 A Spanningsvoorziening SPU Spanningsvoorziening...
  • Pagina 60 Beschrijving Item Ampère Gezekerde componenten Item Ampère Gezekerde componenten Zekeringblok A3 (klem 15) Zekeringblok A3 (klem 30) Bakstandgeheugen, 15 A Verwarmingsventilator lastwaarschuwing 10 A Veegbezem. watersproeier 10 A Lastslingerdemping 15 A Brandstofverwarming, 15 A Wissermotor vooraan spiegelverwarming 10 A Contactdoos oplegger 7,5 A Buiswaterpomp 10 A Spanningsvoorziening SPU 10 A Contactdoos oplegger...
  • Pagina 61: Bezetting Relaiskast

    Beschrijving 5.3.3 Bezetting relaiskast Afb. 5-9 Bezetting relaiskast Positie Gezekerde componenten Relaisblok A5 Lastslingeringsdemping (optie) Ontlasting achteruitrijverlichting Werkverlichting vooraan Werkverlichting achter (optioneel) Zwaailicht (optioneel) Relais brandstofpomp Relaisblok A6 Relais ventilatorstand 1 Relais ventilatorstand 2 Relais ventilatorstand 3 Remlicht, contactdoos oplegger (optie) Watersproeier (optie) Brandstoffilterverwarming Relaisblok A7...
  • Pagina 62: Voorgloeirelais

    Beschrijving Positie Gezekerde componenten Relaisblok A8 Niet in gebruik (DEF) Vrijgave verwarming AdBlue-systeem (DEF) Verwarming AdBlue-voedingsmodule (DEF) Verwarming AdBlue-drukleiding (DEF) Verwarming AdBlue-retourleiding (DEF) Verwarming AdBlue-aanzuigleiding Relaisblok A9 Knipperautomaat Tab. 5-3 Bezetting relaiskast Voorgloeirelais Afb. 5-10 Voorgloeirelais Item Beschrijving Hoofdzekeringskast K03 Voorgloeirelais 60 / 312 TL120 05_Beschreibung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 63: Relais Knipperelement

    Beschrijving Relais knipperelement Afb. 5-11 Relais knipperelement Item Beschrijving A9-K1 Knipperelement 61 / 312 TL120 05_Beschreibung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 64: Ontlastingsrelais

    Beschrijving Ontlastingsrelais Afb. 5-12 Ontlastingsrelais Item Beschrijving XM30 stroomverdeler - maximaal toegelaten stroom XM15 stroomverdeler - stroom over contactslot - klem 15 K02 Ontlastingsrelais - klem 15 62 / 312 TL120 05_Beschreibung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 65 Beschrijving 63 / 312 TL120 05_Beschreibung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 66: Bestuurdersstoel

    Beschrijving Bestuurdersstoel Standaard De bestuurdersstoel is een mechanisch geveerde stoel met hydraulische trillingsdemping en heupgordel, die in verschillende uitvoeringen kan worden geleverd. De comfortabele bestuurdersstoel voldoet aan de internationale kwaliteits- en veiligheidsvoorschriften. Afb. 5-13 Bestuurdersplaats standaard Hendel voor gewichtsinstelling Greep voor lengteverstelling Greep voor zittingsverstelling Armleuning rechts Optie: Handwiel voor lendewervelsteun...
  • Pagina 67 Beschrijving MSG95 (optie) 10 9 Afb. 5-14 Bestuurdersplaats MSG95 Optie: Hoofdsteun Optie: Stoelverwarming Optie: Handwiel voor lendewervelsteun Armleuning links Greep voor hoekverstelling van de rugleuning Optie: Handwiel voor armleuningshoek Horizontale vering Optie: Greep voor hoekinstelling van de stoel Optie: Greep voor zittingsverstelling Hoogte-instelling/Gewichtsinstelling 65 / 312 TL120...
  • Pagina 68 Beschrijving MSG95 (optie) Afb. 5-15 Bestuurdersplaats MSG85 Optie: Hoofdsteun Optie: Stoelverwarming Optie: Handwiel voor lendewervelsteun Optie: Greep voor hoekverstelling van de rugleuning Optie: Greep voor hoekverstelling van de rugleuning Optie: Draai-inrichting Optie: Horizontale vering Lengte-instelling Optie: Gewichtsinstelling Optie: Greep voor hoekinstelling van de stoel Optie: Greep voor zittingsverstelling Optie: Handwiel voor armleuningshoek Armleuning links...
  • Pagina 69: Controle- En Bedieningselementen Op De Bestuurdersplaats

    Beschrijving Controle- en bedieningselementen op de bestuurdersplaats 5.5.1 Bedieningselementen rpm x 100 Afb. 5-16 Bedieningselementen Stuurkolomschakelaars (licht-, knipper-, claxon- en dimschakelaar) Inch-reminrichting Uitstroomopening Rijpedaal Verstelling van het stuurwiel (hoogte, schuinstand) Joystick Roller 1e hulpstuurkring Rijrichtingsschakelaar Rijsnelheid (snel - haas, langzaam - schildpad) Roller 2e hulpstuurkring (optioneel) Drijfstand Parkeerrem...
  • Pagina 70: Bedieningsconsole

    Beschrijving 5.5.2 Bedieningsconsole Afb. 5-17 Bedieningselementen Item Symbool Benaming Item Symbool Benaming Voorkeuze 2e Combi-instrument hulpstuurkring Hydraulisch snelwisselsysteem Mistlicht achteraan vergrendelen/ ontgrendelen Opslaan instelwaarde Brandstoffilterver- hulpstuurkringen warming Noodknipperlicht Contact Omkeerventilator Spiegelverwarming 68 / 312 TL120 05_Beschreibung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 71 Beschrijving Item Symbool Benaming Item Symbool Benaming Klimaatregeling Tussensmering Verwarming bij Achteruitrijsignaal Uit stilstand Regeneratie Watersproeier deeltjesfilter Lastslingeringsdem- Veegbezem ping Overlast- Voorkeuze vast alarmsysteem toerental (optioneel) Vast toerental Optie 2 omhoog/omlaag Bakstandgeheugen Optie 3 2e hulpstuurkring bediening 69 / 312 TL120 05_Beschreibung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 72: Bedrijf

    Beschrijving Bedrijf 5.6.1 Bedieningspaneel Afb. 5-18 Bedieningspaneel Functietoets met symbool voor functie (zie sectie 'Iconen') Led (toestandindicatie) Cijferblok (zie sectie 'Submenu Startblokkering (optie)') ENTER (zie sectie 'Submenu Startblokkering (optie)') Punt (zie sectie 'Submenu Startblokkering (optie)') Werkverlichting Werkverlichting Zwaailicht (optie) vooraan achter (optioneel) Ruitenwisser...
  • Pagina 73 Beschrijving Ruitenwisser De ruitenwisser vooraan beschikt over vier standen: vooraan • Stand 0: Uit Er branden geen ledlampjes. • Stand 1 (eenmaal drukken op de functietoets): intervalschakeling Er brandt één ledlampje. • Stand 2 (tweemaal drukken op de functietoets): langzaam wissen Er branden twee ledlampjes.
  • Pagina 74 Beschrijving 72 / 312 TL120 05_Beschreibung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 75: Display

    Beschrijving 5.6.2 Display Afb. 5-19 Display hoofdweergave Item Benaming Item Benaming Toerenteller Functietoets 'Menu' Controlelampjes Niveauweergave brandstof TFT-display Weergave motortemperatuur Snelheidsmeter Functietoets 'Naar boven' Functietoets 'OK' Functietoets 'Naar onder' Tab. 5-4 Bezetting display 73 / 312 TL120 05_Beschreibung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 76 Beschrijving Combi- instrument (startfase) Afb. 5-20 Combi-instrument startfase Na het activeren van de contactstartschakelaar lichten de controlelampjes kort op. Alle wijzerinstrumenten worden aangestuurd, zodat de wijzers hun eindpositie bereiken en vervolgens weer terugkeren naar de werkelijke waarde. Het startscherm; bedrijfs- of OEM-logo wordt gedurende 2 seconden op volle grootte getoond.
  • Pagina 77 Beschrijving Sym- Benaming Sym- Benaming bool bool Richtingaanwijzer naar links Richtingaanwijzer naar rechts Motorfout (rood) Luchtfiltercontrole (inactief) Motorwaarschuwing (oranje) Lees de aanwijzingen in de onderhoudshandleiding Foutinstructie Regeneratie deeltjesfilter Voorgloeien ® AdBlue waarschuwingslampje (DEF) (inactief) Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje motortemperatuur (rood) dieseltank leeg (geel) Tab.
  • Pagina 78: Tft-Display

    Beschrijving 5.6.3 TFT-display Afb. 5-21 Structuur TFT-display Voordurende indicaties bovenaan: tijd, bedrijfslogo, datum Functietoetsen (9 indicatievelden) Scrollbar voor de weergave van meer functies Totale bedrijfsurenteller Dagen-bedrijfsurenteller Bediening van het display Structuur TFT-display De bediening van het TFT-display gebeurt met behulp van de volgende vier toetsen, waarbij elke toets meerdere functies heeft: •...
  • Pagina 79: Menubesturing

    Beschrijving • OK (3) • Keuze bevestigen • Waarde van de geselecteerde variabele opslaan • Menu (4) • Het hoofdmenu weergeven / verbergen • Terugkeer naar een hoger niveau in het menu • Een langere druk (ongeveer een seconde) leidt tot een terugkeer naar het hoofdmenu ('Home'-knop) Menubesturing De gebruiksbesturing in het menu wordt door middel van een kleurverandering...
  • Pagina 80 Beschrijving Functie Met behulp van de pijltjestoetsen kan er overgegaan worden naar het volgende selecteren icoon in de volgorde van pos. 1 -> 9 (met pijl naar onder) of omgekeerd (met pijl naar boven). Wanneer er op de iconen 10-12 gesprongen wordt, die in het hoofdscherm niet zichtbaar zijn, verandert de schuifbalk onderaan.
  • Pagina 81 Beschrijving Bedieningsstru ctuur combi- Sym- Weergave Status instrument bool Hoofdmenu Icoon zwart Menu niet actief symbool wit Icoon zwart Menu geselecteerd Symbool oranje Submenu Icoon grijs Submenu inactief Kader wit Icoon grijs Submenu geselecteerd Kader oranje Icoon wit Submenu bevestigd Kader oranje Icoon wit Submenu actief...
  • Pagina 82 Beschrijving Iconen Hoofdmenu Machinefuncties Machineopties (optie) Machineafstelling Parameterterugzetting gegevens hoofdregeleenheid (Main Control Unit (MCU)) Basisinstellingen Diagnose Startblokkering (optioneel) Submenu's Snel rijden Langzaam rijden Werkverlichting vooraan Ruitenwisser vooraan Werkverlichting achter Ruitenwasinstallatie vooraan (optioneel) Zwaailicht (optie) Transmissieschakeling (optie) Ruitenwisser achteraan Werkhydraulica Ruitenwasinstallatie Hulpstuurkring 1 achteraan Verwarmingsventilator...
  • Pagina 83 Beschrijving Machine-id DISPLAY diagnosticeren Identiteit = kenteken (Gegevens combi-instrument) (Datamenu) Foutmelding MCU diagnosticeren (Geen foutmelding) (Main Control Unit) Gegevens hoofdregeleenheid) Info uitlaatgassysteem ECU diagnosticeren Belading DPF (optie) (Engine Control Unit) (Dieseldeeltjesfilter) (Motorregeleenheid) (Motorgegevens) ID combi-instrument ID hoofdregeleenheid (Identiteit = kenteken) (Identiteit = kenteken) (Versies hard- en software) (Versies hard- en software)
  • Pagina 84 Beschrijving Standaard- Op het standaardscherm wordt voortdurend de volgende informatie weergegeven: scherm • Tijd • Bedrijfslogo • Datum • Richting Afb. 5-24 Standaardscherm Indicatie rijrichting vooruit Indicatie rijrichting neutraal Indicatie rijrichting achteruit Optioneel kan in het veld onder de indicatie van de rijrichting één van de volgende symbolen weergegeven worden: Afb.
  • Pagina 85: Foutindicatie

    Modus snel rijden (haas) Modus langzaam rijden (schildpad) Overmatige snelheid Gelieve contact op te nemen met de klantendienst van Yanmar wanneer er fouten optreden. Bij aanduiding van een fout, deze onmiddellijk herstellen. Het negeren van foutmeldingen kan tot ernstige schade aan de machine of motor leiden.
  • Pagina 86 Beschrijving VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door opgetreden fout Risico op beschadiging van de motor. Activeer de motoroverbrugging uitsluiting bij gevaar. Voor een normale werking dient u de motoroverbrugging beslist opnieuw te deactiveren! De activering van de motoroverbrugging wordt geregistreerd in de motorbesturing en maakt de aanspraak op de garantie voor de motor ongeldig.
  • Pagina 87: Gordelslot Met Veiligheidsinrichting (Optie)

    Beschrijving Gordelslot met veiligheidsinrichting (optie) Bij een ingeschakelde optie 'Contactschakelaar gordelslot' in de diagnosesoftware worden de volgende acties uitgevoerd: De motor kan alleen worden gestart bij een gesloten gordelslot. De dieselmotor kan alleen worden gestart als het gordelslot van de veiligheidsgordel bij de bestuurdersstoel gesloten is.
  • Pagina 88 Beschrijving Startpoging bij geopend gordelslot Afb. 5-30 Gordelslot (II) Combi-instrument aan voorzijde Combi-instrument aan achterzijde (waarschuwingszoemer vast ingebouwd) Symbool gordelslot geopend bij startpoging Beeldscherm (neutrale stand) Bij een startpoging (rijrichting in neutrale stand) en een geopend gordelslot (gordelslot niet ingeklonken) klinkt het waarschuwingssignaal en verschijnt het gele gordelslotsymbool op het scherm van het combi-instrument.
  • Pagina 89 Beschrijving Op het scherm verschijnt het gele waarschuwingssymbool (gordelslotsymbool). Er klinkt een waarschuwingszoemer. Wordt bij een stilstaande machine, lopende motor en een geopend gordelslot een rijrichting vooraf gekozen, dan blijft de aanduiding van de rijrichting in de stand 'Neutraal'. Op het scherm verschijnt het gele waarschuwingssymbool (gordelslotsymbool). Er klinkt een waarschuwingszoemer.
  • Pagina 90: Menu Machinefuncties

    Beschrijving Menu Machinefuncties Het menu Machinefuncties doet dienst als alternatieve invoermogelijkheid voor het bedieningspaneel. In het geval het bedieningspaneel niet correct werkt, kunnen de functies ervan bestuurd worden via het menu Machinefuncties. De toestand van de functies wordt op het bedieningspaneel en op het combi- instrument identiek weergegeven.
  • Pagina 91 Beschrijving Ruitenwisser De ruitenwisser vooraan beschikt over vier standen: vooraan • Stand 0: Uit • Stand 1: intervalschakeling • Stand 2: langzaam wissen • Stand 3: snel wissen Afb. 5-34 Instelling wisser vooraan Menu Machinefuncties (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machinefuncties Cursor op functie 'Ruitenwisser vooraan' (2) positioneren.
  • Pagina 92 Beschrijving Ruitenwisser De ruitenwisser achteraan beschikt over drie standen: achteraan • Stand 0: Uit • Stand 1: intervalschakeling • Stand 2: langzaam wissen • Stand 3: snel wissen Afb. 5-35 Instelling wisser achteraan Menu Machinefuncties (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machinefuncties Cursor op functie 'Ruitenwisser achteraan' (2) positioneren.
  • Pagina 93 Beschrijving Verwarmings- De verwarmingsventilator beschikt over vier standen: ventilator • Stand 0: Uit • Stand 1: traag • Stand 2: midden • Stand 3: snel Afb. 5-36 Instelling verwarmingsventilator Menu Machinefuncties (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machinefuncties Cursor op functie 'Verwarmingsventilator' (2) positioneren.
  • Pagina 94: Menu Machineposities (Optie)

    Beschrijving Menu Machineposities (optie) Overlastwaar- schuwingssy- steem (optie) Afb. 5-37 Overlastwaarschuwingsweergave Menu Machineopties (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machineopties. Cursor op de functie 'Overlastwaarschuwingssysteem' (2) plaatsen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Overlastwaarschuwingsweergave. Overlastwaarschuwingsweergave actief (3): Het scherm toont via het rond instrument de betreffende belasting.
  • Pagina 95: Menu Machineafstelling

    Beschrijving Menu Machineafstelling Hulpstuurkring 1 De benodigde hoeveelheid olie voor de eerste hulpstuurkring kan hier ingesteld worden. Afb. 5-38 Menu Instelling hulpstuurkring 1 Menu Machineafstelling (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machineafstelling. Cursor op functie 'Hulpkring' (2) positioneren. Functie 'Hulpkring 1' (3) kiezen en met OK bevestigen.
  • Pagina 96 Beschrijving Hulpstuurkring 2 De benodigde hoeveelheid olie voor de tweede hulpstuurkring kan hier ingesteld (optioneel) worden. Afb. 5-39 Menu Instelling hulpstuurkring 2 Menu Machineafstelling (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machineafstelling. Cursor op functie 'Hulpkring 2' (2) positioneren. Functie 'Hulpkring 2' (3) kiezen en met OK bevestigen.
  • Pagina 97 Beschrijving Lastslingerings- Er kan ingesteld worden bij welke snelheid de lastslingeringsdemping (LSD) demping zowel voor het voorwaarts als het achterwaarts rijden ingeschakeld moet vooruit/achteruit worden. (optie) Afb. 5-40 Menu Instelling LSD achteruit Menu Machineafstelling (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machineafstelling.
  • Pagina 98 Beschrijving Tijd Hier kan het tijdvenster voor de automatische uitschakeling nullast motor automatische worden ingesteld. motorstop Voorwaarden: Handem gesloten en de machine staat stil; zonder bewegings- en (optie): werkinzet. (Automatische uitschakeling motor) Afb. 5-41 Menu Tijd automatische motorstop (optie) Menu Machineafstelling (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machineafstelling.
  • Pagina 99 Beschrijving Interval omkeer- Hier kan het interval voor de automatische inschakeling van de omkeerventilator ventilator worden ingesteld. (omkering venti- lator) (optie) Afb. 5-42 Menu Omkeerventilator (optie) Menu Machineafstelling (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machineafstelling. Cursor op functie 'Interval omkeerventilator' (2) positioneren.
  • Pagina 100 Het scherm gaat naar de modus: ID combi-instrument. Weergavemodus: ID combi-instrument is geactiveerd (4). Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (5) • Weergave symbool 'ID combi-instrument' (6) • PN = onderdeelnummer combi-instrument (7) • SN = serienummer (8) •...
  • Pagina 101 Het scherm gaat naar de modus: ID hoofdregeleenheid. Weergavemodus: 'ID hoofdregeleenheid' is geactiveerd (5). Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (6) • Weergave symbool 'ID hoofdregeleenheid' (7) • PN = onderdeelnummer combi-instrument (8) • SN = serienummer (9) •...
  • Pagina 102 Het scherm gaat naar de modus: ID motorregeleenheid. Weergavemodus: 'ID motorregeleenheid' (5) is geactiveerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (6) • Weergave symbool 'ID motorregeleenheid' (7) • PN = onderdeelnummer combi-instrument (8) • SN = serienummer (9) •...
  • Pagina 103: Foutmelding

    Beschrijving Foutmelding Hinweis Gelieve contact op te nemen met de klantendienst van Yanmar wanneer er fouten optreden. Afb. 5-46 Menu Foutmelding (I) Menu Diagnose (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Diagnose. Functie 'Foutmelding (Error)' (2) kiezen en met OK bevestigen.
  • Pagina 104 • Weergavemenu: 'Hoofdregeleenheid' (2) • Weergavemenu: 'Motorregeleenheid' (3) Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, logo Yanmar, datum (4) • Aanduidingssymbool van de regeleenheid die de foutmelding verzendt (5) • Bedieningspaneel: Foutbeschrijving (6) • Bedieningspaneel: Foutcode bv. [SPN (Suspect Parameter Number)] (7) •...
  • Pagina 105: Diagnosemenu Uitlaatgasnabehandeling

    Beschrijving Diagnosemenu Uitlaatgasnabehandeling Hier wordt het AdBlue ® -niveau getoond en kunnen eventueel verschillende dieseldeeltjesfilter-diagnosegegevens (DPF-niveaus) worden aangegeven. Afb. 5-48 Menu Diagnose dieseldeeltjesfilter Menu Diagnose (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Diagnose. Cursor op functie 'Info uitlaatgassysteem' (2) positioneren. Functie 'Info uitlaatgassysteem' (3) kiezen en met OK bevestigen.
  • Pagina 106 Voorbeeld 1: Roetgehalte – Normaal bedrijf 'Stand 0' Afb. 5-49 Roetgehalte normaal bedrijf Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding roetgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding roetgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'roetgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Roetgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Weergave roetgehalte in kleur...
  • Pagina 107 'Stand 1' Afb. 5-50 Warmtemodus 1 Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding roetgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding roetgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'roetgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Roetgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Weergave roetgehalte in kleur...
  • Pagina 108 'Stand 2' Afb. 5-51 Warmtemodus 2 Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding roetgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding roetgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'roetgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Roetgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Weergave roetgehalte in kleur...
  • Pagina 109 'Stand 3' Afb. 5-52 Stilstandsregeneratie Stand 3 Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding roetgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding roetgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'roetgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Roetgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Weergave roetgehalte in kleur...
  • Pagina 110 Beschrijving Ten gevolge van de speciale motorinstelling bij de standstill is er sprake van een impact op de kwaliteit van de smeerolie. Na een bepaald aantal stilstandsregeneraties moet de olie worden ververst. Het regeneratielampje knippert langzaam met een frequentie van 0,5 Hz. De actuele roetbelading kan worden bewaakt via het scherm van het combi-instrument.
  • Pagina 111 'Stand 4' Afb. 5-53 Stilstandsregeneratie Stand 4 Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding roetgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding roetgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'roetgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Roetgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Weergave roetgehalte in kleur...
  • Pagina 112 'Stand 5' Afb. 5-54 Serviceregeneratie Stand 5 Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding roetgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding roetgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'roetgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Roetgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Weergave roetgehalte in kleur...
  • Pagina 113 Afb. 5-55 Vervanging dieseldeeltjesfilter vereist Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding roetgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding roetgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'roetgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Roetgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Weergave roetgehalte in kleur...
  • Pagina 114: Voorbeeld 1: Asgehalte - Normaal Bedrijf

    Normaal bedrijf Afb. 5-56 Asgehalte - Normaal bedrijf Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding asgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (asgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'asgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Asgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Asgehalte in kleur...
  • Pagina 115 Afb. 5-57 Vervanging dieseldeeltjesfilter vereist Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding asgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (asgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'asgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Asgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Asgehalte in kleur Bedieningspaneel: Bedrijfsmodus (hier filtervervanging binnen 150 bedrijfsuren) Bedieningspaneel: Keuze-aanduiding (hier info uitlaatgassysteem) De weergave loopt op van 99 % wordt weergegeven als een groene balk.
  • Pagina 116 Afb. 5-58 Waarschuwingsfase 1 - Vervanging filter vereist Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding asgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (asgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'asgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Asgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Asgehalte in kleur...
  • Pagina 117 Beschrijving Als de onderhoudsoproepen niet worden beantwoord, dan loopt het beschikbare filtervolume terug en neemt de noodzaak van een standstill toe. Het asgehalte kan niet worden teruggezet met behulp van de hardware-ingang of het CAN J1939-bericht. De filter kan alleen worden vervangen door geautoriseerd vakpersoneel omdat hiervoor de servicetool SERDIA moet worden gebruikt.
  • Pagina 118 Afb. 5-59 Waarschuwingsfase 2 - Vervanging filter dringend vereist Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding asgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (asgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'asgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Asgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Asgehalte in kleur...
  • Pagina 119 Beschrijving Als de onderhoudsoproepen niet worden beantwoord, dan loopt het beschikbare filtervolume terug en neemt de noodzaak van een standstill toe. Het asgehalte kan niet worden teruggezet met behulp van de hardware-ingang of het CAN J1939-bericht. De filter kan alleen worden vervangen door geautoriseerd vakpersoneel omdat hiervoor de servicetool SERDIA moet worden gebruikt.
  • Pagina 120 Afb. 5-60 Uitschakelfase; vervanging filter – vervanging DPF vereist Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding asgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding asgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'asgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Asgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Asgehalte in kleur...
  • Pagina 121 Beschrijving Alle niet brandbare deeltjes in de filter worden hier samenvattend aangeduid als 'asgehalte'. Dit asgehalte leidt tot verkorting van de regeneratie-intervallen en heeft ten slotte filteronderhoud of vervanging van de filter tot gevolg. Als 100 % van het asgehalte wordt bereikt, is vervanging van de filter vereist. De onderhoudsoproep wordt aangegeven door een oplichtend aswaarschu- wingslampje (permanent aan), resp.
  • Pagina 122: Voorbeeld 1: Adblue ® -Niveau - Normaal Bedrijf

    -niveau - normaal bedrijf ® Scherm in combi-instrument (hier AdBlue -statusweergave) ® Aanduidingssymbool: Procent (%) (AdBlue -aanduiding in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum ® Bedieningspaneel: Aanduiding modus (hier is het 'AdBlue -niveau' gekozen) ® Aanduidingssymbool: AdBlue -niveau (aanduiding actief) ®...
  • Pagina 123 -niveau - pas op ® Scherm in combi-instrument (hier AdBlue -statusweergave) ® Aanduidingssymbool: Procent (%) (AdBlue -aanduiding in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum ® Bedieningspaneel: Aanduiding modus (hier is het 'AdBlue -niveau' gekozen) ® Aanduidingssymbool: AdBlue -niveau (aanduiding actief) ®...
  • Pagina 124: Tijdsverloop Bewaking Def-Tankniveau

    -niveau - waarschuwing 1 ® Scherm in combi-instrument (hier AdBlue -statusweergave) ® Aanduidingssymbool: Procent (%) (AdBlue -aanduiding in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum ® Bedieningspaneel: Aanduiding modus (hier is het 'AdBlue -niveau' gekozen) ® Aanduidingssymbool: AdBlue -niveau (aanduiding actief) ®...
  • Pagina 125 -niveau - waarschuwing 2 ® Scherm in combi-instrument (hier AdBlue -statusweergave) ® Aanduidingssymbool: Procent (%) (AdBlue -aanduiding in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum ® Bedieningspaneel: Aanduiding modus (hier is het 'AdBlue -niveau' gekozen) ® Aanduidingssymbool: AdBlue -niveau (aanduiding actief) ®...
  • Pagina 126: Voorbeeld 5: Adblue ® -Niveauwaarschuwing

    -niveau - waarschuwing 3 ® Scherm in combi-instrument (hier AdBlue -statusweergave) ® Aanduidingssymbool: Procent (%) (AdBlue -aanduiding in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum ® Bedieningspaneel: Aanduiding modus (hier is het 'AdBlue -niveau' gekozen) ® Aanduidingssymbool: AdBlue -niveau (aanduiding actief) ®...
  • Pagina 127: Voorbeeld 6: Adblue -Niveauwaarschuwing

    -niveau - waarschuwing 4 ® Scherm in combi-instrument (hier AdBlue -statusweergave) ® Aanduidingssymbool: Procent (%) (AdBlue -aanduiding in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum ® Bedieningspaneel: Aanduiding modus (hier is het 'AdBlue -niveau' gekozen) ® Aanduidingssymbool: AdBlue -niveau (aanduiding actief) ®...
  • Pagina 128 Beschrijving 126 / 312 TL120 05_Beschreibung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 129: Voorbeeld 7: Adblue -Niveauwaarschuwing

    -niveau - waarschuwing 5 ® Scherm in combi-instrument (hier AdBlue -statusweergave) ® Aanduidingssymbool: Procent (%) (AdBlue -aanduiding in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum ® Bedieningspaneel: Aanduiding modus (hier is het 'AdBlue -niveau' gekozen) ® Aanduidingssymbool: AdBlue -niveau (aanduiding actief) ®...
  • Pagina 130 Met de pijltjestoetsen naar boven en naar beneden kan tussen de weergavevelden van de afzonderlijke menugegevens worden gewisseld. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (6). • Weergave symbool Gegevens combi-instrument' actief (7). • Weergavegegevens 1-5: Geselecteerde gegevensweergave/ gegevenshoeveelheid totaal (8).
  • Pagina 131 Beschrijving • Weergavevelden datamenu: (9) • 1. Bedrijfsspanning in volt (V). • 2. Stroomingang ampère in milliampère (mA). • 3. Spanningsingang volt in millivolt (mV). • 4. Systeemtemperatuur 1 in graden Celsius (°C). • 5. Systeemtemperatuur 2 in graden Celsius (°C). •...
  • Pagina 132 Met de pijltjestoetsen naar boven en naar beneden kan tussen de weergavevelden van de afzonderlijke menugegevens worden gewisseld. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (7). • Weergave symbool 'Gegevens hoofdregeleenheid' actief (8). • Weergavegegevens 1-9: Geselecteerde gegevensweergave/ gegevenshoeveelheid totaal (9).
  • Pagina 133 Beschrijving • Weergavevelden menu Gegevens (10): • 1. Dagbedrijfsuren in uren (u). • 2. Bedrijfsuren totaal in uren (u). • 3. Nullasttijd [motorregeleenheid (ECU)] in uren (u). • 4. Hulpstuurkring 1 looptijd in uren (u). • 5. Hulpstuurkring 2 looptijd in uren (u). •...
  • Pagina 134 Met de pijltjestoetsen naar boven en naar beneden kan tussen de weergavevelden van de afzonderlijke menugegevens worden gewisseld. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (6). • Weergave symbool 'Motorgegevens (ECU)' actief (7). • Weergavegegevens 1-20: Geselecteerde gegevensweergave/ gegevenshoeveelheid totaal (8).
  • Pagina 135 Beschrijving • Weergavevelden menu Gegevens (9) 1 - 20: • 1: Bedrijfsspanning in volt (V) • 2: Motortoerental in omwentelingen per minuut (rpm) • 3: Sensor toerental krukas in omwentelingen per minuut (rpm) • 4: Sensor toerental nokkenas in omwentelingen per minuut (rpm) •...
  • Pagina 136: Menu Basisinstellingen

    Het scherm gaat naar de weergavemodus: 'Meeteenheden (SET)'. Weergavemodus: 'Meeteenheden (SET)' (3) is geselecteerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (4). • Weergave symbool 'Meeteenheden' (5) actief. • Metrische eenheden (6): Grad en celsius (°C) – Liters – Kilometer per uur (km/u) –...
  • Pagina 137 Functie 'Taal' (3) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de weergavemodus: 'Taal'. Weergavemodus: 'Taal' (4) is geselecteerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (5). • Weergave symbool 'Meeteenheden' actief (6). • Weergavevelden Talen (7): (hier is de taal Duits geselecteerd) Beschikbare talen: •...
  • Pagina 138 De weergave gaat naar de maandcijfers. Weergaveveld Datum (10): Maand (MM) knippert. Het volgende wordt aangegeven: • Logo Yanmar (5). • Weergave symbool 'Datum' (6) actief. • Weergaveveld Datum (7): Dag (TT), Maand (MM), Jaar (JJJJ) • Aanduiding van de gekozen instellingen (8).
  • Pagina 139 Beschrijving Met de pijltjestoetsen naar boven en naar beneden kan de maandaanduiding worden veranderd. De gewenste maand bevestigen met OK. De weergave gaat naar de jaarcijfers. Weergaveveld Datum (11): Jaar (JJJJ) knippert. Met de pijltjestoetsen naar boven en naar beneden kan de jaaraanduiding worden veranderd.
  • Pagina 140 Het scherm gaat naar het submenu: 'Tijd'. De eerste twee cijfers knipperen (Uren). Verstelmodus (4): 'Datum' is geactiveerd. Het volgende wordt aangegeven: • Logo Yanmar (5). • Weergave symbool 'Datum' (6) actief. • Weergaveveld Tijd (7): Uren, Minuten. • Aanduiding van de gekozen instellingen (8).
  • Pagina 141 Het scherm gaat naar de weergavemodus: 'Helderheid dag'. Weergavemodus (4): 'Helderheid dag' is geselecteerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (5). • Weergave symbool 'Helderheid' in procent (%) (6). • Weergave symbool 'Helderheid' actief (7). • Indicatie van de geselecteerde interval als staafdiagram (8).
  • Pagina 142 Het scherm gaat naar de weergavemodus: 'Helderheid nacht' Weergavemodus (4): 'Helderheid nacht' is geselecteerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (5). • Weergave symbool 'Helderheid nacht' in procent (%) (6). • Weergave symbool 'Helderheid nacht' actief (7). • Indicatie van de geselecteerde interval als staafdiagram (8).
  • Pagina 143 Beschrijving Test Korte inschakeling van alle controlelampjes op het combi-instrument en op het controlelampjes bedieningspaneel. Afb. 5-78 Menu Test controlelampjes Menu Basisinstellingen (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar het submenu 'Basisinstellingen'. Cursor op functie 'Test controlelampjes' (2) positioneren. Functie 'Test controlelampjes' (3) kiezen en met OK bevestigen.
  • Pagina 144 Het scherm gaat naar de weergavemodus: 'Fabrieksinstellingen'. Weergavemodus (4): 'Fabrieksinstellingen' is geactiveerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (5). • Weergave symbool 'Fabrieksinstellingen' actief (6). • Weergave (7): Op 'OK' drukken om terug te zetten. • Weergave (8): Op 'Menu' drukken om af te breken.
  • Pagina 145: Submenu Startblokkering (Optie)

    Het scherm gaat naar de weergavemodus: 'Eigenaar-pin = (Owner Pin)'. Weergavemodus (4): 'Eigenaar-pin' (= Owner Pin) is geselecteerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (5). • Weergave symbool 'Eigenaar-pin' = (Owner Pin) actief (6). • Weergave (7): Aantal verkeerde pin-invoeracties / aantal mogelijke pin-invoeracties.
  • Pagina 146 Beschrijving Afb. 5-81 Invoer pin voor startblokkering II Eigenaar-pin van vier cijfers (11) invoeren en met OK bevestigen. De cijfercode wordt ingevoerd via het bedieningspaneel of met de pijltjestoetsen naar boven en naar beneden op het combi-instrument. Invoer via bedieningspaneel: Alle 4 cijfers een voor een invoeren en met OK bevestigen.
  • Pagina 147: Tijdprogrammering Startblok- Kering

    Het scherm gaat naar de weergavemodus: 'Activeringstijd WFS (startblokkering)'. Weergavemodus (4): is geactiveerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (5). • Weergave symbool 'Activeringstijd startblokkering' (6) in minuten (min). • Weergave symbool 'Startblokkering' (7) actief. • Indicatie van de geselecteerde interval als staafdiagram (8).
  • Pagina 148: Beschrijving

    Beschrijving Pin wijzigen: De eigenaar-pin kan alleen worden gewijzigd na het invoeren van de oude Eigenaar-pin eigenaar-pin. (Owner-Pin) Eigenaar-pin vergeten? Contact opnemen met de klantenservice. Owner Het eerste cijfer van de eigenaar-pin mag niet 0 (nul) zijn. Afb. 5-83 Menu Wijziging pin Menu Startblokkering (1) kiezen en met OK bevestigen.
  • Pagina 149 Beschrijving Bestuurder-pin De bestuurder-pin kan uitsluitend gewijzigd worden na de invoer van de (Driver Pin) eigenaar-pin. De wijziging gebeurt zoals beschreven staat voor de eigenaar-pin. Het eerste cijfer van de bestuurder-pin mag niet 0 (nul) zijn. Driver Transporteur-pin De transporteur-pin kan uitsluitend gewijzigd worden na de invoer van de (Trans-Pin) eigenaar-pin.
  • Pagina 150 Met de pijltjestoetsen naar boven en naar beneden kan tussen de weergavevelden van de afzonderlijke menugegevens worden gewisseld. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (4) • Weergave symbool 'Terugzetten parameters gegevens hoofdregeleenheid' (5) actief. • Weergavegegevens hoofdregeleenheid 1-7 (6): Geselecteerde gegevensweergave/gegevenshoeveelheid totaal.
  • Pagina 151 Beschrijving Afb. 5-85 Terugzetten parameters gegevens hoofdregeleenheid II Gewenst weergaveveld (16) selecteren (weergavekader oranje) en met OK bevestigen. De geselecteerde gegevens van de hoofdregeleenheid springen terug naar nul (0.0). Hier werd de dagbedrijfsurenteller gekozen. Het weergaveveld 'Dagbedrijfsuren' (17) geeft nu 0,0 uren (u) aan. Alle verdere getoonde gegevens van de hoofdregeleenheid kunnen op dezelfde manier op nul (0.0) worden gezet.
  • Pagina 152: Startblokkering (Optioneel)

    Beschrijving 5.6.4 Startblokkering (optioneel) Startblokkering activeren Hinweis De startblokkering is zelfactiverend, d.w.z. zonder bijkomend inschakelen of afwijkende handelingen. Als de mechanische startschakelaar in stand "0" (klem 15 uit) staat, dan is de wegrijblokkering in het algemeen geactiveerd. Zet de sleutel van de startschakelaar vanuit een willekeurige stand in de stand "0".
  • Pagina 153: Nieuwe Sleutel Inleren

    Beschrijving Nieuwe sleutel inleren Het inleren voor nieuwe sleutels gebeurt door een mastersleutel, die gekenmerkt is door een rode sleutelknop. De mastersleutel moet zorgvuldig bewaard worden, voor elke wegrijdblokkering is er maar één mastersleutel beschikbaar. Deze mastersleutel kan alleen worden gebruikt voor het inleren van nieuwe sleutels, niet voor het deactiveren van de rijblokkering.
  • Pagina 154: Ingeleerde Sleutel Verwijderen

    Beschrijving Ingeleerde sleutel verwijderen Het verwijderen van een ingeleerde sleutel is nodig als er een ingeleerde sleutel verloren is gegaan. Bij het verwijderen worden alle ingeleerde sleutels verwijderd. Na het verwijderen kunnen alle bestaande sleutels opnieuw worden ingeleerd. Steek de mastersleutel in het contactslot. Zet de mastersleutel gedurende min.
  • Pagina 155: Onderhoud

    Onderhoud 6 Onderhoud Hinweis Raadpleeg zeker alle veiligheidsinstructies. Zie onderdeel 3.22 "Ombouwen, onderhoud en reparatie". Algemeen De inzetbaarheid en levensduur van machines wordt in hoge mate bepaald door onderhoud en verzorging. Daarom is het verrichten van de voorgeschreven onderhoudswerkzaamheden en het respecteren van de onderhoudstermijnen in het belang van iedere machine- bezitter.
  • Pagina 156: Reiniging En Verzorging

    Onderhoud Reiniging en verzorging WAARSCHUWING Gevaar door uitspuitende kleine onderdelen Uitspuitende voorwerpen kunnen in de ogen terechtkomen. Gevaar op ernstige verwondingen. Draag persoonlijke beschermingsuitrusting (helm met bescherming over het volledige gezicht). VORSICHT VOORZICHTIG Schadelijke stoffen voor het milieu Milieuschade door voor het milieu schadelijke stoffen. De oude olie niet in de grond weg laten lopen.
  • Pagina 157 Onderhoud Vulmateriaal (isolatiemateriaal...) mag u niet met een directe water-, stoom- of hogedrukstraal reinigen. Bij het reinigen met water- of stoomstraal mag u niet in de openingen van uitlaat en luchtfilter spuiten. Bij het reinigen van de motor met water- of stoomstraal mag u de straal niet direct op gevoelige motoronderdelen als de dynamo, bedradingen en oliedrukschakelaar enz.
  • Pagina 158: Inspectie-Intervallen

    Onderhoud Inspectie-intervallen Hinweis Voor de inspectietermijnen van de machine is de urenteller op het dashboard maatgevend. Zie onderdeel 5.5.2 "Bedieningsconsole". Interval Beschrijving Pag. Eerste inspectie Eenmalig voor de eerste inbedrijfstelling Dagelijkse werkzaamheden Om de 10 bedrijfsuren of iedere werkdienst Wekelijkse werkzaamheden Wekelijks of om de 50 bedrijfsuren 100 bedrijfsuren Eenmalig na de eerste ingebruikname...
  • Pagina 159: Regelmatige Olieanalyses

    Op basis van de eerste resultaten adviseert het laboratorium, wanneer het volgende oliemonster onderzocht moet worden. Een informatiebrochure over omvang en procedure voor de olieanalyse krijgt u van uw Yanmar-dealer. 6.3.2 Garantie Binnen de garantieperiode zijn voor de machine grondige verplichte inspecties voorzien, die door bekwaam personeel van uw leverancier verricht moeten worden.
  • Pagina 160: Inspectiemiddelen

    Bij de omschakeling van minerale op biologisch afbreekbare hydraulische olie moeten de installatie en de tank helemaal afgetapt, gereinigd en meermaals gespoeld worden. Vóór het omschakelen moet u nadere informatie opvragen bij uw verantwoordelijke Yanmar-dealer. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door verkeerde koelvloeistof / mengverhouding.
  • Pagina 161 Onderhoud Specificatie van smeerolie Het gebruik van kwalitatief hoogwaardige smeerolie, alsook de inachtneming van de voorgeschreven verversingsintervallen zijn voorwaarden om het opgegeven motorvermogen te halen. Hinweis Maak uitsluitend gebruik van de smeerolie die aanbevolen wordt door de motorfabrikant. Voor motoren met uitlaatnabehandeling mag uitsluitend smeerolie met de aanduiding 'Asvrij' (LA) gebruikt worden.
  • Pagina 162: Toepassing

    Vóór het omschakelen moet u nadere informatie opvragen bij uw verantwoordelijke Yanmar-dealer. Assen, Transmissieolie SAE 85W-90LS Aanbevolen alternatief Transmissie API-GL 5 SAE 90LS...
  • Pagina 163 Onderhoud Aanbevolen alternatieven voor andere temperatuurbereiken Motorolie Hydraulische Motorolie Hydraulische olie olie volgens DQC III (DEUTZ Quality volgens DIN 51524.T3 HVLP Class) SAE 15W-40 SAE 15W-30 SAE 10W-40 SAE 10W-30 SAE 5W-40 SAE 5W-30 Temperatuur van de omgeving Temperatuur van de omgeving Afb.
  • Pagina 164 Onderhoud Vulhoeveelheden Hinweis Voor andere oliën overleg plegen met Yanmar-Service. Vulplek in liter Vulmiddel Brandstoftank 110,0 Diesel Motor HD-olie (verversingshoeveelheid) Hydraulische olie, tank en systeem 93,0 Hydraulische olie Hydraulische olietank 62,0 Hydraulische olie (verversingshoeveelheid) Vooras, tussenhuis Transmissieolie Achteras, tussenhuis en transmissie - standaard...
  • Pagina 165: Smeermiddelen

    Onderhoud Smering VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door vuil Vuil in het smeersysteem kan machineschade veroorzaken. Beschadigde smeernippels direct vervangen en vetdoorvoer controleren! VORSICHT VOORZICHTIG Kantelgevaar Valgevaar op onvoldoende beveiligde montageplaatsen op de machine. Gebruik bij het instappen en betreden van de machine enkel de daartoe voorziene opstappen en standplaatsen of de gepaste hulpmiddelen (bv.
  • Pagina 166: Smeerschema

    Onderhoud 6.5.1 Smeerschema Smeerpuntenoverzicht Afb. 6-2 Smeerpuntenoverzicht 164 / 312 TL120 06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 167: Alle Smeerpunten Met Multipurpose-Vet Smeren

    Onderhoud Alle smeerpunten met multipurpose-vet smeren WAARSCHUWING Gevaar door zwevende lasten Machine-onderdelen kunnen zich ongecontroleerd bewegen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Voor het smeren van de snelwisselinstallatie: De bak op de grond zetten, het snelwisselsysteem openen - de pennen moeten helemaal ingeschoven zijn - en doorsmeren.
  • Pagina 168: Controle-, Onderhouds- En Inspectieschema

    Onderhoud Controle-, onderhouds- en inspectieschema In het inspectieschema staan alle werkzaamheden opgesomd, die regelmatig aan de machine uitgevoerd moeten worden. Door bekwaam servicepersoneel van uw dealer uit te voeren werkzaamheden: 6.6.1 Eerste inspectie (inspectie bij overhandiging) 7 15 Afb. 6-3 Eerste inspectie 166 / 312 TL120 06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 169 Alle leidingen, slangen, cilinders, enz.. op lekkages controleren. Werking van elektrische controle- en waarschuwingselementen en van de verlichting controleren. Garantiekaart conform de voorschriften invullen en naar de firma Yanmar terugsturen. Accu en kabelaansluitingen controleren en indien nodig monteren. ® AdBlue -niveau controleren (DEF).
  • Pagina 170: Dagelijks En Wekelijks Uit Te Voeren Werkzaamheden

    Onderhoud 6.6.2 Dagelijks en wekelijks uit te voeren werkzaamheden Door het bedienend personeel uit te voeren controle- en onderhoudswerkzaamheden Afb. 6-4 Controle- en onderhoudsplan voor dagelijkse en wekelijkse werkzaamheden 168 / 312 TL120 06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 171: Dagelijks Uit Te Voeren Werkzaamheden

    Onderhoud Dagelijks uit te voeren werkzaamheden: Item Inspectie Pag. Hydraulisch oliepeil controleren Motoroliepeil controleren Koelvloeistofpeil controleren Brandstofpeil controleren (tankmeter in de bedieningsconsole) Vloeistofpeil in het ruitensproeierreservoir controleren Visuele controle (algemeen) bv. op materiaalscheuren, externe schade, losgekomen delen, volledigheid... Controle op lekkage van leidingen, slangen, regeleenheden, hydraulische pompen, cilin- ders, uitlaatgassysteem incl.
  • Pagina 172: Inspectieschema

    Onderhoud 6.6.3 Inspectieschema Hinweis Alle inspectiewerkzaamheden met bedrijfswarme machine uitvoeren. Door bekwaam servicepersoneel van uw dealer uit te voeren werkzaamheden: Inspectie Gebruiksuren Pag. o = controle, x = vervangen na 100 om de om de om de min. 2 x min.
  • Pagina 173 Onderhoud Inspectie Gebruiksuren Pag. o = controle, x = vervangen na 100 om de om de om de min. 2 x min. 1 x 1000 3000 per jaar per jaar ® Filterinzet van de AdBlue om de 2 jaar transportpompen Inlaatluchtkoeler toegangsvlak (smeerolie-/condenswater aflaten) Poly-V-Belt (platte riem) en spanrol...
  • Pagina 174 Uw DEUTZ-partner helpt u bij het bepalen van het optimale tijdstip voor de basiscontrole. Verlenging van de interval voor olie verversen volgens Yanmar olieanalyse en laboratoriumrapport Zie onderdeel 6.3.1 "Regelmatige olieanalyses". Binnen de garantieperiode Tab.
  • Pagina 175 Onderhoud 173 / 312 TL120 06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 176: Onderhouds- En Inspectiewerkzaamheden

    Onderhoud Onderhouds- en inspectiewerkzaamheden WAARSCHUWING Gevaar door rondvliegende onderdelen. Bij het uitblazen met perslucht kunnen delen gaan rondvliegen en tot letsels aan de ogen leiden. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. VORSICHT VOORZICHTIG Schadelijke stoffen voor het milieu Milieuschade door voor het milieu schadelijke stoffen. De oude olie niet in de grond weg laten lopen.
  • Pagina 177: Motor

    Onderhoud 6.7.2 Motor WAARSCHUWING Gevaar door hete olie en machinedelen Er bestaat gevaar op verbranding. Schakel de motor uit. Huidcontact met olie, vet en hete machine-onderdelen voorkomen. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Niet roken en geen open vuur gebruiken. Bij kwetsuren een arts raadplegen. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door milieu-onvriendelijke stoffen.
  • Pagina 178: Motoroliepeil Controleren

    Onderhoud Motoroliepeil controleren Afb. 6-5 Motorolie Afsluitdeksel Olieaftap-afsluitklep met dop Motoroliefilter Oliepeilstok Controleer het oliepeil bij horizontaal staande machine dagelijks vóór de start. Reinig de oliepeilstok (4) met een schone, pluisvrije doek en schuif deze opnieuw in tot deze vergrendeld wordt. De kerven van de peilstok (4) geven het minimum en maximum oliepeil aan.
  • Pagina 179: Motorolie Verversen

    Onderhoud Motorolie verversen Laat de aandrijfmotor warmdraaien tot de motorolie een temperatuur van ongeveer 80 °C heeft. Plaats de machine rechtop. Zet de aandrijfmotor af. Zet er een geschikte olieopvangbak eronder. Schroef de olieaflaat-afsluitdop (2) los. Schroef een olieaflaatslang op de olieaflaat-afsluitklep (2). Laat de olie af en vang deze op.
  • Pagina 180: Motoroliefilter Vervangen

    Onderhoud Motoroliefilter vervangen Iedere keer dat de motorolie ververst wordt, moet ook het motoroliefilter vervangen worden. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar op motorschade Het motorsysteem is zeer gevoelig en kan door vuil beschadigd worden. Nieuwe filter niet voorvullen met olie. Afb. 6-6 Motorolie Afsluitdeksel Olieaftap-afsluitklep met dop Motoroliefilter...
  • Pagina 181: Motorkoelsysteem

    Onderhoud 6.7.3 Motorkoelsysteem • Veiligheidsvoorschriften en landspecifieke voorschriften in verband met koelmiddelen naleven. • Uitstromende koelvloeistoffen in overeenstemming met de voorschriften verwijderen en niet naar de bodem laten zakken. • Motor nooit zonder koelvloeistof gebruiken, zelfs niet kortstondig. Koelvloeistofpeil controleren en bijvullen WAARSCHUWING Gevaar door heet koelmiddel en machinedelen Er bestaat risico op verbranding.
  • Pagina 182: Concentratie Antivries Controleren

    Onderhoud Dop (1) losdraaien en koelvloeistofpeil corrigeren. Koelvloeistofpeil aflezen op kijkglas (2). De expansietank moet bij afgekoelde motor halfvol zijn. Concentratie antivries controleren Controleer vóór de aanvang van het koude seizoen de concentratie antivriesmiddel. De vorstbescherming wordt in de fabriek op ca. -25 °C ingesteld. Pas bij lage temperaturen het gehalte antivriesmiddel aan.
  • Pagina 183: Koelribben Reinigen

    Onderhoud Koelribben reinigen VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar op machineschade Een hete machine of draaiende motor kan bij reiniging beschadigd worden. Een sterkere druk bij de reiniging kan tot schade aan de koeler leiden. Reinigingswerkzaamheden alleen bij uitgezette en afgekoelde motor uitvoeren. Bij reiniging voldoende afstand houden.
  • Pagina 184: Koelvloeistof Verversen

    Onderhoud Koelvloeistof verversen WAARSCHUWING Gevaar door heet koelmiddel en machinedelen Er bestaat risico op verbranding. Koelerdeksel enkel openen wanneer de motor afgekoeld is. Huidcontact met koelmiddel en machine-onderdelen voorkomen. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Bij kwetsuren een arts raadplegen. Afb. 6-8 Koelvloeistof verversen Deksel Aftapplug Plaats de machine rechtop.
  • Pagina 185: Luchtaanzuigsysteem

    Onderhoud 6.7.4 Luchtaanzuigsysteem VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar doordat er stof in de motor komt. De motor kan vuile lucht aanzuigen en zwaar beschadigd worden. Onderhoudswerkzaamheden aan het luchtaanzuigsysteem alleen bij stilstand van de motor verrichten. De motor niet starten met een gedemonteerde filterpatroon. Alleen onbeschadigde luchtfilterpatronen monteren.
  • Pagina 186 Onderhoud Luchtaanzuiging controleren Reinig de luchtaanzuigruimte voor de luchtfilter van vervuiling (loof...). Controleer de bevestiging van het luchtfilter en de bevestigingsbanden op beschadiging. Controleer de luchtleiding tussen de luchtfilter en de motor op lekkage. Controleer de rubber delen op beschadiging. Hinweis Vervang defecte delen onmiddellijk.
  • Pagina 187 Onderhoud Hoofdpatroon reinigen WAARSCHUWING Gevaar door rondvliegende onderdelen. Bij het uitblazen met perslucht kunnen delen gaan rondvliegen en tot letsels aan de ogen leiden. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar doordat er stof in de motor komt. De motor kan vuile lucht aanzuigen en zwaar beschadigd worden.
  • Pagina 188 Onderhoud Hoofdpatroon vervangen Afb. 6-11 Luchtfilter Draadspansluitingen Behuizing Stofafscheider Zegel Veiligheidspatroon Lussen Hoofdpatroon Ontgrendel de draadspanafsluitingen (1) en neem het onderste deel van de behuizing (2) eraf. Trek de hoofdpatroon (7) met lichte draaibewegingen eraf. Controleer of de veiligheidspatroon (5) vervangen moet worden. Hinweis Veiligheidspatroon alleen verwijderen bij noodzakelijk onderhoud.
  • Pagina 189 Onderhoud Luchtfilter-veiligheidspatroon vervangen Vervang de veiligheidspatroon van de luchtfilter: • na driemaal onderhoud van het hoofdpatroon • na maximaal 2 jaar gebruik • als na een succesvol onderhoud van de hoofdpatroon de onderhoudsindicator gelijk weer gaat branden • bij een defect hoofdpatroon •...
  • Pagina 190: Veiligheidspatroon Vervangen

    Onderhoud Veiligheidspatroon vervangen VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door beschadigde veiligheidspatroon De motor kan vuile lucht aanzuigen en zwaar beschadigd worden. Veiligheidspatroon niet reinigen. Steeds een nieuwe veiligheidspatroon monteren. Afb. 6-12 Luchtfilter Draadspansluitingen Behuizing Stofafscheider Zegel Veiligheidspatroon Lussen Hoofdpatroon Demonteer de hoofdpatroon. Breek het zegel (4) van de veiligheidspatroon (5) met een geschikt gereedschap (b.v.
  • Pagina 191: Brandstofsysteem

    Onderhoud 6.7.5 Brandstofsysteem GEVAAR GEFAHR Gevaar door brandstof Brandstof en brandstofdamp zijn schadelijk voor de gezondheid en kunnen vlam vatten. Schakel de motor uit. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Niet roken en geen open vuur gebruiken, Geen loszittende kleding dragen. Voorzichtig met hete brandstof. •...
  • Pagina 192: Onderhoud

    Onderhoud 190 / 312 TL120 06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 193: Brandstof Bijtanken

    Onderhoud Brandstof bijtanken WAARSCHUWING Gevaar door overdruk bij het tanken Bij tanken met elektrische tankpompen ontstaat er in de tank een overdruk. De overdruk kan plots ontsnappen en tot ernstige verbrandingen of ontploffingen leiden. Zorg ervoor dat u bij het tanken met de elektrische tankpomp het brandstofdeksel opent, zodat er geen overdruk ontstaat in de brandstoftank! Afb.
  • Pagina 194 Onderhoud Brandstofvoorfilter Afb. 6-14 Brandstofvoorfilter vervangen Ontluchtingsschroef (afgedekt) Filterpatroon Brandstoftransportpomp Aftapplug Elektrische aansluiting voor de waterpeilsensor Indicatie wateropvangreservoir ledigen Als het wateropvangreservoir vol is, verschijnt op het combi-instrument de bijbehorende melding. Het wateropvangreservoir moet dan onmiddellijk worden geledigd. Wateropvangre- Zet de motor af. servoir ledigen Maak de kabel los (5) Bevestig een slang aan de aftapplug (4) en plaats het andere uiteinde in een...
  • Pagina 195 Onderhoud Brandstofvoor- Zet de motor af. filterinzet Blokkeer de brandstoftoevoer naar de motor (bij hoogliggende tank). vervangen Maak de kabel los (5). Bevestig een slang aan de aftapplug (4) en plaats het andere uiteinde in een reservoir. Open de aftapplug (4) en laat de vloeistof af. Schroef de filterinzet (2) los.
  • Pagina 196: Brandstoffilter Vervangen

    Onderhoud Brandstoffilter vervangen VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar op motorschade Het brandstofsysteem is zeer gevoelig en kan door vuil beschadigd worden. Nieuwe filter niet voorvullen met brandstof. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door milieu-onvriendelijke stoffen. Brandstof kan in het milieu belanden en aanzienlijke milieuschade veroorzaken. De brandstof niet in de grond weg laten lopen.
  • Pagina 197: Brandstofsysteem Ontluchten

    Onderhoud Ontlucht het brandstofsysteem. Voer een testgang uit. Controleer de filter op lekkage. Brandstofsysteem ontluchten Schakel de ontsteking in. De elektronische brandstofpomp wordt voor 20 seconden ingeschakeld, om het brandstofsysteem te ontluchten en de nodige brandstofdruk af te bouwen. Wacht tot de elektrische brandstofpomp van de stuurvoorziening uitgeschakeld wordt.
  • Pagina 198: Poly-V-Belt

    Onderhoud 6.7.6 Poly-V-Belt WAARSCHUWING Gevaar door bewegende machine-onderdelen Lichaamsdelen kunnen gekneld raken. Poly-V-Belt alleen bij motorstilstand controleren of spannen. Motor tegen onbevoegd opstarten beveiligen. Poly-V-Belt controleren. Controleer de Poly-V-Belt over de gehele omvang op beschadiging. Vervang een versleten of beschadigde Poly-V-Belt onmiddellijk. Hinweis De Poly-V-Belt wordt gespannen door een automatisch spannende veerbelaste spanrol.
  • Pagina 199 Onderhoud Poly-V-Belt vervangen Afb. 6-17 V-riemen Spanrol Veiligheidspen Montagegat Zet de motor af en trek de sleutel uit het contact. Open de motorkap. Druk de spanrol (1) met een dopsleutel in de richting van de pijl tot er een veiligheidspen (2) in het montagegat (3) bevestigd kan worden. De Poly-V-Belt is op dit moment spanningvrij.
  • Pagina 200: Adblue®-Systeem (Def)

    Onderhoud ® 6.7.7 AdBlue -systeem (DEF) Hinweis Nadat de motor uitgeschakeld wordt, zuigt de pomp ongeveer nog ® een minuut AdBlue uit het systeem. Pas met de onderhoudswerken beginnen wanneer de pomp alle ® AdBlue uit het systeem gezogen heeft. Na het uitschakelen van de motor, de batterijschakelaar ten vroegste na 2 minuten losmaken.
  • Pagina 201 Onderhoud ® AdBlue bijvullen Hinweis Tanken met AdBlue®. Zie onderdeel 6.7.5 "Brandstofsysteem" Hinweis Onderhoudstrap naar beneden klappen/inklappen. Zie onderdeel 6.7.5 "Brandstofsysteem" VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar op machineschade Door verkeerd te tanken kan het uitlaatnabehandelingssysteem (SCR-systeem) beschadigd worden. In het geval een verkeerde tankbeurt mag het contact niet ingeschakeld worden en mag de motor in geen geval in bedrijf genomen worden.
  • Pagina 202 Onderhoud Minimum Bij het tanken van een ureumoplossing dienen de minimum tankhoeveelheden tankhoeveelheid nageleefd te worden. Het tanken onder de voorgeschreven minimum tankhoeveelheid is enkel toegelaten wanneer de tank op het moment van het tanken niet over voldoende vrij tankvolume beschikt. Tankvolume Minimum tankhoeveelheid <20 liter...
  • Pagina 203 Onderhoud ® AdBlue (DEF)-filter vervangen ® Afb. 6-19 AdBlue -filter Afdekking Deksel Filterelement Compensatie-element Afdekking (1) demonteren. Deksel (2) demonteren en op barsten controleren. Defect deksel vervangen. Filterelement (3) uit het compensatie-element (4) trekken en afvoeren. Nieuw compensatie-element (4) en filterelement (3) plaatsen. ±...
  • Pagina 204 Onderhoud 202 / 312 TL120 06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 205: Hydraulische Olietank

    Onderhoud 6.7.8 Hydraulische olietank WAARSCHUWING Risico door hete olie en machineonderdelen en onder druk staand hydraulisch systeem Er bestaat risico op verbranding. Risico op ernstige letsels door in de huid dringende hydraulische olie. Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet u de druk in het hydraulische systeem tot nul terugbrengen.
  • Pagina 206: Hydraulisch Oliepeil Controleren

    Onderhoud Hydraulisch oliepeil controleren Controleer het hydraulische oliepeil en vul eventueel de hydraulische olie bij. Hinweis De hydraulische cilinders van de werkuitrusting moeten zover mogelijk ingeschoven zijn. Afb. 6-20 Hydraulische olietank Aftapplug Beluchtingsfilter Aanzuig-terugloopfilter 204 / 312 TL120 06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 207: Hydraulische Olie Verversen

    Onderhoud Hydraulische olie verversen VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door milieu-onvriendelijke stoffen. Oude olie kan in het milieu terechtkomen en aanzienlijke milieuschade veroorzaken. De oude olie niet in de grond weg laten lopen. Werkzaamheden (olie aftappen, filterpatroon demonteren) boven een opvangbak voor afgewerkte olie uitvoeren. Afgewerkte olie opvangen en milieuvriendelijk verwerken.
  • Pagina 208: Hydraulische Olie-Aanzuig-Terugloopfilter

    Onderhoud 6.7.9 Hydraulische olie-aanzuig-terugloopfilter Hinweis Na een grotere reparatie moet de filterpatroon van de aanzuig- terugloopfilter (5) na de testgang vervangen worden. Defecte hydraulische aanbouwapparatuur kan de levensduur van de aanzuig-terugloopfilter verkorten. Filterinzet hydraulische olie-aanzuig-terugloopfilter vervangen WAARSCHUWING Gevaar door hete olie en machinedelen Er bestaat gevaar op verbranding.
  • Pagina 209 Onderhoud Afb. 6-21 Terugloopfilter Filterdop Dichting Inlaatnippel O-Ring Filterelement Hydraulische olie op bedrijfstemperatuur brengen. Alle hydraulische cilinders moeten ingeschoven zijn. Aandrijfmotor uitzetten. Filterelement (5) samen met inlaatnippel (3) door trekken en tegelijkertijd draaien verwijderen. Filterpatroon van de inlaatnippel trekken en volgens de voorschriften als afval verwerken.
  • Pagina 210: Beluchtingsfilter Vervangen

    Onderhoud 6.7.10 Beluchtingsfilter vervangen Afb. 6-22 Beluchtingsfilter vervangen Beluchtingsfilter O-Ring Zeef Maak de beluchtingsfilter (1) los en verwijder deze. Reinig de zeef (3), controleer ze op beschadigingen en vervang ze eventueel. Schroef er een nieuwe beluchtingsfilter (1) met O-ring (2) in en draai deze handvast.
  • Pagina 211: Assen

    Onderhoud 6.7.12 Assen Algemeen WAARSCHUWING Gevaar door hete olie en machinedelen Er bestaat gevaar op verbranding. Huidcontact met olie, vet en machine-onderdelen voorkomen. Druk aflaten. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Bij kwetsuren een arts raadplegen. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door te weinig olie Onmiddellijk na het bijvullen is de olie nog niet in het syteem verdeeld.
  • Pagina 212: Asoliepeil Controleren

    Onderhoud Differentieel van de vooras Afb. 6-23 Differentieel van de vooras Controleplug Aftapplug Vulplug Asoliepeil controleren Verwijder de controleplug (1), controleer het asoliepeil en vul indien nodig olie bij via de vulopening (3). Asolie verversen Plaats de machine rechtop. Open de controleplug (1) en de vulplug (3). Open de aftapplug op het differentieel (2) en tap de olie af.
  • Pagina 213: Oliepeil Controleren

    Onderhoud Differentieel van de achteras met aandrijving Afb. 6-24 Differentieel van de achteras Controleplug Aftapplugs op het differentieel Vulopening Aftapplugs op de aandrijving Oliepeil controleren Verwijder de controleplug (1), controleer het asoliepeil en vul indien nodig olie bij. Asolie verversen Plaats de machine rechtop.
  • Pagina 214: Wielnaaf

    Onderhoud 6.7.13 Wielnaaf WAARSCHUWING Gevaar door hete olie en machinedelen Er bestaat gevaar op verbranding. Huidcontact met olie, vet en machine-onderdelen voorkomen. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Bij kwetsuren een arts raadplegen. Afb. 6-25 Wielnaaf Controleplug Plug Hinweis De wielnaaf heeft een gedeelde controle- en vulschroef en aftapopening. Asoliepeil controleren Draai de wielnaaf in de controlestand.
  • Pagina 215: Wielen

    Onderhoud 6.7.14 Wielen Luchtdruk van de banden controleren Controleer de luchtdruk in de banden volgens de druktabel op regelmatige tijdstippen. Zie onderdeel 9.2.11 "Banden" Toestand van de banden controleren Controleer de banden op barsten, insnijdingen, vreemde voorwerpen. Goede bevestiging van de wielmoeren controleren Controleer de wielmoeren (M20 x 1,5) dagelijks tijdens de eerste 50 bedrijfsuren en vervolgens regelmatig op het voorgeschreven draaimoment.
  • Pagina 216: Remmen

    Onderhoud 6.7.15 Remmen WAARSCHUWING Gevaar door zware last Machine-onderdelen kunnen zich ongecontroleerd bewegen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Controleer vóór het starten van de motor of er niemand aanwezig is op de machine of in de gevarenzone. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door milieu-onvriendelijke stoffen.
  • Pagina 217: Remvloeistof Verversen En Rem Ontluchten

    Onderhoud Remvloeistof verversen en rem ontluchten GEVAAR GEFAHR Gevaar door onder druk ontsnappende olie Olie kan in de ogen of de huid dringen en ernstige letsels veroorzaken. Hete olie kan brandwonden veroorzaken. Huidcontact met olie, vet en hete machine-onderdelen voorkomen. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen.
  • Pagina 218: Elektrische Uitrusting

    Onderhoud 6.7.16 Elektrische uitrusting Afb. 6-28 Accu Klemhoek Accuscheidingsschakelaar Accu WAARSCHUWING Gevaar bij werken met accu's Accuzuur is bijtend. Er bestaat ontploffingsgevaar door een opstapeling van knalgas. Goed verluchten. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Niet roken en geen open vuur gebruiken. Laat geen gereedschap op de accu's liggen. Zeker niet op spanning controleren door 'tegen de aarding te tikken'.
  • Pagina 219: Accu Controleren

    Onderhoud Hinweis Voor de eerste inbedrijfname van de accu moeten de voorschriften van de fabrikant van de accu geraadpleegd worden. Wanneer de machine geleverd wordt, is ze uitgerust met een onderhoudsvrije accu. Accu controleren Controleer de accu via het kijkglas. Wanneer dit zwart is, dient de accu vervangen te worden.
  • Pagina 220: Verlichtings- En Waarschuwingssystemen Controleren

    Onderhoud Verlichting en waarschuwingsvoorzieningen WAARSCHUWING Gevaar door hete oppervlakken Er bestaat risico op verbranding. Schakel de motor uit. Huidcontact met hete machineonderdelen vermijden. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. VORSICHT VOORZICHTIG Kantelgevaar Valgevaar op onvoldoende beveiligde montageplaatsen op de machine. Gebruik bij het instappen en betreden van de machine enkel de daartoe voorziene opstappen en standplaatsen of de gepaste hulpmiddelen (bv.
  • Pagina 221 Onderhoud Waarschuwings Controleer de overlastwaarschuwingsvoorziening (optie) optisch en akoestisch. systemen Zie onderdeel 5.6.3 "TFT-display", sectie 'Overlast-alarmsysteem (optie) controleren'. Bedien de claxon en controleer zijn werking. Schakel de zwaailichten in en controleer de werking (optie). Controleer de markering op volledigheid en toestand. Rij achteruit.
  • Pagina 222: Stoffilter - Cabineventilatie

    Onderhoud 6.7.17 Stoffilter - cabineventilatie De luchtaanzuiging voor verwarming en frisse licht van de cabine is uitgerust met een stoffilter, naar keuze een kool-/pollenfilter. Afb. 6-29 Stoffilter - cabineventilatie Ventilatierooster Bevestigingsprofiel Stoffilter Demontage Verwijder het ventilatierooster (1). Verwijder het bevestigingsprofiel (2). Verwijder het filterelement (3).
  • Pagina 223: Ruitensproeierinstallatie

    Onderhoud 6.7.18 Ruitensproeierinstallatie Afb. 6-30 Ruitensproeierreservoir Voorraadreservoir Vul het reservoir van de ruitensproeier (1) indien nodig bij. Voeg bij temperaturen rond of onder het vriespunt een antivriesmiddel toe. 221 / 312 TL120 06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 224: Stillegging

    Onderhoud Stillegging 6.8.1 Conservering bij tijdelijke stillegging VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door lange stilstandstijden Machineschade door opslagschade (bijv. corrosieschade) bij stilstandtijden van meer dan drie maanden. Conserveringsmaatregelen treffen. Machine conserveren Zet de machine tijdens de opslagtijd in een droge en stofvrije ruimte. Reinig de buiten- en binnenkant van de machine, inclusief de aandrijfmotor, grondig.
  • Pagina 225: Tijdens De Stillegging

    Onderhoud Controleer het koelmiddel op antivriesgehalte en pas het indien nodig aan. Voer alle conserveringsmaatregelen uit volgens de handleiding van de motorfabrikant. Controleer de bandenluchtdruk op de voorgeschreven waarde en bescherm de banden tegen rechtstreeks zonlicht. Behandel blanke zuigerstangen met een in de handel verkrijgbaar anticorrosiemiddel.
  • Pagina 226: Verwijdering

    De machine mag alleen gedemonteerd en opgehaald worden door een erkend afvalbehandelingsbedrijf conform de geldende wetten, richtlijnen en normen. Daarom adviseert Yanmar dat u de machine terugbezorgd aan een Yanmar-dealer. Nationale veiligheidsbepalingen voor de demontage van machines in acht nemen.
  • Pagina 227: Bediening

    Bediening 7 Bediening Hinweis Raadpleeg zeker alle veiligheidsinstructies. Zie onderdeel 3.7 "Bediening". Vóór het bedrijf WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door verkeerde bediening. Machine kan zich onbedoeld bewegen. Risico op zwaar letsel met de dood tot gevolg. Voor de aanvang van de laadwerkzaamheden alle bedienings- en controle-organen goed inprenten.
  • Pagina 228 Bediening 226 / 312 TL120 07_Bedienung_nl.fm - 1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 229: Instellingen

    Bediening 7.1.1 Instellingen Bestuurdersstoel standaard Afb. 7-1 Bestuurdersstoel standaard Hendel/wiel voor gewichtsinstelling Greep voor lengteverstelling Greep voor zittingsverstelling Armleuning rechts Handwiel voor lendewervelsteun (optie) Greep voor hoekverstelling van de rugleuning Veiligheidsgordel Breng de stoel met de lengteverstelling (2) in de voor u gunstigste positie: verstelling naar voor: stoel naar voor schuiven.
  • Pagina 230 Bediening Bestuurdersstoel MSG95 (optie) 10 9 Afb. 7-2 Bestuurdersstoel MSG95 Optie: Hoofdsteun Optie: Stoelverwarming Optie: Handwiel voor lendewervelsteun Armleuning links Greep voor hoekverstelling van de rugleuning Optie: Handwiel voor armleuningshoek Horizontale vering Optie: Greep voor hoekinstelling van de stoel Optie: Greep voor zittingsverstelling Hoogte-instelling/Gewichtsinstelling Breng de stoel met de lengte-instelling (11/12/13) in de voor u gunstigste positie:...
  • Pagina 231 Bediening Bestuurdersstoel MSG85 (optie) Afb. 7-3 Bestuurdersstoel Optie: Hoofdsteun Optie: Stoelverwarming Optie: Handwiel voor lendewervelsteun Optie: Greep voor hoekverstelling van de rugleuning Optie: Greep voor hoekverstelling van de rugleuning Optie: Draai-inrichting Optie: Horizontale vering Lengte-instelling Optie: Gewichtsinstelling Optie: Greep voor hoekinstelling van de stoel Optie: Greep voor zittingsverstelling Optie: Handwiel voor armleuningshoek Armleuning links...
  • Pagina 232: Verstelling In De Hoogte

    Bediening Stuur Afb. 7-4 Stuur Vergrendelingshendel voor verstelling stuur Verstelling in de hoogte Druk de vergrendelingshendel (1) naar boven. Stel de gewenste hoogte van het stuur in. Laat de vergrendelingshendel los. Verstelling van de hoek Druk de vergrendelingshendel (1) naar beneden. Stel de gewenste hoek van het stuur in.
  • Pagina 233 Bediening Stuurschakelaar Afb. 7-5 Bediening licht Richtingaanwijzer / Lichtschakelaar / Claxon Met behulp van de stuurschakelaar (1) wordt de verlichting van de machine als volgt geregeld: Stand 0 = licht uit Stand 1 = standlicht (parkeerlicht) Stand 2 = rijlicht (dimlicht / grootlicht) Wanneer de stuurschakelaar opgeheven wordt, worden de grootlichten ingeschakeld.
  • Pagina 234: Verwarming, Ventilatie En Airconditioninginstallatie

    Bediening Verwarming, ventilatie en airconditioninginstallatie Hinweis De verwarming en de airconditioninginstallatie werken alleen wanneer de aandrijfmotor draait. Verwarming instellen Afb. 7-6 Bediening verwarming Aanzuigmondstuk circulatielucht Schuifregelaar verwarming Uitstroomopening De ventilator van de op het koelvloeistofcircuit aangesloten verwarming (optie: airconditioning) kan zowel verse lucht toevoeren als lucht circuleren. Schakel de ventilator op de gewenste stand via het bedieningspaneel.
  • Pagina 235: Verlichting

    Bediening Verlichting WAARSCHUWING WARNUNG Verblindingsgevaar Verkeerd ingestelde verlichting kan verkeersongevallen veroorzaken. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Let erop dat de schijnwerpers correct ingesteld zijn. Afb. 7-7 Verlichting instellen Rijverlichting Werkverlichting vooraan Werkverlichting achteraan - rechts (optie) Werkverlichting achteraan - links (optie) Stel de werkverlichting (2, 3, 4) zodanig in dat het werkgebied verlicht is.
  • Pagina 236: Deurvergrendeling

    Bediening Deurvergrendeling Afb. 7-8 Deurvergrendeling Vergrendeling buiten Vergrendelingshendel binnen Wanneer de deur geopend is, dient ze vergrendeld te worden. Hierdoor dient de deur tot de aanslag geopend te worden zodat de vergrendeling kan inschakelen. Vergrendel de deur en zorg ervoor dat ze hoorbaar vastklikt. Deurvergrendeling losmaken Druk op de hendel (2) om de deurvergrendeling los te maken.
  • Pagina 237: Levensgevaar

    Bediening Watervulling van de banden GEVAAR GEFAHR Levensgevaar Corrosiegevaar voor het gebruik van magnesiumchloride. Magnesiumchloride is bijtend. Er bestaat ontploffingsgevaar door een opstapeling van knalgas. Goed verluchten. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Niet roken en geen open vuur gebruiken. Magnesiumchloride altijd aan het water toevoegen en niet omgekeerd.
  • Pagina 238: Motor Starten En Afzetten

    Draai de contactsleutel naar rechts in stand "1". Het controlelampje 'Laadcontrole' gaat branden. De software wordt geladen. Zodra het Yanmar-symbool op het TFT-display verschijnt, draait u de contactsleutel in positie 2. Zodra de motor draait, draait de contactsleutel automatisch terug in positie 1.
  • Pagina 239 Bediening Controle tijdens het werk De machine is met een waarschuwingszoemer uitgerust, die bij het optreden van één van de volgende storingen/gebeurtenissen een waarschuwingssignaal geeft: • Overlast-alarmsysteem (optioneel) • Motoroliedruk • Koelvloeistofpeil • Brandstofgebrek • Koelvloeistoftemperatuur • Motordiagnose • Regeneratie deeltjesfilter •...
  • Pagina 240: Handelingen Bij Het Oplichten Van Het Controlelampje Overlastwaarschuwingssysteem

    Bediening VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door te weinig bedrijfsstoffen Het werken van de machine met te weinig/zonder werkingsstoffen kan tot ernstige beschadiging van de machine leiden! Indicaties in de gaten houden. Bedrijfsstoffen bijvullen. Controleer bij weerklinken van de waarschuwingszoemer welk controlelampje oplicht en ga als volgt te werk: Handelingen bij het oplichten van het controlelampje overlastwaarschuwingssysteem...
  • Pagina 241 Bediening Handelingen bij het oplichten van het controlelampje vervuiling van de luchtfilter Voer een onderhoud uit en spoor eventueel de oorzaak van de vervuiling op. ® Handelingen bij het oplichten van het AdBlue -waarschuwingslampje (DEF) Zie hoofdstuk Combi-instrument (zie pagina 120). 239 / 312 TL120 07_Bedienung_nl.fm - 1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 242: Motor Uitzetten

    Bediening Motor uitzetten VORSICHT VOORZICHTIG Oververhittingsgevaar Motor koelt in de stand stationair gelijkmatig af. Het afzetten van de motor tijdens het afkoelen kan tot ernstige motorschade leiden! Motor voor het afzetten korte tijd in de onderste stationaire stand laten lopen zonder belasting. Draai de contactsleutel in stand '0'.
  • Pagina 243: Rijden

    Bediening Rijden WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last Machine kan zich onbedoeld bewegen. Risico op zwaar letsel met de dood tot gevolg. Controleer vóór het starten van de motor of er niemand aanwezig is op de machine of in de gevarenzone. WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door ongecontroleerde machinebeweging...
  • Pagina 244: Rijden

    Bediening 7.3.1 Rijden VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar dor snellere wisseling van de rijrichting dan verwacht De machine wisselt de rijrichting sneller dan verwacht wanneer de tuimelschakelaar voor voorkeuze van de rijrichting tijdens het rijden wordt bediend. Schakelaar voor voorkeuze van de rijrichting alleen bedienen bij snelheden van de machine onder 20 km/u.
  • Pagina 245 Bediening Stuurkolomschakelaars (licht-, knipper-, claxon- en dimschakelaar) Inch-reminrichting Uitstroomopening Rijpedaal Verstelling van het stuurwiel (hoogte, schuinstand) Joystick Roller 1e hulpstuurkring Rijrichtingsschakelaar Rijsnelheid (snel - haas, langzaam - schildpad) Roller 2e hulpstuurkring (optioneel) Drijfstand Parkeerrem Aanzuigmondstuk circulatielucht Radio (optie) Ruitensproeierreservoir Contactdoos Schuifregelaar verwarming Opbergcompartiment voor bedieningsstang voor mech.
  • Pagina 246 Bediening Hinweis Bij snelheden >20 km/u is het omschakelen van de rijrichting niet mogelijk. Zet de rijrichtingsschakelaar weer terug in de oorspronkelijke stand of neutraal tot u een snelheid bereikt van <20 km/u. Stoppen Verlaag de snelheid door het rijpedaal (4) los te laten. De hydrostatische rijaandrijving werkt daarbij als slijtagevrije hulprem.
  • Pagina 247: Stuurinrichting

    Bediening 7.3.2 Stuurinrichting WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door niet-verholpen functiestoring Gevaar op zware letsels met de dood tot gevolg. Bij functiestoringen aan de besturing onmiddellijk de oorzaak zoeken (Zie onderdeel "Geen stuurbeweging") en evt. servicepersoneel erbij halen. Hinweis Bij een uitgeschakelde dieselmotor is er geen stuurbekrachtiging. De stuurkrachten zijn zeer groot! De machine is uitgerust met een volledig hydraulische, proportioneel werkende knikbesturing.
  • Pagina 248: Remmen

    Bediening 7.3.3 Remmen Hinweis De motor kan alleen worden gestart wanneer • ofwel de parkeerrem • of de inch-reminrichring • en de rijrichtingsschakelaar op 'neutraal' staat Afb. 7-10 Bediening - Remmen Inch-reminrichting Parkeerrem Bedrijfsrem / Rem-inchinrichting De machine is uitgerust met een rem-inchinrichting, die de afhankelijkheid van de rijsnelheid ten opzichte van het motortoerental aanpast.
  • Pagina 249 Bediening Handrem GEVAAR GEFAHR Gevaar door volremming Een rijdende machine vertraagt bij het bedienen van de parkeerrem tot stilstand. Gevaar op ernstige verwondingen. Parkeerrem alleen bedienen wanneer de machine stilstaat. De parkeerrem (2) moet bij het parkeren van de machine ingeschakeld worden.
  • Pagina 250: Rijden Op Wegen

    Bediening 7.3.4 Rijden op wegen WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last Machine kan zich onbedoeld bewegen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Bij afdalingen voorzichtig aan gematigde snelheid rijden. Pas uw snelheid aan de omgeving aan. Duw het rijpedaal niet volledig in. Breng de machine tot stilstand alvorens om te schakelen tussen standen.
  • Pagina 251 Bediening Verlichting visueel inspecteren. • Remlicht • Richtingaanwijzer • Noodknipperlichtinstallatie • Parkeerlicht • Nummerplaatverlichting Hefframe optillen tot aan de gekleurde hoogtemarkering, zodat er voldoende bodemvrijheid is. Werkhydraulica op het bedieningspaneel uitschakelen. Werkuitrusting vastzetten. Stand II op het bedieningspaneel selecteren (optie). Werking van richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichtinstallatie, claxon, dimlicht en grootlicht controleren.
  • Pagina 252: Machine Wegzetten (Parkeren)

    Bediening Machine wegzetten (parkeren) Parkeer de machine indien mogelijk op een vlakke, vaste ondergrond. Zet de tuimelschakelaar voor de keuze van de rijrichting op de joystick in de neutrale positie. Zet de werkinrichting neer op de grond. Trek de handrem aan. Schakel de werkhydraulica uit.
  • Pagina 253: Werken Met De Machine

    Bediening Werken met de machine 7.5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last Machine kan zich onbedoeld bewegen. Risico op zwaar letsel met de dood tot gevolg. Controleer vóór het starten van de motor of er niemand aanwezig is op de machine of in de gevarenzone. Om in te werken met een laag motortoerental beginnen.
  • Pagina 254 Bediening Hendelbediening WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last De machine kan met een bijzondere bediening uitgerust zijn. Machine kan zich onbedoeld bewegen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Controleer of speciale besturing ingebouwd is. Maak u met de bediening vertrouwd. Afb.
  • Pagina 255 Bediening Prent vóór het begin van de laadwerkzaamheden de hendelbediening goed in uw geheugen. Begin met laag motortoerental om vertrouwd te raken. Schakel de werkhydraulica in. 253 / 312 TL120 07_Bedienung_nl.fm - 1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 256: Werking Van De Werkuitrusting

    Bediening 7.5.2 Werking van de werkuitrusting WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last De machine kan met een bijzondere bediening uitgerust zijn. Machine kan zich onbedoeld bewegen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Controleer of speciale besturing ingebouwd is. Maak u met de bediening vertrouwd.
  • Pagina 257: Bediening

    Bediening Roller 2e hulpstuurkring (optioneel) Drijfstand Parkeerrem Aanzuigmondstuk circulatielucht Radio (optie) Ruitensproeierreservoir Contactdoos Schuifregelaar verwarming Opbergcompartiment voor bedieningsstang voor mech. Snelwisselaar Kast met zekeringen en relais 255 / 312 TL120 07_Bedienung_nl.fm - 1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 258 Bediening Bediening hulpstuurkring Mogelijke extra gereedschappen zijn: • UNI-laadschop • Grondbreker vooraan • Kraangiek • Hamer • Veegmachine • Splijtmes Hinweis De in de rechterjoystick geïntegreerde roller maakt een traploze variabele besturing mogelijk van het extra hydraulische circuit voor aanbouwapparaten. Via deze roller kan de gewenste hoeveelheid hydraulische olie van het proportioneel gestuurde hulpcircuit worden ingesteld en aan het desbetreffende aanbouwwerktuig, bv.
  • Pagina 259 Bediening Vast toerental- Stel met de schakelaar 'Vast toerental' een vast toerental voor de dieselmotor in. bedrijf (optie) Machine voor de werkzaamheden met handgas in de parkeerpositie zetten. (zie par. 7.5 Machine wegzetten (parkeren). Hinweis De rijaandrijving is bij deze bedrijfsmodus gedesactiveerd. Bij onbedoeld wegrollen komt de motor onmiddellijk tot stilstand.
  • Pagina 260 Bediening Bediening drijfstand voor hefframe Schakel op het bedieningspaneel de functie 'Drijfstand' in. Duw de joystick helemaal naar voren, tot deze in de voorste stand blijft. Bakstandgeheugen Instelling bakstandge- heugen Afb. 7-14 Instelling bakstandgeheugen Hefframe Controlelampje/naderingsschakelaar Schroeven Houder Scharnierbandbeugel Schroeven Kantelcilinder Controlelampje/naderingsschakelaar 258 / 312...
  • Pagina 261 Bediening Kantelcilinder Schakel op de bedieningsconsole de functie 'Bakstandgeheugen' in. Breng het laadsysteem in de gewenste positie (laadschop in het horizontale vlak instellen met de gewenste insteekdiepte). Ontspan de schroef (6). Verschuif de scharnierbandbeugel (5) tot het controlelampje van de naderingsschakelaar (8) dooft (schakelpunt).
  • Pagina 262 Bediening Instelling hefhoogtebe- grenzing Afb. 7-15 Instelling hefhoogtebegrenzing Controlelampje/naderingsschakelaar Schroeven Houder Hefframe Schakel op de bedieningsconsole de functie 'Bakstandgeheugen' in. Breng het laadsysteem in de gewenste positie (hefcilinder uitschuiven tot de gewenste hoogte van het laadsysteem is bereikt). Ontspan de schroef (2). Verschuif de houder (3) tot het controlelampje van de naderingsschakelaar (1) van de naderingsschakelaar dooft (schakelpunt).
  • Pagina 263: Werken Met Gebruik Van Hijs/ Hefinrichtingen

    Bediening Machine als hijswerktuig VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door overbelasting. Gevaar op machineschade. Machines mogen alleen als hijswerktuig gebruikt worden, als ze daarvoor uitgerust en goedgekeurd zijn. De toegelaten belasting van de machine mag niet over- schreden worden. Maximum toelaatbare last van de kraanhaak in acht nemen. Bij gebruik als hijswerktuig moeten de veiligheidsaanwijzingen opgevolgd worden.
  • Pagina 264 Bediening Overlast- WAARSCHUWING WARNUNG alarmsysteem (optie) Kantelgevaar Bij overlast wordt u gewaarschuwd door een optisch en een akoestisch signaal. Hierbij wordt het kantelgevaar niet afgewend. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Machine niet overbelasten. Voorzichtig bedienen. De toegelaten belasting van de machine mag niet overschreden worden. Schakel tijdens het werk de indicatie van het overlastwaarschuwingssysteem in (Zie onderdeel 5 "Beschrijving").
  • Pagina 265: Bediening Lastslingeringsdemping (Optie)

    Bediening Bediening omschakeling omkeerventilator (optie) In de middelste stand schakelt de omkeerventilator automatisch om volgens het ingestelde interval. Druk op het instrumentenpaneel de schakelaar naar voor om de omkeerventilator handmatig in gang te zetten. Door de omschakeling worden de bladeren e.d. aan de luchtinlaat weggeblazen.
  • Pagina 266: Arbeidswerktuigen Wisselen

    Bediening 7.5.3 Arbeidswerktuigen wisselen Voor een optimaal gebruik van de machine bij verschillende werkzaamheden is een groot aantal werkuitrustingen beschikbaar. De machine is uitgerust met een snelwisselsysteem, waardoor de tijd die nodig is voor het wisselen verkort wordt. Voor de aansluiting van een hydraulische hamer dient er een hulpstuurkring aanwezig te zijn.
  • Pagina 267 Bediening Montage van de werkuitrusting WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last Machine-onderdelen kunnen zich ongecontroleerd bewegen. Werktuigen kunnen naar beneden vallen. Gevaar op ernstige verwondingen. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Werktuigen steeds eerst tegen kantelen beveiligen. Niet in de gevarenzone stappen. Na het demonteren moet de werkuitrusting tegen kantelen worden beveiligd.
  • Pagina 268 Bediening Wisselen met mechanisch snelwissel- systeem Afb. 7-16 Snelwisselinrichting Borgpennen Bedieningsstang Beveilig de werkgereedschappen eerst tegen kantelen om ze te wisselen. Breng de borgpennen (1) naar omhoog en open de snelwisselaar met de bedieningsstang (2) tot de vergrendelingspennen volledig ingeschoven zijn. Controleer de correcte vergrendeling van het snelwisselsysteem en vet indien nodig de pennen in.
  • Pagina 269: Werktuig Opheffen

    Bediening Wisselen met hydraulische Hinweis snelwisselin- Voor de bediening is een tweehandenbediening (veiligheidsschakeling) richting noodzakelijk. Werktuig opheffen Opening van de snelwisselaar: Schakel de werkhydraulica in via het bedieningspaneel. Ontgrendel de blokkering van de tuimelschakelaar en hou de schakelaar ingedrukt. Zodra de functie geactiveerd wordt, weerklinkt het waarschuwingssignaal. Bedien tegelijkertijd de roller op de joystick naar de functie 'Snelwisselaar openen' tot de snelwisselaar ontgrendelt en het werktuig losgekoppeld wordt.
  • Pagina 270 Bediening Bevestiging van de lasthaken op WAARSCHUWING de vorktanden WARNUNG Gevaar door zware last Machine-onderdelen kunnen zich ongecontroleerd bewegen. Werktuigen kunnen naar beneden vallen. Gevaar op ernstige verwondingen. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Werktuigen steeds eerst tegen kantelen beveiligen. De toegelaten belasting niet overschrijden. Afb.
  • Pagina 271 Bediening Controleer de lasthaak op een correcte vergrendeling alvorens hem te gebruiken. Coëfficiënt van de statische controle voor de lasthaak is gelijk aan 1,5. Max. toelaatbare lasten bij gebruik van de lasthaak Zie paragraaf 9.2.13 'Hefcapaciteiten' De lasthaak mag alleen worden gebruikt als hijswerktuig. 269 / 312 TL120 07_Bedienung_nl.fm - 1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 272: Aanwijzingen Voor De Werking

    Bediening 7.5.4 Aanwijzingen voor de werking Laden Laat om te laden de laadschop neer en zet de snijrand parallel aan de grond. Verlaag indien nodig de rijsnelheid. Beweeg de laadschop in het te laden materiaal. Til het hefframe iets op wanneer de laadschop wordt gevuld en kantel de laadschop in.
  • Pagina 273: Aanwijzingen Voor Werken In De Winter

    Bediening 7.5.5 Aanwijzingen voor werken in de winter De volgende punten en de aanwijzingen in de gebruikshandleiding van de motorfabrikant moeten bij het gebruik in de winter opgevolgd worden. Hydraulische Laat na langere stilstand bij temperaturen rond en onder het vriespunt de olie machine met een gemiddeld toerental warmdraaien (ca.
  • Pagina 274 Bediening 272 / 312 TL120 07_Bedienung_nl.fm - 1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 275: Transport

    Transport 8 Transport Hinweis Het gewicht van de machine bedraagt ongeveer 7000 kg (bedrijfsgewicht) Raadpleeg zeker alle veiligheidsinstructies. Zie onderdeel 3.23 "Berging, verladen en transport" Bergen van de machine Hinweis Wij raden aan de machine met een kraan te bergen. WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last...
  • Pagina 276: Voorbereidingswerkzaamheden Voor Het Bergen

    Transport 8.1.1 Voorbereidingswerkzaamheden voor het bergen WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zwevende lasten Machine-onderdelen kunnen zich ongecontroleerd bewegen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Beveilig de machine met keggen tegen wegrollen. Ontspan het hydraulische systeem. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door vuiligheid Het hydraulische systeem is zeer gevoelig en kan door vuil beschadigd worden.
  • Pagina 277 Transport Oliecircuit 'Rijden' openen Afb. 8-1 Hydraulische pomp Verstelklep Schroef Bij het wegslepen moet de oliecirculatie 'Rijden' altijd geopend worden, opdat de hydrostatische aandrijving niet meer als hulprem zou werken. Zet de aandrijfmotor af. Draai de verstelklep (1) met een inbussleutel (SW8) naar links los tot de aanslag (2).
  • Pagina 278: Verladen Van De Machine Met Een Kraan

    Transport Verladen van de machine met een kraan WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last Machine kan naar beneden vallen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Rekening houden met het totale gewicht van de machine. Hijsmiddelen en een kraan met voldoende draagvermogen gebruiken.
  • Pagina 279: De Machine Optillen

    Transport De machine optillen Sla de machine met een 4-puntshijsmiddel vakkundig aan de gemarkeerde punten (Afb. 8-2) aan. Hinweis Bij het 4-puntshijsmiddel letten op de juiste lengte, omdat de machine anders beschadigd kan raken. 277 / 312 TL120 08_Transport_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 280: Machine Op Een Vrachtwagen Verladen

    Transport Machine op een vrachtwagen verladen WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last Machine-onderdelen kunnen zich ongecontroleerd bewegen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Beveilig de machine met keggen tegen wegrollen. Afb. 8-3 Verladen op vrachtwagen Zet een oprijplaat met een hoek van maximum 15° tegen het voertuig. Beveilig het te beladen voertuig met keggen tegen wegrollen.
  • Pagina 281: Transport Van De Machine

    Transport Transport van de machine WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door overmatige breedte / overmatige hoogte Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Let op alle transportafmetingen. Hou rekening met de doorgangshoogten van tunnels, bruggen. Afb. 8-4 Vastsjorren voor transport Knikvergrendeling Voor het transport op dieplader, per spoor...
  • Pagina 282 Transport 280 / 312 TL120 08_Transport_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 283: Technische Specificaties

    Technische specificaties 9 Technische specificaties Afbeeldingen 9.1.1 Aanzichten Maattekening met standaard laadschop Afb. 9-1 Maattekening met standaard laadschop 281 / 312 TL120 09_Technische Daten_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 284: Maattekening Met Uni-Laadschop

    Technische specificaties Maattekening met UNI-laadschop Afb. 9-2 Maattekening met UNI-laadschop 282 / 312 TL120 09_Technische Daten_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 285: Maattekening Met Vorkenbord

    Technische specificaties Maattekening met vorkenbord Afb. 9-3 Maattekening met vorkenbord 283 / 312 TL120 09_Technische Daten_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 286: Technische Specificaties

    Technische specificaties Technische specificaties 9.2.1 Werkdata Afmetingen en gewichten Eenheid Bedrijfsgewicht (ISO 6016) 7000 Totale lengte met standaard laadschop op de grond 5480 Totale breedte 2100 Totale hoogte boven cabine 2780 Afstand tot de grond onder cardanas ca.mm Wielbasis 2290 4680 Draaicirkel boven buitenkant standaard laadschop Tab.
  • Pagina 287: Equivalente Slingerwaarden

    Technische specificaties 9.2.2 Equivalente slingerwaarden Equivalente slingerwaarden van de totale lichaamslingeremissie volgens ISO/TR 25398 Gemiddelde waarde Standaardafwijking Typische gebruiksomstan- 1,4*S 1,4*S 1,4*α 1,4*α w,eqz w,eqx w,eqy digheden Load & carry 0,84 0,81 0,52 0,23 0,20 0,14 Toepassing in de 1,27 0,97 0,81 0,47...
  • Pagina 288: Elektrisch Systeem

    Technische specificaties 9.2.4 Elektrisch systeem Elektrisch systeem Bedrijfsspanning 12 V Accu 12 V 100 Ah 900 A Accu (optie) 12 V 135 Ah 1000 A Dynamo 14 V 95 A Startmotor 3,2 kW Starthulp 1 gloeistift per cilinder Verlichtingsinstallatie volgens StVZO en Euro-norm Tab.
  • Pagina 289: Stuurinrichting

    Technische specificaties 9.2.7 Stuurinrichting Knikbesturing, 2 stuurcilinders met eindpositiedemping aan beide kanten, volledig hydraulisch via Load-Sensing-prioriteitsklep, snel en gemakkelijk sturen ook bij stationair motortoerental Totale stuurhoek: 80° 9.2.8 Toegelaten belastingen volgens wegenverkeersreglement Toegelaten totaalgewicht zie typeplaatje Toegelaten aslast voor resp. algemene goedkeuring Toegelaten aslast achter 9.2.9...
  • Pagina 290: Banden

    Technische specificaties 9.2.11 Banden Bandenmaat Type Bandenspanning Bandenspanning vooraan vooraan 405/70 420/75 400/70 380/75 455/70 425/75 Speciale banden op aanvraag 288 / 312 TL120 09_Technische Daten_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 291: Front-Laadinrichting

    Technische specificaties 9.2.12 Front-laadinrichting Specificaties gebaseerd op standaard laadschop en banden 405/70 R20 Breedte van de laadschop 2100 Inhoud volgens ISO 7546 (max. dichtheid = 1,8 t/m ca. m Nuttige last in de laadschop 2160 Storthoogte bij 45° storthoek 2750 ca.
  • Pagina 292 Technische specificaties Vorkenbord Nominale last (totale hef- en stuurbereik) 2900 kg Nominale last, hele hefbereik, met achterasgewichten 3100 kg Nominale last (transportstand), ca. 300 mm boven de 3500 kg grond, totale stuurbereik Vorkdragerbreedte 1240 mm Lengte vorken (140x50 mm) 1120 mm Standaard veiligheidsfactor 1,25 Berekening nominale last op vlak terrein = 80% van de kiplast geknikt...
  • Pagina 293: Hefcapaciteiten

    Technische specificaties 9.2.14 Hefcapaciteiten Hinweis Het gewicht van de werkgereedschappen moet van de aangegeven nuttige belasting worden afgetrokken. (Gewicht zie typeplaatje) Het laadvermogen wordt vastgesteld volgens ISO 14397-1 en EN ISO 474-3 met een veiligheidsfactor van 1,25 resp. 80 % van de kiplast op vlak terrein. Het laadvermogen in heftuigbedrijf is bij lasthaken met vorktanden, bij 500 mm lastafstand van de vorkrug, volgens ISO 14397-1 met stabiliteitsfactor 2,0 of 50 % van de kiplast vastgesteld.
  • Pagina 294 Technische specificaties Bij gebruik van opschroefbare achterasgewichten resp. achterbanden met watervulling Hinweis Verhoog bij het gebruik van het vorkenbord de spanning in de voorbanden met minstens 0,5 bar. Kraangiek (1) Specificaties gebaseerd op kraangiek met vaste arm en banden 40570 R20 Laadvermogen 1500 rechtdoor...
  • Pagina 295 Technische specificaties Kraangiek (2) Specificaties gebaseerd op kraangiek met vaste arm en banden 40570 R20 Laadvermogen rechtdoor 1000 Laadvermogen rechtdoor met achterasgewichten 1000 1100 6200 1400 2590 1830 4500 293 / 312 TL120 09_Technische Daten_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 296: Cabine

    Technische specificaties 9.2.15 Cabine Elastisch gelagerde, stalen cabine met rondom zicht, ROPS (EN ISO 3471 ROPS) en FOPS** (EN ISO 3449 TOPS) gekeurd. De cabine is uitgerust met: • twee deuren • elektrische ruitenwissers met intervalstand • wasinrichting vooraan en achteraan •...
  • Pagina 297: Extra Uitrusting

    Gevaar door niet goedgekeurde wijzigingen Gevaar door beschadiging aan de machine door niet vrijgegeven veranderingen van de constructie, extra uitrustingen en arbeidswerktuigen van Yanmar producten. Veranderingen moeten schriftelijk door de fabrikant goedgekeurd worden. Als dat niet gebeurt, komt onze garantie en ook de productaansprakelijkheid voor evt.
  • Pagina 298 Technische specificaties Overige uitrustingen • Snellopervariant (met toelatingspakket) 36 km/u • Vulling met hydraulische bio-olie / esterbasis BIO-E-HYD-HEES • Elektrische brandstofvulpomp • Voorgestuurde buisbreukbeveiliging voor hef- en kantelcilinder • Waarschuwingssysteem achteruit • Centrale smeerinstallatie • Handgas, rijaandrijving uitgeschakeld • Diefstalbeveiliging, startblokkering •...
  • Pagina 299: Fouten Opsporen En Verhelpen

    Fouten opsporen en verhelpen 10 Fouten opsporen en verhelpen WARNUNG WAARSCHUWING Gevaar door hitte, onder druk staande onderdelen en media Hydraulische installatie, koelsysteem, machine-onderdelen, enz. kunnen heet zijn en onder druk staan. Gevaar op ernstige letsels en brandwonden. Laat de machine afkoelen. Druk aflaten.
  • Pagina 300: Wie Mag Storingen Verhelpen

    Fouten opsporen en verhelpen 10.1 Wie mag storingen verhelpen? • Binnen de garantieperiode moet het verhelpen van de storing door uw bevoegde servicebedrijf resp. door de vakkundige werkplaats gebeuren. • Kan de opgetreden storing alleen door een reparatie verholpen worden, dan moet u het bevoegde servicebedrijf inschakelen.
  • Pagina 301: Verhelpen Van Storingen

    Motor start niet Oorzaak • Motor koud • Software niet geladen • Rem niet bediend Oplossing Alvorens de contactsleutel in pos. 2 te draaien, wacht u tot het Yanmar-sym- bool verschijnt op het TFT-display Storing Machine rijdt niet Oorzaak • Handremschakelaar defect •...
  • Pagina 302 Fouten opsporen en verhelpen Storing Geen stuurbeweging Oorzaak • Olietoevoer naar de pomp onderbroken • Hydraulische pomp defect • Prioriteitsklep defect • Stuurhuis defect • Stuurcilinder defect Oplossing Zuigleiding controleren en repareren Hydraulische pomp controleren, repareren of vervangen Prioriteitsklep: Schade verhelpen (contact opnemen met service) Stuurhuis: Schade verhelpen (contact opnemen met service) Stuurcilinder repareren Storing...
  • Pagina 303 Fouten opsporen en verhelpen Storing Trage versnelling en vertraging, te weinig trekkracht Oorzaak • Motorvermogen onvoldoende • Geen tankvoordruk • Aanzuig-terugloopfilter verstopt • Vulpomp zuigt lucht • Vul- resp. voedingsdruk te laag • Hoge druk te laag • Verstelbare pomp zwenkt niet helemaal uit •...
  • Pagina 304 Fouten opsporen en verhelpen Storing Hydrostatische rijaandrijving werkt, maar in geen enkele richting Oorzaak • Te weinig hydraulische olie in de tank • Mechanische verbinding naar de dieselmotor beschadigd • Vulpomp defect, geen vuldruk • Rijrichtingschakelaar defect • Rijrichtingklep defect •...
  • Pagina 305 Fouten opsporen en verhelpen Storing Handrem werkt niet Oorzaak • Bowdenkabel beschadigd • Remvoeringen versleten Oplossing Bowdenkabel controleren en indien nodig vervangen Remvoeringen vervangen Storing Storingen in het elektrische systeem Oorzaak • Buiten- en/of binnenverlichting werkt niet • Ruitenwissers werken niet •...
  • Pagina 306: Storingen Van De Startblokkering (Optie Kat)

    Fouten opsporen en verhelpen 10.3.1 Storingen van de startblokkering (optie KAT) Storing Startblokkering werkt niet Oorzaak • Contact niet aangesloten op de stroomtoevoer • Antennekabel niet aangesloten of defect • Sleutel beschikt niet over ingeleerde transponder Oplossing Spanningsvoorziening op stekkercontacten controleren Antennestekkerverbinding controleren Antennekabel controleren Sleutel met ingeleerde transponder gebruiken...
  • Pagina 307 Fouten opsporen en verhelpen Storing Wissen van ingeleerde sleutel niet mogelijk Oorzaak • Geen of verkeerde mastersleutel gebruikt (rode greep) • Tijd van mastersleutel in het contactslot te kort • Antenne defect Oplossing Correcte mastersleutel gebruiken Mastersleutel voldoende tijd geven Controleren of de antenne werkt 305 / 312 TL120...
  • Pagina 308 Fouten opsporen en verhelpen 306 / 312 TL120 10_Fehlerbeseitigung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
  • Pagina 309: Trefwoordenregister

    Trefwoordenregister 11 Trefwoordenregister Aandrijving op de vooras ........211 Aanwijzingen .
  • Pagina 310 Trefwoordenregister Dagelijkse en wekelijkse werkzaamheden ......167 Demontage van de accu ........217 Differentieel van de achteras .
  • Pagina 311 Trefwoordenregister Laadsysteem ..........299 Luchtaanzuiging .
  • Pagina 312 Trefwoordenregister Ruimtes ........... . . 38 Ruitensproeier .
  • Pagina 313 Trefwoordenregister Werkcilinders ..........303 Werken met de hydraulische hamer .
  • Pagina 314 Trefwoordenregister 312 / 312 TL120 12_Stichwortverzeichnis_nlSIX.fm - V1.0 - 30.5.17...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tl12040100

Inhoudsopgave