Pagina 1
tl120 Wiellader GEBRUIKSHANDLEIDING Taalversie NL Uitgave: 2017-01 Onderdeelnummer 5780212970 Vanaf voertuig-id.-nr. TL12040100> Origineel - Gebruikshandleiding...
Pagina 2
Wash hands after handling. CALIFORNIA Proposition 65 WARNING WARNING: This product contains chemicals known to the State California to cause cancer and to cause birth defects or other reproductive harm. Yanmar Compact Germany GmbH Kraftwerkstraße 4 · 74564 Crailsheim, Deutschland www.schaeff-yanmar.com...
Pagina 4
Inhoudsopgave 3.15 Werkzaamheden in de buurt van ondergrondse leidingen....37 3.16 Werkzaamheden in de buurt van elektrische bovenleidingen ....38 3.17 Inzet in gesloten ruimtes .
Pagina 5
Inhoudsopgave 5.6.3 TFT-display ............76 5.6.4 Startblokkering (optioneel).
Pagina 6
Inhoudsopgave Bediening..............225 Vóór het bedrijf .
Pagina 7
Inhoudsopgave 9.2.13 Werkgereedschap ........... 289 9.2.14 Hefcapaciteiten .
Einleitung 2 Inleiding Bij deze gebruikshandleiding Rendabel De handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor een veilig, vakkundig en inzetten rendabel gebruik van de machine. De opvolging van de instructies in deze handleiding helpt risico's te vermijden, reparatiekosten en uitval te beperken en de betrouwbaarheid en levensduur van de machine te verhogen.
Pagina 10
Zie onderdeel "Voorschriften ter bescherming van het milieu". • via een opleiding met betrekking tot de machine en de werking door Yanmar of door een door Yanmar goedgekeurde persoon voor het uitvoeren van de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden onderwezen zijn.
Pagina 11
• de service-inlichtingen van de fabrikant gelezen en begrepen hebben en deze in de praktijk kunnen aanwenden. • via een opleiding met betrekking tot de machine en de werking door Yanmar of door een door Yanmar goedgekeurde persoon voor het uitvoeren van de noodzakelijke servicewerkzaamheden onderwezen zijn.
Einleitung Kraanchauffeurs moeten • alle kwalificaties van de aanpikker hebben. • de noodzakelijke kennis en de passende nationale toestemming hebben voor het verplaatsen van zware goederen met een kraan. Afvalverwerkers moeten • tot een volgens de nationale richtlijnen erkend afvalverwerkingsbedrijf behoren. •...
Einleitung Instructies voor het gebruik van de bedieningshandleiding Veiligheids- symbool Het veiligheidssymbool wordt gebruikt om u voor een mogelijk persoonlijk letsel te waarschuwen. Neem alle aanwijzingen in acht die voorafgegaan worden door dit veiligheidssymbool om een mogelijk ernstig of dodelijk letsel te voorkomen. Opbouw van veiligheidsaan- wijzingen...
Einleitung Bedoeld gebruik De Yanmar-machine met normale laaduitrusting is uitsluitend voor de volgende werkzaamheden bestemd: • Lossen, opnemen, verplaatsen, uitstorten en monteren van grond, gesteente of andere materialen. • Verladen van deze materialen op vrachtwagens, transportbanden of andere transportmiddelen. Het transport van het geladen materiaal gebeurt overwegend door met de machine te rijden.
Einleitung Niet-doelmatig gebruik De inzet van de Yanmar-machine voor de volgende werkzaamheden geldt als niet-doelmatig: • Verladen, bewegen en verplaatsen van andere goederen dan de bedoelde goederen • Transport van personen • Optillen van personen • Goederentransport over de openbare weg (goederentransport alleen met vergunning als trekker) •...
Vervangbare uitrustingen van de firma Yanmar of van andere fabrikanten mogen alleen worden gemonteerd en gebruikt indien de montage ervan op de betrokken machine door de firma Yanmar is voorzien. In alle andere gevallen is een aparte schriftelijke goedkeuring van de firma Yanmar verplicht.
Pagina 17
Einleitung Vóór de ingebruikname van de machine moeten de gebruikshandleiding aandachtig gelezen en de volgende aanwijzingen voor veilige gebruik nauwgezet worden opgevolgd. Bij het bedrijf van de machine moeten ook de nationale veiligheidsvoorschriften, bv. in de Bondsrepubliek Duitsland de voorschriften ter preventie van ongevallen "Grondverzetmachines"...
Veiligheid 3 Veiligheid Algemene veiligheidsaanwijzingen 3.1.1 Veiligheidssymbool Het veiligheidssymbool wordt gebruikt om u tegen mogelijk persoonlijk letsel te waarschuwen. Neem alle aanwijzingen in acht die voorafgegaan worden door dit veiligheidssymbool om een mogelijk ernstig of dodelijk letsel te voorkomen. 3.1.2 Risicoclassificatie Gevaar Duidt op een direct gevaarlijke situatie, die –...
Veiligheid Voorzichtig - Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie die – wanneer de veiligheidsvoorschriften zonder niet in acht genomen worden – materiële schade ten gevolge kan hebben. veiligheidssym VOORZICHTIG bool Beschrijving van symbolen en gevaaraanduidingen 3.2.1 Gevaarsymbolen De in deze handleiding en op de machine gebruikte symbolen geven de volgende gevaren aan: Waarschuwing voor een gevaarlijk punt Wanneer de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen niet getroffen worden,...
Veiligheid Waarschuwing voor zwevende last Als de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen niet worden getroffen, kunnen zwevende of vallende lasten de dood, persoonlijke letsels of aanzienlijke beschadigingen tot gevolg hebben. Waarschuwing voor gevaarlijke stoffen Wanneer de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen niet getroffen worden, kan dit leiden tot lichamelijke letsels door de inademing van gevaarlijke stoffen.
Pagina 22
Veiligheid Werken met gezichtsscherm Wanneer er niet met de voorgeschreven gezichtsbescherming gewerkt wordt, kunnen verwondingen in het aangezicht het gevolg zijn. Werken met een veiligheidsharnas Als het voorgeschreven veiligheidsharnas niet wordt gedragen, kan dit leiden tot ernstige letsels. Werken met veiligheidsschoenen Wanneer de voorgeschreven veiligheidsschoenen niet gedragen worden, kan dit leiden tot letsels aan de voeten.
Veiligheid Posities van de veiligheidssymbolen De veiligheidssymbolen zijn op de volgende posities op de machine aangebracht: Afb. 3-1 Posities van de veiligheidssymbolen - Zijaanzicht Risico op letsels aan de laadschop Verbrandingsgevaar aan hete oppervlakken Verbrandingsgevaar door hete, onder druk staande vloeistof Risico op letsels / verbranding door een ontploffing van de accu of contact met accuzuur Risico op verstrikking van armen en handen in draaiende delen...
Pagina 24
Veiligheid 10 ft (3 m) 0 to 50 kv > 50 to 200 kv 15 ft (4.6 m) > 20 ft (6.1 m) 200 to 350 kv > 350 to 500 kv 25 ft (7.6 m) > 500 to 750 kv 35 ft (10.7 m) >...
Veiligheid 3.3.1 Veiligheidssymbool Risico op letsels Levensgevaar door door een contact met bewegende elektriciteitsleidingen machine Hou voldoende Hou voldoende afstand van de afstand van machine elektriciteitsleidingen Crush Hazard Contact with moving machine can result in death or serious injury. Stay clear of moving machine. Levensgevaar Risico op door draaiende...
Pagina 26
Veiligheid Laat het hefframe Voor onderhouds- zakken werkzaamheden laadschop neerzet- ten, de parkeerrem aantrekken, de machine uitschake- len en de sleutel uit het contact trekken Risico op letsels Risico op letsels binnen de binnen de knikzone knikzone Hou voldoende Schakel de machine afstand van de uit, trek de sleutel uit machine wanneer...
Pagina 27
Veiligheid Laat de druk af Geen open voor onderhouds- vlammen of vonken. werken Draag beschermende Voer geen las- of kleding. doorboringswer- Respecteer de ken uit aan de handleiding tanks en de accu. Hou vlammen en andere warmte- bronnen uit de buurt van de accu Verbrandingsgev Kantelgevaar...
Veiligheid Veiligheidssymbolen onderhouden en vervangen De veiligheid van de bestuurder moet altijd op de eerste plaats staan. De veiligheidssymbolen moeten altijd in onberispelijke toestand en goed leesbaar zijn. Vervang alle beschadigde en verloren veiligheidssymbolen. Gebruik een mild reinigingsmiddel en water om de veiligheidssymbolen te reinigen.
Veiligheid Persoonlijke veiligheid De gebruikshandleiding en de beschreven symbolen moeten door alle personen die aan en met de machine werken, gelezen en begrepen worden. 3.4.1 Persoonlijke beschermingsuitrusting Persoonlijke beschermingsuitrusting die gedragen moet worden: Bedienend personeel: • Beschermende kleding • Veiligheidsschoenen Onderhoudspersoneel: •...
Veiligheid Veilige werkomgeving 3.5.1 Algemene richtlijnen voor de werkomgeving en veilige werkwijzen Lees vóór de inbedrijfstelling van de machine de handleiding aandachtig door en volg de aanwijzingen voor een veilig gebruik exact op. Neem naast de handleiding bovendien de op de plaats van inzet van de machine geldige, nationale wettelijke regels en overige bepalingen in acht op het vlak van: •...
Veiligheid Algemene veiligheidsinstructies • Iedere handeling die de veiligheid nadelig kan beïnvloeden is verboden. • De machine mag alleen met cabine of beschermdak gebruikt worden. • Met de machine mag alleen in een veilige en goed functionerende toestand gewerkt worden. •...
Veiligheid Als bovengenoemde vloeistoffen in de grond terechtkomen, dan moet u onmiddellijk de verspreiding stoppen en de vloeistof binden met een geschikt bindmiddel. Eventueel moet de vervuilde grond afgegraven worden. Voer bindmiddel en uitgegraven grond vakkundig en milieuvriendelijk af en hou u aan de geldende milieuvoorschriften.
Veiligheid Gevarenzone Afb. 3-3 Werk- en gevarenzone Omgeving Gevarenzone Werkgebied Nabijheid met verhoogd botsingsgevaar In de gevarenzone van machines mogen zich geen personen bevinden. De bediener moet de gevarenzone afsluiten. De gevarenzone is de omgeving van de machine, waarbinnen personen door werkbewegingen van de machine, zijn werkuitrustingen, gemonteerde gereedschappen of door uitzwaaiend of vallend laadgoed bereikt kunnen worden.
Veiligheid Omgeving Dit gebied wordt door de machine enkel bij het rijden aangedaan. Tijdens het rijden behoort dit gebied ook tot de gevarenzone. Gevaren bestaan, wanneer machines of delen van de werkingsinrichting in de gevarenzone terechtkomen of zich erin bewegen. Gevarenzone Deze zone wordt door de arbeidsuitrusting nog niet bereikt.
Veiligheid 3.11 Stabiliteit op schuine ondergrond Bij het werken op een schuine ondergrond bestaat het gevaar op kantelen. Er bestaat bijzonder gevaar bij werkzaamheden op zachte ondergronden. Bij hellingen vanaf 10° (17,6 %) geldt een verhoogde risicoklasse. Wanneer er met één zijde over een obstakel gereden wordt, verhoogt het kantelgevaar.
Veiligheid 3.12 Rijden Stel vóór de inbedrijfstelling van de machine de bestuurdersstoel, de spiegels en de bedieningselementen zodanig in, dat er veilig met de machine gewerkt kan worden. Doe altijd de veiligheidsgordel om. Houd de ruiten schoon en ijsvrij. Houd de bestuurdersdeur gesloten. Combinatieritten, d.w.z.
Veiligheid Buiten het openbaar verkeer, bv. op fabrieksterreinen of werven, dient de gebruiker ervoor te zorgen dat de verkeersregels nauwkeurig worden nageleefd. Deze aanwijzing moet ook met betrekking tot het rijbewijs opgevolgd worden. 3.12.1 Rijden op wegen De gebruiker moet ervoor zorgen dat de machine overeenkomstig de bepalingen van het wegenverkeersreglement is uitgerust, bv.
Veiligheid 3.14 Inzet bij gevaren door vallende voorwerpen Zet de machine bij gevaar door vallende voorwerpen alleen in wanneer de bestuurdersplaats een beschermdak FOPS (Falling Objects Protection Structure) heeft. Wanneer er risico bestaat dat materiaal in de cabine kan inslaan, dan moet er een voorruitbescherming aangebracht worden. Naast wanden, bv.
Veiligheid 3.16 Werkzaamheden in de buurt van elektrische bovenleidingen Bij het werken met de machine in de buurt van elektrische bovenleidingen en spoorleidingen moet tussen deze leidingen en de machine en zijn werkuitrustingen een van de nominale spanning van de bovenleiding afhankelijke veilige afstand gehouden worden om spanningsoverslag te voorkomen.
Veiligheid 3.18 Werkhoogtebegrenzing Bij inzet • in gesloten ruimtes, • onder gevels, kan de werkhoogte beperkt zijn. Dit kan tot beschadigingen leiden. Evt. moet de hoogtebegrenzing van de machine-uitrusting worden gebruikt (optionele uitrusting). • De hoogtebegrenzing (optie) mag niet worden gebruikt bij het werken onder hoogspanningsdraden.
Veiligheid 3.20 Gebruik als hijswerktuig Met gebruik als hijswerktuig worden het hijsen, verplaatsen en neerlaten van lasten met behulp van een hijsmiddel (kabel, ketting enz.) bedoeld, waarbij voor het aanpikken en loshalen van de last de hulp van personen noodzakelijk is. Dat is bijv.
Veiligheid Machines mogen alleen met aangeslagen last worden verreden als de rijbaan zo vlak mogelijk is en voldoende zicht in de rijrichting gegarandeerd is. Hou steeds voldoende afstand van de omgeving en rij aan een gepaste snelheid. Hou steeds voldoende afstand van de omgeving. Rij steeds met de passende snelheid en pas uw rijstijl aan de omstandigheden aan.
Pagina 44
Veiligheid Laat de druk af. Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet u de druk in het hydraulische systeem tot nul terugbrengen. Daarvoor moet u met een uitgeschakelde aandrijfmotor de werkuitrusting op de grond zetten en alle hydraulische bedieningshendels zolang bedienen tot het hydraulische systeem drukloos is.
Pagina 45
Gebruik bij het vervangen van elektronische onderdelen enkel onderdelen die in overeenstemming zijn met de EMV-richtlijn. Bedrijfsveiligheid en inzetbaarheid zijn voorwaarden voor doelmatig werken. De Yanmar-machine voldoet aan deze eisen bij een correcte bediening en optimale verzorging: Voorkom storingen door de functies van de machine nauwgezet te observeren en de voorgeschreven bedrijfsstoffen te gebruiken.
Veiligheid Gebruik om op en in de machine te stappen het daarvoor voorziene opstapje en oppervlakken en geschikte hulpmiddelen (bv. ladder of opstapje). Reinig de ondergrond onmiddellijk wanneer er bedrijfsstoffen gelekt worden. Voorkom bij het gebruik van momentsleutels in combinatie met een verlengde verwisselbare kop dat de sleutel wegglijdt door een geschikte ondersteuning te gebruiken.
Veiligheid 3.24 Controle en keuring Laat de machine door een deskundige (bv. werktuigbouwkundig ingenieur of inspecteur) volgens de bestaande richtlijnen van de voorschriften ter preventie van ongevallen op alle onderdelen keuren: • Vóór de eerste inbedrijfstelling en, na wezenlijke veranderingen, vóór de nieuwe inbedrijfstelling.
Veiligheid 3.26 Opmerkingen over restgevaren 3.26.1 Uitval van het hydraulische installatie Valt de hydraulica uit door afslaan van de motor of van de elektromotor, door een storing in de hydraulische pomp of door hydraulische olielekkage, dan zijn alleen nog de noodfuncties •...
Eerste installatie en instellingen 4 Eerste installatie en instellingen Eerste instructie Hinweis Vóór de inbedrijfstelling moet de eerste inspectie uitgevoerd worden. Zie onderdeel 6.6.1 "Eerste inspectie (inspectie bij overhandiging)". De rechtstreekse aanbouw van het aanbouwwerktuig mag enkel door onderhoudspersoneel worden uitgevoerd. De inbedrijfstelling mag enkel door opgeleid en ervaren servicepersoneel gebeuren en de aanwijzingen in de handleiding dienen in acht te worden genomen.
Eerste installatie en instellingen Garantie Licht de garantievoorwaarden toe. Licht de inzagekaarten met aanwijzingen voor het onderhouds- en inspectieschema toe. Vul de garantiekaart conform de voorschriften in en stuur deze op. 48 / 312 TL120 04_Erstinstallation und Einstellungen_nl.fm - 1.0 - 30.5.17...
Beschrijving 5 Beschrijving Typeplaatje Op het typeplaatje wordt het voertuigtype en het serienummer ingeslagen. Hinweis Het voertuigtype en het serienummer moeten bij alle aanvragen en iedere schriftelijke communicatie verplicht worden vermeld. Afb. 5-1 Typeplaatje Voertuigtype Serienummer 49 / 312 TL120 05_Beschreibung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
Beschrijving 5.2.1 Beplating Afb. 5-3 Beplating Motorkap ® Afdekking AdBlue -tank (DEF) Zekering- en relaiskast Beplatingen bieden bescherming voor gevaren zoals lawaai, hete machine- onderdelen of draaiende delen. Beplatingen moeten tijdens de werking steeds gesloten zijn. Onder de motorkap bevinden zich: •...
Beschrijving 5.2.2 Motor Afb. 5-4 Motor Uitlaatsysteem Motorkoelsysteem Dynamo Diagnose-interface Motor Brandstoftank Luchtaanzuigsysteem Alle onderdelen van de motor zijn toegankelijk na de opening van de motorkap, resp. de verwijdering van de zekering- en relaiskast. Automatische De motor wordt automatisch uitgeschakeld wanneer meer dan 10 minuten motoruitscha- •...
Beschrijving 5.2.3 Hydraulisch systeem Afb. 5-5 Hydraulisch systeem Aanzuig-terugloopfilter Beluchtingsfilter Hydraulische olietank Pompflens werkpomp / rijpomp Alle delen van het hydraulische systeem zijn na de opening van de motorkap toegankelijk. Volgende onderdelen worden hydraulisch aangedreven: • Rijaandrijving • Laadsysteem • Stuurinrichting •...
Beschrijving 5.2.4 Elektrisch systeem Afb. 5-6 Elektrisch systeem Dynamo Accu Accuscheidingsschakelaar Diagnose-interface Zekeringen De onderdelen van het elektrische systeem worden na • de opening van de motorkap • het openen van de afdekking, zekerings- en relaiskasten toegankelijk. De generator voorziet de machine van een spanning van 12 volt. Met de accuscheidingsschakelaar kunt u de hele machine, bv.
Beschrijving Kast met zekeringen en relais 5.3.1 Hoofdzekeringen Afb. 5-7 Hoofdzekeringen Item Gezekerde componenten Ampère Voeding toestel klem 30 80 A Smeltveiligheidsstrip Mega Fuse Voorgloeien, voorgloeirelais 80 A Smeltveiligheidsstrip Mega Fuse Motorsturing ECU = Engine Control Unit 30 A Smeltveiligheidsstrip Midi Fuse Vermogensrelais, voorgloeien Tab.
Beschrijving Bestuurdersstoel Standaard De bestuurdersstoel is een mechanisch geveerde stoel met hydraulische trillingsdemping en heupgordel, die in verschillende uitvoeringen kan worden geleverd. De comfortabele bestuurdersstoel voldoet aan de internationale kwaliteits- en veiligheidsvoorschriften. Afb. 5-13 Bestuurdersplaats standaard Hendel voor gewichtsinstelling Greep voor lengteverstelling Greep voor zittingsverstelling Armleuning rechts Optie: Handwiel voor lendewervelsteun...
Pagina 67
Beschrijving MSG95 (optie) 10 9 Afb. 5-14 Bestuurdersplaats MSG95 Optie: Hoofdsteun Optie: Stoelverwarming Optie: Handwiel voor lendewervelsteun Armleuning links Greep voor hoekverstelling van de rugleuning Optie: Handwiel voor armleuningshoek Horizontale vering Optie: Greep voor hoekinstelling van de stoel Optie: Greep voor zittingsverstelling Hoogte-instelling/Gewichtsinstelling 65 / 312 TL120...
Pagina 68
Beschrijving MSG95 (optie) Afb. 5-15 Bestuurdersplaats MSG85 Optie: Hoofdsteun Optie: Stoelverwarming Optie: Handwiel voor lendewervelsteun Optie: Greep voor hoekverstelling van de rugleuning Optie: Greep voor hoekverstelling van de rugleuning Optie: Draai-inrichting Optie: Horizontale vering Lengte-instelling Optie: Gewichtsinstelling Optie: Greep voor hoekinstelling van de stoel Optie: Greep voor zittingsverstelling Optie: Handwiel voor armleuningshoek Armleuning links...
Beschrijving Bedrijf 5.6.1 Bedieningspaneel Afb. 5-18 Bedieningspaneel Functietoets met symbool voor functie (zie sectie 'Iconen') Led (toestandindicatie) Cijferblok (zie sectie 'Submenu Startblokkering (optie)') ENTER (zie sectie 'Submenu Startblokkering (optie)') Punt (zie sectie 'Submenu Startblokkering (optie)') Werkverlichting Werkverlichting Zwaailicht (optie) vooraan achter (optioneel) Ruitenwisser...
Pagina 73
Beschrijving Ruitenwisser De ruitenwisser vooraan beschikt over vier standen: vooraan • Stand 0: Uit Er branden geen ledlampjes. • Stand 1 (eenmaal drukken op de functietoets): intervalschakeling Er brandt één ledlampje. • Stand 2 (tweemaal drukken op de functietoets): langzaam wissen Er branden twee ledlampjes.
Pagina 76
Beschrijving Combi- instrument (startfase) Afb. 5-20 Combi-instrument startfase Na het activeren van de contactstartschakelaar lichten de controlelampjes kort op. Alle wijzerinstrumenten worden aangestuurd, zodat de wijzers hun eindpositie bereiken en vervolgens weer terugkeren naar de werkelijke waarde. Het startscherm; bedrijfs- of OEM-logo wordt gedurende 2 seconden op volle grootte getoond.
Pagina 77
Beschrijving Sym- Benaming Sym- Benaming bool bool Richtingaanwijzer naar links Richtingaanwijzer naar rechts Motorfout (rood) Luchtfiltercontrole (inactief) Motorwaarschuwing (oranje) Lees de aanwijzingen in de onderhoudshandleiding Foutinstructie Regeneratie deeltjesfilter Voorgloeien ® AdBlue waarschuwingslampje (DEF) (inactief) Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje motortemperatuur (rood) dieseltank leeg (geel) Tab.
Beschrijving 5.6.3 TFT-display Afb. 5-21 Structuur TFT-display Voordurende indicaties bovenaan: tijd, bedrijfslogo, datum Functietoetsen (9 indicatievelden) Scrollbar voor de weergave van meer functies Totale bedrijfsurenteller Dagen-bedrijfsurenteller Bediening van het display Structuur TFT-display De bediening van het TFT-display gebeurt met behulp van de volgende vier toetsen, waarbij elke toets meerdere functies heeft: •...
Beschrijving • OK (3) • Keuze bevestigen • Waarde van de geselecteerde variabele opslaan • Menu (4) • Het hoofdmenu weergeven / verbergen • Terugkeer naar een hoger niveau in het menu • Een langere druk (ongeveer een seconde) leidt tot een terugkeer naar het hoofdmenu ('Home'-knop) Menubesturing De gebruiksbesturing in het menu wordt door middel van een kleurverandering...
Pagina 80
Beschrijving Functie Met behulp van de pijltjestoetsen kan er overgegaan worden naar het volgende selecteren icoon in de volgorde van pos. 1 -> 9 (met pijl naar onder) of omgekeerd (met pijl naar boven). Wanneer er op de iconen 10-12 gesprongen wordt, die in het hoofdscherm niet zichtbaar zijn, verandert de schuifbalk onderaan.
Pagina 81
Beschrijving Bedieningsstru ctuur combi- Sym- Weergave Status instrument bool Hoofdmenu Icoon zwart Menu niet actief symbool wit Icoon zwart Menu geselecteerd Symbool oranje Submenu Icoon grijs Submenu inactief Kader wit Icoon grijs Submenu geselecteerd Kader oranje Icoon wit Submenu bevestigd Kader oranje Icoon wit Submenu actief...
Pagina 83
Beschrijving Machine-id DISPLAY diagnosticeren Identiteit = kenteken (Gegevens combi-instrument) (Datamenu) Foutmelding MCU diagnosticeren (Geen foutmelding) (Main Control Unit) Gegevens hoofdregeleenheid) Info uitlaatgassysteem ECU diagnosticeren Belading DPF (optie) (Engine Control Unit) (Dieseldeeltjesfilter) (Motorregeleenheid) (Motorgegevens) ID combi-instrument ID hoofdregeleenheid (Identiteit = kenteken) (Identiteit = kenteken) (Versies hard- en software) (Versies hard- en software)
Pagina 84
Beschrijving Standaard- Op het standaardscherm wordt voortdurend de volgende informatie weergegeven: scherm • Tijd • Bedrijfslogo • Datum • Richting Afb. 5-24 Standaardscherm Indicatie rijrichting vooruit Indicatie rijrichting neutraal Indicatie rijrichting achteruit Optioneel kan in het veld onder de indicatie van de rijrichting één van de volgende symbolen weergegeven worden: Afb.
Modus snel rijden (haas) Modus langzaam rijden (schildpad) Overmatige snelheid Gelieve contact op te nemen met de klantendienst van Yanmar wanneer er fouten optreden. Bij aanduiding van een fout, deze onmiddellijk herstellen. Het negeren van foutmeldingen kan tot ernstige schade aan de machine of motor leiden.
Pagina 86
Beschrijving VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door opgetreden fout Risico op beschadiging van de motor. Activeer de motoroverbrugging uitsluiting bij gevaar. Voor een normale werking dient u de motoroverbrugging beslist opnieuw te deactiveren! De activering van de motoroverbrugging wordt geregistreerd in de motorbesturing en maakt de aanspraak op de garantie voor de motor ongeldig.
Beschrijving Gordelslot met veiligheidsinrichting (optie) Bij een ingeschakelde optie 'Contactschakelaar gordelslot' in de diagnosesoftware worden de volgende acties uitgevoerd: De motor kan alleen worden gestart bij een gesloten gordelslot. De dieselmotor kan alleen worden gestart als het gordelslot van de veiligheidsgordel bij de bestuurdersstoel gesloten is.
Pagina 88
Beschrijving Startpoging bij geopend gordelslot Afb. 5-30 Gordelslot (II) Combi-instrument aan voorzijde Combi-instrument aan achterzijde (waarschuwingszoemer vast ingebouwd) Symbool gordelslot geopend bij startpoging Beeldscherm (neutrale stand) Bij een startpoging (rijrichting in neutrale stand) en een geopend gordelslot (gordelslot niet ingeklonken) klinkt het waarschuwingssignaal en verschijnt het gele gordelslotsymbool op het scherm van het combi-instrument.
Pagina 89
Beschrijving Op het scherm verschijnt het gele waarschuwingssymbool (gordelslotsymbool). Er klinkt een waarschuwingszoemer. Wordt bij een stilstaande machine, lopende motor en een geopend gordelslot een rijrichting vooraf gekozen, dan blijft de aanduiding van de rijrichting in de stand 'Neutraal'. Op het scherm verschijnt het gele waarschuwingssymbool (gordelslotsymbool). Er klinkt een waarschuwingszoemer.
Beschrijving Menu Machinefuncties Het menu Machinefuncties doet dienst als alternatieve invoermogelijkheid voor het bedieningspaneel. In het geval het bedieningspaneel niet correct werkt, kunnen de functies ervan bestuurd worden via het menu Machinefuncties. De toestand van de functies wordt op het bedieningspaneel en op het combi- instrument identiek weergegeven.
Pagina 91
Beschrijving Ruitenwisser De ruitenwisser vooraan beschikt over vier standen: vooraan • Stand 0: Uit • Stand 1: intervalschakeling • Stand 2: langzaam wissen • Stand 3: snel wissen Afb. 5-34 Instelling wisser vooraan Menu Machinefuncties (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machinefuncties Cursor op functie 'Ruitenwisser vooraan' (2) positioneren.
Pagina 92
Beschrijving Ruitenwisser De ruitenwisser achteraan beschikt over drie standen: achteraan • Stand 0: Uit • Stand 1: intervalschakeling • Stand 2: langzaam wissen • Stand 3: snel wissen Afb. 5-35 Instelling wisser achteraan Menu Machinefuncties (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machinefuncties Cursor op functie 'Ruitenwisser achteraan' (2) positioneren.
Pagina 93
Beschrijving Verwarmings- De verwarmingsventilator beschikt over vier standen: ventilator • Stand 0: Uit • Stand 1: traag • Stand 2: midden • Stand 3: snel Afb. 5-36 Instelling verwarmingsventilator Menu Machinefuncties (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machinefuncties Cursor op functie 'Verwarmingsventilator' (2) positioneren.
Beschrijving Menu Machineposities (optie) Overlastwaar- schuwingssy- steem (optie) Afb. 5-37 Overlastwaarschuwingsweergave Menu Machineopties (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machineopties. Cursor op de functie 'Overlastwaarschuwingssysteem' (2) plaatsen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Overlastwaarschuwingsweergave. Overlastwaarschuwingsweergave actief (3): Het scherm toont via het rond instrument de betreffende belasting.
Beschrijving Menu Machineafstelling Hulpstuurkring 1 De benodigde hoeveelheid olie voor de eerste hulpstuurkring kan hier ingesteld worden. Afb. 5-38 Menu Instelling hulpstuurkring 1 Menu Machineafstelling (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machineafstelling. Cursor op functie 'Hulpkring' (2) positioneren. Functie 'Hulpkring 1' (3) kiezen en met OK bevestigen.
Pagina 96
Beschrijving Hulpstuurkring 2 De benodigde hoeveelheid olie voor de tweede hulpstuurkring kan hier ingesteld (optioneel) worden. Afb. 5-39 Menu Instelling hulpstuurkring 2 Menu Machineafstelling (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machineafstelling. Cursor op functie 'Hulpkring 2' (2) positioneren. Functie 'Hulpkring 2' (3) kiezen en met OK bevestigen.
Pagina 97
Beschrijving Lastslingerings- Er kan ingesteld worden bij welke snelheid de lastslingeringsdemping (LSD) demping zowel voor het voorwaarts als het achterwaarts rijden ingeschakeld moet vooruit/achteruit worden. (optie) Afb. 5-40 Menu Instelling LSD achteruit Menu Machineafstelling (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machineafstelling.
Pagina 98
Beschrijving Tijd Hier kan het tijdvenster voor de automatische uitschakeling nullast motor automatische worden ingesteld. motorstop Voorwaarden: Handem gesloten en de machine staat stil; zonder bewegings- en (optie): werkinzet. (Automatische uitschakeling motor) Afb. 5-41 Menu Tijd automatische motorstop (optie) Menu Machineafstelling (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machineafstelling.
Pagina 99
Beschrijving Interval omkeer- Hier kan het interval voor de automatische inschakeling van de omkeerventilator ventilator worden ingesteld. (omkering venti- lator) (optie) Afb. 5-42 Menu Omkeerventilator (optie) Menu Machineafstelling (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Machineafstelling. Cursor op functie 'Interval omkeerventilator' (2) positioneren.
Pagina 100
Het scherm gaat naar de modus: ID combi-instrument. Weergavemodus: ID combi-instrument is geactiveerd (4). Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (5) • Weergave symbool 'ID combi-instrument' (6) • PN = onderdeelnummer combi-instrument (7) • SN = serienummer (8) •...
Pagina 101
Het scherm gaat naar de modus: ID hoofdregeleenheid. Weergavemodus: 'ID hoofdregeleenheid' is geactiveerd (5). Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (6) • Weergave symbool 'ID hoofdregeleenheid' (7) • PN = onderdeelnummer combi-instrument (8) • SN = serienummer (9) •...
Pagina 102
Het scherm gaat naar de modus: ID motorregeleenheid. Weergavemodus: 'ID motorregeleenheid' (5) is geactiveerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (6) • Weergave symbool 'ID motorregeleenheid' (7) • PN = onderdeelnummer combi-instrument (8) • SN = serienummer (9) •...
Beschrijving Foutmelding Hinweis Gelieve contact op te nemen met de klantendienst van Yanmar wanneer er fouten optreden. Afb. 5-46 Menu Foutmelding (I) Menu Diagnose (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Diagnose. Functie 'Foutmelding (Error)' (2) kiezen en met OK bevestigen.
Pagina 104
• Weergavemenu: 'Hoofdregeleenheid' (2) • Weergavemenu: 'Motorregeleenheid' (3) Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, logo Yanmar, datum (4) • Aanduidingssymbool van de regeleenheid die de foutmelding verzendt (5) • Bedieningspaneel: Foutbeschrijving (6) • Bedieningspaneel: Foutcode bv. [SPN (Suspect Parameter Number)] (7) •...
Beschrijving Diagnosemenu Uitlaatgasnabehandeling Hier wordt het AdBlue ® -niveau getoond en kunnen eventueel verschillende dieseldeeltjesfilter-diagnosegegevens (DPF-niveaus) worden aangegeven. Afb. 5-48 Menu Diagnose dieseldeeltjesfilter Menu Diagnose (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de modus: Submenu Diagnose. Cursor op functie 'Info uitlaatgassysteem' (2) positioneren. Functie 'Info uitlaatgassysteem' (3) kiezen en met OK bevestigen.
Pagina 106
Voorbeeld 1: Roetgehalte – Normaal bedrijf 'Stand 0' Afb. 5-49 Roetgehalte normaal bedrijf Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding roetgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding roetgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'roetgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Roetgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Weergave roetgehalte in kleur...
Pagina 107
'Stand 1' Afb. 5-50 Warmtemodus 1 Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding roetgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding roetgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'roetgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Roetgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Weergave roetgehalte in kleur...
Pagina 108
'Stand 2' Afb. 5-51 Warmtemodus 2 Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding roetgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding roetgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'roetgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Roetgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Weergave roetgehalte in kleur...
Pagina 109
'Stand 3' Afb. 5-52 Stilstandsregeneratie Stand 3 Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding roetgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding roetgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'roetgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Roetgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Weergave roetgehalte in kleur...
Pagina 110
Beschrijving Ten gevolge van de speciale motorinstelling bij de standstill is er sprake van een impact op de kwaliteit van de smeerolie. Na een bepaald aantal stilstandsregeneraties moet de olie worden ververst. Het regeneratielampje knippert langzaam met een frequentie van 0,5 Hz. De actuele roetbelading kan worden bewaakt via het scherm van het combi-instrument.
Pagina 111
'Stand 4' Afb. 5-53 Stilstandsregeneratie Stand 4 Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding roetgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding roetgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'roetgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Roetgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Weergave roetgehalte in kleur...
Pagina 112
'Stand 5' Afb. 5-54 Serviceregeneratie Stand 5 Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding roetgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding roetgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'roetgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Roetgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Weergave roetgehalte in kleur...
Pagina 113
Afb. 5-55 Vervanging dieseldeeltjesfilter vereist Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding roetgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding roetgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'roetgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Roetgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Weergave roetgehalte in kleur...
Normaal bedrijf Afb. 5-56 Asgehalte - Normaal bedrijf Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding asgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (asgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'asgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Asgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Asgehalte in kleur...
Pagina 115
Afb. 5-57 Vervanging dieseldeeltjesfilter vereist Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding asgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (asgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'asgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Asgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Asgehalte in kleur Bedieningspaneel: Bedrijfsmodus (hier filtervervanging binnen 150 bedrijfsuren) Bedieningspaneel: Keuze-aanduiding (hier info uitlaatgassysteem) De weergave loopt op van 99 % wordt weergegeven als een groene balk.
Pagina 116
Afb. 5-58 Waarschuwingsfase 1 - Vervanging filter vereist Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding asgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (asgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'asgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Asgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Asgehalte in kleur...
Pagina 117
Beschrijving Als de onderhoudsoproepen niet worden beantwoord, dan loopt het beschikbare filtervolume terug en neemt de noodzaak van een standstill toe. Het asgehalte kan niet worden teruggezet met behulp van de hardware-ingang of het CAN J1939-bericht. De filter kan alleen worden vervangen door geautoriseerd vakpersoneel omdat hiervoor de servicetool SERDIA moet worden gebruikt.
Pagina 118
Afb. 5-59 Waarschuwingsfase 2 - Vervanging filter dringend vereist Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding asgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (asgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'asgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Asgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Asgehalte in kleur...
Pagina 119
Beschrijving Als de onderhoudsoproepen niet worden beantwoord, dan loopt het beschikbare filtervolume terug en neemt de noodzaak van een standstill toe. Het asgehalte kan niet worden teruggezet met behulp van de hardware-ingang of het CAN J1939-bericht. De filter kan alleen worden vervangen door geautoriseerd vakpersoneel omdat hiervoor de servicetool SERDIA moet worden gebruikt.
Pagina 120
Afb. 5-60 Uitschakelfase; vervanging filter – vervanging DPF vereist Scherm in combi-instrument (hier statusaanduiding asgehalte) Aanduidingssymbool: Procent (%) (aanduiding asgehalte in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum Bedieningspaneel: Niveau soort (hier is het 'asgehalte' gekozen) Aanduidingssymbool: Asgehalte (weergave actief) Staafdiagram: Asgehalte in kleur...
Pagina 121
Beschrijving Alle niet brandbare deeltjes in de filter worden hier samenvattend aangeduid als 'asgehalte'. Dit asgehalte leidt tot verkorting van de regeneratie-intervallen en heeft ten slotte filteronderhoud of vervanging van de filter tot gevolg. Als 100 % van het asgehalte wordt bereikt, is vervanging van de filter vereist. De onderhoudsoproep wordt aangegeven door een oplichtend aswaarschu- wingslampje (permanent aan), resp.
-niveau - normaal bedrijf ® Scherm in combi-instrument (hier AdBlue -statusweergave) ® Aanduidingssymbool: Procent (%) (AdBlue -aanduiding in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum ® Bedieningspaneel: Aanduiding modus (hier is het 'AdBlue -niveau' gekozen) ® Aanduidingssymbool: AdBlue -niveau (aanduiding actief) ®...
Pagina 123
-niveau - pas op ® Scherm in combi-instrument (hier AdBlue -statusweergave) ® Aanduidingssymbool: Procent (%) (AdBlue -aanduiding in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum ® Bedieningspaneel: Aanduiding modus (hier is het 'AdBlue -niveau' gekozen) ® Aanduidingssymbool: AdBlue -niveau (aanduiding actief) ®...
-niveau - waarschuwing 5 ® Scherm in combi-instrument (hier AdBlue -statusweergave) ® Aanduidingssymbool: Procent (%) (AdBlue -aanduiding in procent) Bedieningspaneel: Tijd, Yanmar-logo, datum ® Bedieningspaneel: Aanduiding modus (hier is het 'AdBlue -niveau' gekozen) ® Aanduidingssymbool: AdBlue -niveau (aanduiding actief) ®...
Pagina 130
Met de pijltjestoetsen naar boven en naar beneden kan tussen de weergavevelden van de afzonderlijke menugegevens worden gewisseld. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (6). • Weergave symbool Gegevens combi-instrument' actief (7). • Weergavegegevens 1-5: Geselecteerde gegevensweergave/ gegevenshoeveelheid totaal (8).
Pagina 131
Beschrijving • Weergavevelden datamenu: (9) • 1. Bedrijfsspanning in volt (V). • 2. Stroomingang ampère in milliampère (mA). • 3. Spanningsingang volt in millivolt (mV). • 4. Systeemtemperatuur 1 in graden Celsius (°C). • 5. Systeemtemperatuur 2 in graden Celsius (°C). •...
Pagina 132
Met de pijltjestoetsen naar boven en naar beneden kan tussen de weergavevelden van de afzonderlijke menugegevens worden gewisseld. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (7). • Weergave symbool 'Gegevens hoofdregeleenheid' actief (8). • Weergavegegevens 1-9: Geselecteerde gegevensweergave/ gegevenshoeveelheid totaal (9).
Pagina 133
Beschrijving • Weergavevelden menu Gegevens (10): • 1. Dagbedrijfsuren in uren (u). • 2. Bedrijfsuren totaal in uren (u). • 3. Nullasttijd [motorregeleenheid (ECU)] in uren (u). • 4. Hulpstuurkring 1 looptijd in uren (u). • 5. Hulpstuurkring 2 looptijd in uren (u). •...
Pagina 134
Met de pijltjestoetsen naar boven en naar beneden kan tussen de weergavevelden van de afzonderlijke menugegevens worden gewisseld. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (6). • Weergave symbool 'Motorgegevens (ECU)' actief (7). • Weergavegegevens 1-20: Geselecteerde gegevensweergave/ gegevenshoeveelheid totaal (8).
Pagina 135
Beschrijving • Weergavevelden menu Gegevens (9) 1 - 20: • 1: Bedrijfsspanning in volt (V) • 2: Motortoerental in omwentelingen per minuut (rpm) • 3: Sensor toerental krukas in omwentelingen per minuut (rpm) • 4: Sensor toerental nokkenas in omwentelingen per minuut (rpm) •...
Het scherm gaat naar de weergavemodus: 'Meeteenheden (SET)'. Weergavemodus: 'Meeteenheden (SET)' (3) is geselecteerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (4). • Weergave symbool 'Meeteenheden' (5) actief. • Metrische eenheden (6): Grad en celsius (°C) – Liters – Kilometer per uur (km/u) –...
Pagina 137
Functie 'Taal' (3) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar de weergavemodus: 'Taal'. Weergavemodus: 'Taal' (4) is geselecteerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (5). • Weergave symbool 'Meeteenheden' actief (6). • Weergavevelden Talen (7): (hier is de taal Duits geselecteerd) Beschikbare talen: •...
Pagina 138
De weergave gaat naar de maandcijfers. Weergaveveld Datum (10): Maand (MM) knippert. Het volgende wordt aangegeven: • Logo Yanmar (5). • Weergave symbool 'Datum' (6) actief. • Weergaveveld Datum (7): Dag (TT), Maand (MM), Jaar (JJJJ) • Aanduiding van de gekozen instellingen (8).
Pagina 139
Beschrijving Met de pijltjestoetsen naar boven en naar beneden kan de maandaanduiding worden veranderd. De gewenste maand bevestigen met OK. De weergave gaat naar de jaarcijfers. Weergaveveld Datum (11): Jaar (JJJJ) knippert. Met de pijltjestoetsen naar boven en naar beneden kan de jaaraanduiding worden veranderd.
Pagina 140
Het scherm gaat naar het submenu: 'Tijd'. De eerste twee cijfers knipperen (Uren). Verstelmodus (4): 'Datum' is geactiveerd. Het volgende wordt aangegeven: • Logo Yanmar (5). • Weergave symbool 'Datum' (6) actief. • Weergaveveld Tijd (7): Uren, Minuten. • Aanduiding van de gekozen instellingen (8).
Pagina 141
Het scherm gaat naar de weergavemodus: 'Helderheid dag'. Weergavemodus (4): 'Helderheid dag' is geselecteerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (5). • Weergave symbool 'Helderheid' in procent (%) (6). • Weergave symbool 'Helderheid' actief (7). • Indicatie van de geselecteerde interval als staafdiagram (8).
Pagina 142
Het scherm gaat naar de weergavemodus: 'Helderheid nacht' Weergavemodus (4): 'Helderheid nacht' is geselecteerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (5). • Weergave symbool 'Helderheid nacht' in procent (%) (6). • Weergave symbool 'Helderheid nacht' actief (7). • Indicatie van de geselecteerde interval als staafdiagram (8).
Pagina 143
Beschrijving Test Korte inschakeling van alle controlelampjes op het combi-instrument en op het controlelampjes bedieningspaneel. Afb. 5-78 Menu Test controlelampjes Menu Basisinstellingen (1) kiezen en met OK bevestigen. Het scherm gaat naar het submenu 'Basisinstellingen'. Cursor op functie 'Test controlelampjes' (2) positioneren. Functie 'Test controlelampjes' (3) kiezen en met OK bevestigen.
Pagina 144
Het scherm gaat naar de weergavemodus: 'Fabrieksinstellingen'. Weergavemodus (4): 'Fabrieksinstellingen' is geactiveerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (5). • Weergave symbool 'Fabrieksinstellingen' actief (6). • Weergave (7): Op 'OK' drukken om terug te zetten. • Weergave (8): Op 'Menu' drukken om af te breken.
Het scherm gaat naar de weergavemodus: 'Eigenaar-pin = (Owner Pin)'. Weergavemodus (4): 'Eigenaar-pin' (= Owner Pin) is geselecteerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (5). • Weergave symbool 'Eigenaar-pin' = (Owner Pin) actief (6). • Weergave (7): Aantal verkeerde pin-invoeracties / aantal mogelijke pin-invoeracties.
Pagina 146
Beschrijving Afb. 5-81 Invoer pin voor startblokkering II Eigenaar-pin van vier cijfers (11) invoeren en met OK bevestigen. De cijfercode wordt ingevoerd via het bedieningspaneel of met de pijltjestoetsen naar boven en naar beneden op het combi-instrument. Invoer via bedieningspaneel: Alle 4 cijfers een voor een invoeren en met OK bevestigen.
Het scherm gaat naar de weergavemodus: 'Activeringstijd WFS (startblokkering)'. Weergavemodus (4): is geactiveerd. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (5). • Weergave symbool 'Activeringstijd startblokkering' (6) in minuten (min). • Weergave symbool 'Startblokkering' (7) actief. • Indicatie van de geselecteerde interval als staafdiagram (8).
Beschrijving Pin wijzigen: De eigenaar-pin kan alleen worden gewijzigd na het invoeren van de oude Eigenaar-pin eigenaar-pin. (Owner-Pin) Eigenaar-pin vergeten? Contact opnemen met de klantenservice. Owner Het eerste cijfer van de eigenaar-pin mag niet 0 (nul) zijn. Afb. 5-83 Menu Wijziging pin Menu Startblokkering (1) kiezen en met OK bevestigen.
Pagina 149
Beschrijving Bestuurder-pin De bestuurder-pin kan uitsluitend gewijzigd worden na de invoer van de (Driver Pin) eigenaar-pin. De wijziging gebeurt zoals beschreven staat voor de eigenaar-pin. Het eerste cijfer van de bestuurder-pin mag niet 0 (nul) zijn. Driver Transporteur-pin De transporteur-pin kan uitsluitend gewijzigd worden na de invoer van de (Trans-Pin) eigenaar-pin.
Pagina 150
Met de pijltjestoetsen naar boven en naar beneden kan tussen de weergavevelden van de afzonderlijke menugegevens worden gewisseld. Het volgende wordt aangegeven: • Tijd, Yanmar-logo, datum (4) • Weergave symbool 'Terugzetten parameters gegevens hoofdregeleenheid' (5) actief. • Weergavegegevens hoofdregeleenheid 1-7 (6): Geselecteerde gegevensweergave/gegevenshoeveelheid totaal.
Pagina 151
Beschrijving Afb. 5-85 Terugzetten parameters gegevens hoofdregeleenheid II Gewenst weergaveveld (16) selecteren (weergavekader oranje) en met OK bevestigen. De geselecteerde gegevens van de hoofdregeleenheid springen terug naar nul (0.0). Hier werd de dagbedrijfsurenteller gekozen. Het weergaveveld 'Dagbedrijfsuren' (17) geeft nu 0,0 uren (u) aan. Alle verdere getoonde gegevens van de hoofdregeleenheid kunnen op dezelfde manier op nul (0.0) worden gezet.
Beschrijving 5.6.4 Startblokkering (optioneel) Startblokkering activeren Hinweis De startblokkering is zelfactiverend, d.w.z. zonder bijkomend inschakelen of afwijkende handelingen. Als de mechanische startschakelaar in stand "0" (klem 15 uit) staat, dan is de wegrijblokkering in het algemeen geactiveerd. Zet de sleutel van de startschakelaar vanuit een willekeurige stand in de stand "0".
Beschrijving Nieuwe sleutel inleren Het inleren voor nieuwe sleutels gebeurt door een mastersleutel, die gekenmerkt is door een rode sleutelknop. De mastersleutel moet zorgvuldig bewaard worden, voor elke wegrijdblokkering is er maar één mastersleutel beschikbaar. Deze mastersleutel kan alleen worden gebruikt voor het inleren van nieuwe sleutels, niet voor het deactiveren van de rijblokkering.
Beschrijving Ingeleerde sleutel verwijderen Het verwijderen van een ingeleerde sleutel is nodig als er een ingeleerde sleutel verloren is gegaan. Bij het verwijderen worden alle ingeleerde sleutels verwijderd. Na het verwijderen kunnen alle bestaande sleutels opnieuw worden ingeleerd. Steek de mastersleutel in het contactslot. Zet de mastersleutel gedurende min.
Onderhoud 6 Onderhoud Hinweis Raadpleeg zeker alle veiligheidsinstructies. Zie onderdeel 3.22 "Ombouwen, onderhoud en reparatie". Algemeen De inzetbaarheid en levensduur van machines wordt in hoge mate bepaald door onderhoud en verzorging. Daarom is het verrichten van de voorgeschreven onderhoudswerkzaamheden en het respecteren van de onderhoudstermijnen in het belang van iedere machine- bezitter.
Onderhoud Reiniging en verzorging WAARSCHUWING Gevaar door uitspuitende kleine onderdelen Uitspuitende voorwerpen kunnen in de ogen terechtkomen. Gevaar op ernstige verwondingen. Draag persoonlijke beschermingsuitrusting (helm met bescherming over het volledige gezicht). VORSICHT VOORZICHTIG Schadelijke stoffen voor het milieu Milieuschade door voor het milieu schadelijke stoffen. De oude olie niet in de grond weg laten lopen.
Pagina 157
Onderhoud Vulmateriaal (isolatiemateriaal...) mag u niet met een directe water-, stoom- of hogedrukstraal reinigen. Bij het reinigen met water- of stoomstraal mag u niet in de openingen van uitlaat en luchtfilter spuiten. Bij het reinigen van de motor met water- of stoomstraal mag u de straal niet direct op gevoelige motoronderdelen als de dynamo, bedradingen en oliedrukschakelaar enz.
Onderhoud Inspectie-intervallen Hinweis Voor de inspectietermijnen van de machine is de urenteller op het dashboard maatgevend. Zie onderdeel 5.5.2 "Bedieningsconsole". Interval Beschrijving Pag. Eerste inspectie Eenmalig voor de eerste inbedrijfstelling Dagelijkse werkzaamheden Om de 10 bedrijfsuren of iedere werkdienst Wekelijkse werkzaamheden Wekelijks of om de 50 bedrijfsuren 100 bedrijfsuren Eenmalig na de eerste ingebruikname...
Op basis van de eerste resultaten adviseert het laboratorium, wanneer het volgende oliemonster onderzocht moet worden. Een informatiebrochure over omvang en procedure voor de olieanalyse krijgt u van uw Yanmar-dealer. 6.3.2 Garantie Binnen de garantieperiode zijn voor de machine grondige verplichte inspecties voorzien, die door bekwaam personeel van uw leverancier verricht moeten worden.
Bij de omschakeling van minerale op biologisch afbreekbare hydraulische olie moeten de installatie en de tank helemaal afgetapt, gereinigd en meermaals gespoeld worden. Vóór het omschakelen moet u nadere informatie opvragen bij uw verantwoordelijke Yanmar-dealer. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door verkeerde koelvloeistof / mengverhouding.
Pagina 161
Onderhoud Specificatie van smeerolie Het gebruik van kwalitatief hoogwaardige smeerolie, alsook de inachtneming van de voorgeschreven verversingsintervallen zijn voorwaarden om het opgegeven motorvermogen te halen. Hinweis Maak uitsluitend gebruik van de smeerolie die aanbevolen wordt door de motorfabrikant. Voor motoren met uitlaatnabehandeling mag uitsluitend smeerolie met de aanduiding 'Asvrij' (LA) gebruikt worden.
Vóór het omschakelen moet u nadere informatie opvragen bij uw verantwoordelijke Yanmar-dealer. Assen, Transmissieolie SAE 85W-90LS Aanbevolen alternatief Transmissie API-GL 5 SAE 90LS...
Pagina 163
Onderhoud Aanbevolen alternatieven voor andere temperatuurbereiken Motorolie Hydraulische Motorolie Hydraulische olie olie volgens DQC III (DEUTZ Quality volgens DIN 51524.T3 HVLP Class) SAE 15W-40 SAE 15W-30 SAE 10W-40 SAE 10W-30 SAE 5W-40 SAE 5W-30 Temperatuur van de omgeving Temperatuur van de omgeving Afb.
Pagina 164
Onderhoud Vulhoeveelheden Hinweis Voor andere oliën overleg plegen met Yanmar-Service. Vulplek in liter Vulmiddel Brandstoftank 110,0 Diesel Motor HD-olie (verversingshoeveelheid) Hydraulische olie, tank en systeem 93,0 Hydraulische olie Hydraulische olietank 62,0 Hydraulische olie (verversingshoeveelheid) Vooras, tussenhuis Transmissieolie Achteras, tussenhuis en transmissie - standaard...
Onderhoud Smering VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door vuil Vuil in het smeersysteem kan machineschade veroorzaken. Beschadigde smeernippels direct vervangen en vetdoorvoer controleren! VORSICHT VOORZICHTIG Kantelgevaar Valgevaar op onvoldoende beveiligde montageplaatsen op de machine. Gebruik bij het instappen en betreden van de machine enkel de daartoe voorziene opstappen en standplaatsen of de gepaste hulpmiddelen (bv.
Onderhoud Alle smeerpunten met multipurpose-vet smeren WAARSCHUWING Gevaar door zwevende lasten Machine-onderdelen kunnen zich ongecontroleerd bewegen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Voor het smeren van de snelwisselinstallatie: De bak op de grond zetten, het snelwisselsysteem openen - de pennen moeten helemaal ingeschoven zijn - en doorsmeren.
Onderhoud Controle-, onderhouds- en inspectieschema In het inspectieschema staan alle werkzaamheden opgesomd, die regelmatig aan de machine uitgevoerd moeten worden. Door bekwaam servicepersoneel van uw dealer uit te voeren werkzaamheden: 6.6.1 Eerste inspectie (inspectie bij overhandiging) 7 15 Afb. 6-3 Eerste inspectie 166 / 312 TL120 06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
Pagina 169
Alle leidingen, slangen, cilinders, enz.. op lekkages controleren. Werking van elektrische controle- en waarschuwingselementen en van de verlichting controleren. Garantiekaart conform de voorschriften invullen en naar de firma Yanmar terugsturen. Accu en kabelaansluitingen controleren en indien nodig monteren. ® AdBlue -niveau controleren (DEF).
Onderhoud 6.6.2 Dagelijks en wekelijks uit te voeren werkzaamheden Door het bedienend personeel uit te voeren controle- en onderhoudswerkzaamheden Afb. 6-4 Controle- en onderhoudsplan voor dagelijkse en wekelijkse werkzaamheden 168 / 312 TL120 06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
Onderhoud 6.6.3 Inspectieschema Hinweis Alle inspectiewerkzaamheden met bedrijfswarme machine uitvoeren. Door bekwaam servicepersoneel van uw dealer uit te voeren werkzaamheden: Inspectie Gebruiksuren Pag. o = controle, x = vervangen na 100 om de om de om de min. 2 x min.
Pagina 173
Onderhoud Inspectie Gebruiksuren Pag. o = controle, x = vervangen na 100 om de om de om de min. 2 x min. 1 x 1000 3000 per jaar per jaar ® Filterinzet van de AdBlue om de 2 jaar transportpompen Inlaatluchtkoeler toegangsvlak (smeerolie-/condenswater aflaten) Poly-V-Belt (platte riem) en spanrol...
Pagina 174
Uw DEUTZ-partner helpt u bij het bepalen van het optimale tijdstip voor de basiscontrole. Verlenging van de interval voor olie verversen volgens Yanmar olieanalyse en laboratoriumrapport Zie onderdeel 6.3.1 "Regelmatige olieanalyses". Binnen de garantieperiode Tab.
Pagina 175
Onderhoud 173 / 312 TL120 06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
Onderhoud Onderhouds- en inspectiewerkzaamheden WAARSCHUWING Gevaar door rondvliegende onderdelen. Bij het uitblazen met perslucht kunnen delen gaan rondvliegen en tot letsels aan de ogen leiden. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. VORSICHT VOORZICHTIG Schadelijke stoffen voor het milieu Milieuschade door voor het milieu schadelijke stoffen. De oude olie niet in de grond weg laten lopen.
Onderhoud 6.7.2 Motor WAARSCHUWING Gevaar door hete olie en machinedelen Er bestaat gevaar op verbranding. Schakel de motor uit. Huidcontact met olie, vet en hete machine-onderdelen voorkomen. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Niet roken en geen open vuur gebruiken. Bij kwetsuren een arts raadplegen. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door milieu-onvriendelijke stoffen.
Onderhoud Motoroliepeil controleren Afb. 6-5 Motorolie Afsluitdeksel Olieaftap-afsluitklep met dop Motoroliefilter Oliepeilstok Controleer het oliepeil bij horizontaal staande machine dagelijks vóór de start. Reinig de oliepeilstok (4) met een schone, pluisvrije doek en schuif deze opnieuw in tot deze vergrendeld wordt. De kerven van de peilstok (4) geven het minimum en maximum oliepeil aan.
Onderhoud Motorolie verversen Laat de aandrijfmotor warmdraaien tot de motorolie een temperatuur van ongeveer 80 °C heeft. Plaats de machine rechtop. Zet de aandrijfmotor af. Zet er een geschikte olieopvangbak eronder. Schroef de olieaflaat-afsluitdop (2) los. Schroef een olieaflaatslang op de olieaflaat-afsluitklep (2). Laat de olie af en vang deze op.
Onderhoud Motoroliefilter vervangen Iedere keer dat de motorolie ververst wordt, moet ook het motoroliefilter vervangen worden. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar op motorschade Het motorsysteem is zeer gevoelig en kan door vuil beschadigd worden. Nieuwe filter niet voorvullen met olie. Afb. 6-6 Motorolie Afsluitdeksel Olieaftap-afsluitklep met dop Motoroliefilter...
Onderhoud 6.7.3 Motorkoelsysteem • Veiligheidsvoorschriften en landspecifieke voorschriften in verband met koelmiddelen naleven. • Uitstromende koelvloeistoffen in overeenstemming met de voorschriften verwijderen en niet naar de bodem laten zakken. • Motor nooit zonder koelvloeistof gebruiken, zelfs niet kortstondig. Koelvloeistofpeil controleren en bijvullen WAARSCHUWING Gevaar door heet koelmiddel en machinedelen Er bestaat risico op verbranding.
Onderhoud Dop (1) losdraaien en koelvloeistofpeil corrigeren. Koelvloeistofpeil aflezen op kijkglas (2). De expansietank moet bij afgekoelde motor halfvol zijn. Concentratie antivries controleren Controleer vóór de aanvang van het koude seizoen de concentratie antivriesmiddel. De vorstbescherming wordt in de fabriek op ca. -25 °C ingesteld. Pas bij lage temperaturen het gehalte antivriesmiddel aan.
Onderhoud Koelribben reinigen VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar op machineschade Een hete machine of draaiende motor kan bij reiniging beschadigd worden. Een sterkere druk bij de reiniging kan tot schade aan de koeler leiden. Reinigingswerkzaamheden alleen bij uitgezette en afgekoelde motor uitvoeren. Bij reiniging voldoende afstand houden.
Onderhoud Koelvloeistof verversen WAARSCHUWING Gevaar door heet koelmiddel en machinedelen Er bestaat risico op verbranding. Koelerdeksel enkel openen wanneer de motor afgekoeld is. Huidcontact met koelmiddel en machine-onderdelen voorkomen. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Bij kwetsuren een arts raadplegen. Afb. 6-8 Koelvloeistof verversen Deksel Aftapplug Plaats de machine rechtop.
Onderhoud 6.7.4 Luchtaanzuigsysteem VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar doordat er stof in de motor komt. De motor kan vuile lucht aanzuigen en zwaar beschadigd worden. Onderhoudswerkzaamheden aan het luchtaanzuigsysteem alleen bij stilstand van de motor verrichten. De motor niet starten met een gedemonteerde filterpatroon. Alleen onbeschadigde luchtfilterpatronen monteren.
Pagina 186
Onderhoud Luchtaanzuiging controleren Reinig de luchtaanzuigruimte voor de luchtfilter van vervuiling (loof...). Controleer de bevestiging van het luchtfilter en de bevestigingsbanden op beschadiging. Controleer de luchtleiding tussen de luchtfilter en de motor op lekkage. Controleer de rubber delen op beschadiging. Hinweis Vervang defecte delen onmiddellijk.
Pagina 187
Onderhoud Hoofdpatroon reinigen WAARSCHUWING Gevaar door rondvliegende onderdelen. Bij het uitblazen met perslucht kunnen delen gaan rondvliegen en tot letsels aan de ogen leiden. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar doordat er stof in de motor komt. De motor kan vuile lucht aanzuigen en zwaar beschadigd worden.
Pagina 188
Onderhoud Hoofdpatroon vervangen Afb. 6-11 Luchtfilter Draadspansluitingen Behuizing Stofafscheider Zegel Veiligheidspatroon Lussen Hoofdpatroon Ontgrendel de draadspanafsluitingen (1) en neem het onderste deel van de behuizing (2) eraf. Trek de hoofdpatroon (7) met lichte draaibewegingen eraf. Controleer of de veiligheidspatroon (5) vervangen moet worden. Hinweis Veiligheidspatroon alleen verwijderen bij noodzakelijk onderhoud.
Pagina 189
Onderhoud Luchtfilter-veiligheidspatroon vervangen Vervang de veiligheidspatroon van de luchtfilter: • na driemaal onderhoud van het hoofdpatroon • na maximaal 2 jaar gebruik • als na een succesvol onderhoud van de hoofdpatroon de onderhoudsindicator gelijk weer gaat branden • bij een defect hoofdpatroon •...
Onderhoud Veiligheidspatroon vervangen VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door beschadigde veiligheidspatroon De motor kan vuile lucht aanzuigen en zwaar beschadigd worden. Veiligheidspatroon niet reinigen. Steeds een nieuwe veiligheidspatroon monteren. Afb. 6-12 Luchtfilter Draadspansluitingen Behuizing Stofafscheider Zegel Veiligheidspatroon Lussen Hoofdpatroon Demonteer de hoofdpatroon. Breek het zegel (4) van de veiligheidspatroon (5) met een geschikt gereedschap (b.v.
Onderhoud 6.7.5 Brandstofsysteem GEVAAR GEFAHR Gevaar door brandstof Brandstof en brandstofdamp zijn schadelijk voor de gezondheid en kunnen vlam vatten. Schakel de motor uit. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Niet roken en geen open vuur gebruiken, Geen loszittende kleding dragen. Voorzichtig met hete brandstof. •...
Onderhoud Brandstof bijtanken WAARSCHUWING Gevaar door overdruk bij het tanken Bij tanken met elektrische tankpompen ontstaat er in de tank een overdruk. De overdruk kan plots ontsnappen en tot ernstige verbrandingen of ontploffingen leiden. Zorg ervoor dat u bij het tanken met de elektrische tankpomp het brandstofdeksel opent, zodat er geen overdruk ontstaat in de brandstoftank! Afb.
Pagina 194
Onderhoud Brandstofvoorfilter Afb. 6-14 Brandstofvoorfilter vervangen Ontluchtingsschroef (afgedekt) Filterpatroon Brandstoftransportpomp Aftapplug Elektrische aansluiting voor de waterpeilsensor Indicatie wateropvangreservoir ledigen Als het wateropvangreservoir vol is, verschijnt op het combi-instrument de bijbehorende melding. Het wateropvangreservoir moet dan onmiddellijk worden geledigd. Wateropvangre- Zet de motor af. servoir ledigen Maak de kabel los (5) Bevestig een slang aan de aftapplug (4) en plaats het andere uiteinde in een...
Pagina 195
Onderhoud Brandstofvoor- Zet de motor af. filterinzet Blokkeer de brandstoftoevoer naar de motor (bij hoogliggende tank). vervangen Maak de kabel los (5). Bevestig een slang aan de aftapplug (4) en plaats het andere uiteinde in een reservoir. Open de aftapplug (4) en laat de vloeistof af. Schroef de filterinzet (2) los.
Onderhoud Brandstoffilter vervangen VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar op motorschade Het brandstofsysteem is zeer gevoelig en kan door vuil beschadigd worden. Nieuwe filter niet voorvullen met brandstof. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door milieu-onvriendelijke stoffen. Brandstof kan in het milieu belanden en aanzienlijke milieuschade veroorzaken. De brandstof niet in de grond weg laten lopen.
Onderhoud Ontlucht het brandstofsysteem. Voer een testgang uit. Controleer de filter op lekkage. Brandstofsysteem ontluchten Schakel de ontsteking in. De elektronische brandstofpomp wordt voor 20 seconden ingeschakeld, om het brandstofsysteem te ontluchten en de nodige brandstofdruk af te bouwen. Wacht tot de elektrische brandstofpomp van de stuurvoorziening uitgeschakeld wordt.
Onderhoud 6.7.6 Poly-V-Belt WAARSCHUWING Gevaar door bewegende machine-onderdelen Lichaamsdelen kunnen gekneld raken. Poly-V-Belt alleen bij motorstilstand controleren of spannen. Motor tegen onbevoegd opstarten beveiligen. Poly-V-Belt controleren. Controleer de Poly-V-Belt over de gehele omvang op beschadiging. Vervang een versleten of beschadigde Poly-V-Belt onmiddellijk. Hinweis De Poly-V-Belt wordt gespannen door een automatisch spannende veerbelaste spanrol.
Pagina 199
Onderhoud Poly-V-Belt vervangen Afb. 6-17 V-riemen Spanrol Veiligheidspen Montagegat Zet de motor af en trek de sleutel uit het contact. Open de motorkap. Druk de spanrol (1) met een dopsleutel in de richting van de pijl tot er een veiligheidspen (2) in het montagegat (3) bevestigd kan worden. De Poly-V-Belt is op dit moment spanningvrij.
Onderhoud ® 6.7.7 AdBlue -systeem (DEF) Hinweis Nadat de motor uitgeschakeld wordt, zuigt de pomp ongeveer nog ® een minuut AdBlue uit het systeem. Pas met de onderhoudswerken beginnen wanneer de pomp alle ® AdBlue uit het systeem gezogen heeft. Na het uitschakelen van de motor, de batterijschakelaar ten vroegste na 2 minuten losmaken.
Pagina 201
Onderhoud ® AdBlue bijvullen Hinweis Tanken met AdBlue®. Zie onderdeel 6.7.5 "Brandstofsysteem" Hinweis Onderhoudstrap naar beneden klappen/inklappen. Zie onderdeel 6.7.5 "Brandstofsysteem" VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar op machineschade Door verkeerd te tanken kan het uitlaatnabehandelingssysteem (SCR-systeem) beschadigd worden. In het geval een verkeerde tankbeurt mag het contact niet ingeschakeld worden en mag de motor in geen geval in bedrijf genomen worden.
Pagina 202
Onderhoud Minimum Bij het tanken van een ureumoplossing dienen de minimum tankhoeveelheden tankhoeveelheid nageleefd te worden. Het tanken onder de voorgeschreven minimum tankhoeveelheid is enkel toegelaten wanneer de tank op het moment van het tanken niet over voldoende vrij tankvolume beschikt. Tankvolume Minimum tankhoeveelheid <20 liter...
Pagina 203
Onderhoud ® AdBlue (DEF)-filter vervangen ® Afb. 6-19 AdBlue -filter Afdekking Deksel Filterelement Compensatie-element Afdekking (1) demonteren. Deksel (2) demonteren en op barsten controleren. Defect deksel vervangen. Filterelement (3) uit het compensatie-element (4) trekken en afvoeren. Nieuw compensatie-element (4) en filterelement (3) plaatsen. ±...
Pagina 204
Onderhoud 202 / 312 TL120 06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
Onderhoud 6.7.8 Hydraulische olietank WAARSCHUWING Risico door hete olie en machineonderdelen en onder druk staand hydraulisch systeem Er bestaat risico op verbranding. Risico op ernstige letsels door in de huid dringende hydraulische olie. Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet u de druk in het hydraulische systeem tot nul terugbrengen.
Onderhoud Hydraulisch oliepeil controleren Controleer het hydraulische oliepeil en vul eventueel de hydraulische olie bij. Hinweis De hydraulische cilinders van de werkuitrusting moeten zover mogelijk ingeschoven zijn. Afb. 6-20 Hydraulische olietank Aftapplug Beluchtingsfilter Aanzuig-terugloopfilter 204 / 312 TL120 06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
Onderhoud Hydraulische olie verversen VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door milieu-onvriendelijke stoffen. Oude olie kan in het milieu terechtkomen en aanzienlijke milieuschade veroorzaken. De oude olie niet in de grond weg laten lopen. Werkzaamheden (olie aftappen, filterpatroon demonteren) boven een opvangbak voor afgewerkte olie uitvoeren. Afgewerkte olie opvangen en milieuvriendelijk verwerken.
Onderhoud 6.7.9 Hydraulische olie-aanzuig-terugloopfilter Hinweis Na een grotere reparatie moet de filterpatroon van de aanzuig- terugloopfilter (5) na de testgang vervangen worden. Defecte hydraulische aanbouwapparatuur kan de levensduur van de aanzuig-terugloopfilter verkorten. Filterinzet hydraulische olie-aanzuig-terugloopfilter vervangen WAARSCHUWING Gevaar door hete olie en machinedelen Er bestaat gevaar op verbranding.
Pagina 209
Onderhoud Afb. 6-21 Terugloopfilter Filterdop Dichting Inlaatnippel O-Ring Filterelement Hydraulische olie op bedrijfstemperatuur brengen. Alle hydraulische cilinders moeten ingeschoven zijn. Aandrijfmotor uitzetten. Filterelement (5) samen met inlaatnippel (3) door trekken en tegelijkertijd draaien verwijderen. Filterpatroon van de inlaatnippel trekken en volgens de voorschriften als afval verwerken.
Onderhoud 6.7.10 Beluchtingsfilter vervangen Afb. 6-22 Beluchtingsfilter vervangen Beluchtingsfilter O-Ring Zeef Maak de beluchtingsfilter (1) los en verwijder deze. Reinig de zeef (3), controleer ze op beschadigingen en vervang ze eventueel. Schroef er een nieuwe beluchtingsfilter (1) met O-ring (2) in en draai deze handvast.
Onderhoud 6.7.12 Assen Algemeen WAARSCHUWING Gevaar door hete olie en machinedelen Er bestaat gevaar op verbranding. Huidcontact met olie, vet en machine-onderdelen voorkomen. Druk aflaten. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Bij kwetsuren een arts raadplegen. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door te weinig olie Onmiddellijk na het bijvullen is de olie nog niet in het syteem verdeeld.
Onderhoud Differentieel van de vooras Afb. 6-23 Differentieel van de vooras Controleplug Aftapplug Vulplug Asoliepeil controleren Verwijder de controleplug (1), controleer het asoliepeil en vul indien nodig olie bij via de vulopening (3). Asolie verversen Plaats de machine rechtop. Open de controleplug (1) en de vulplug (3). Open de aftapplug op het differentieel (2) en tap de olie af.
Onderhoud Differentieel van de achteras met aandrijving Afb. 6-24 Differentieel van de achteras Controleplug Aftapplugs op het differentieel Vulopening Aftapplugs op de aandrijving Oliepeil controleren Verwijder de controleplug (1), controleer het asoliepeil en vul indien nodig olie bij. Asolie verversen Plaats de machine rechtop.
Onderhoud 6.7.13 Wielnaaf WAARSCHUWING Gevaar door hete olie en machinedelen Er bestaat gevaar op verbranding. Huidcontact met olie, vet en machine-onderdelen voorkomen. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Bij kwetsuren een arts raadplegen. Afb. 6-25 Wielnaaf Controleplug Plug Hinweis De wielnaaf heeft een gedeelde controle- en vulschroef en aftapopening. Asoliepeil controleren Draai de wielnaaf in de controlestand.
Onderhoud 6.7.14 Wielen Luchtdruk van de banden controleren Controleer de luchtdruk in de banden volgens de druktabel op regelmatige tijdstippen. Zie onderdeel 9.2.11 "Banden" Toestand van de banden controleren Controleer de banden op barsten, insnijdingen, vreemde voorwerpen. Goede bevestiging van de wielmoeren controleren Controleer de wielmoeren (M20 x 1,5) dagelijks tijdens de eerste 50 bedrijfsuren en vervolgens regelmatig op het voorgeschreven draaimoment.
Onderhoud 6.7.15 Remmen WAARSCHUWING Gevaar door zware last Machine-onderdelen kunnen zich ongecontroleerd bewegen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Controleer vóór het starten van de motor of er niemand aanwezig is op de machine of in de gevarenzone. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door milieu-onvriendelijke stoffen.
Onderhoud Remvloeistof verversen en rem ontluchten GEVAAR GEFAHR Gevaar door onder druk ontsnappende olie Olie kan in de ogen of de huid dringen en ernstige letsels veroorzaken. Hete olie kan brandwonden veroorzaken. Huidcontact met olie, vet en hete machine-onderdelen voorkomen. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen.
Onderhoud 6.7.16 Elektrische uitrusting Afb. 6-28 Accu Klemhoek Accuscheidingsschakelaar Accu WAARSCHUWING Gevaar bij werken met accu's Accuzuur is bijtend. Er bestaat ontploffingsgevaar door een opstapeling van knalgas. Goed verluchten. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Niet roken en geen open vuur gebruiken. Laat geen gereedschap op de accu's liggen. Zeker niet op spanning controleren door 'tegen de aarding te tikken'.
Onderhoud Hinweis Voor de eerste inbedrijfname van de accu moeten de voorschriften van de fabrikant van de accu geraadpleegd worden. Wanneer de machine geleverd wordt, is ze uitgerust met een onderhoudsvrije accu. Accu controleren Controleer de accu via het kijkglas. Wanneer dit zwart is, dient de accu vervangen te worden.
Onderhoud Verlichting en waarschuwingsvoorzieningen WAARSCHUWING Gevaar door hete oppervlakken Er bestaat risico op verbranding. Schakel de motor uit. Huidcontact met hete machineonderdelen vermijden. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. VORSICHT VOORZICHTIG Kantelgevaar Valgevaar op onvoldoende beveiligde montageplaatsen op de machine. Gebruik bij het instappen en betreden van de machine enkel de daartoe voorziene opstappen en standplaatsen of de gepaste hulpmiddelen (bv.
Pagina 221
Onderhoud Waarschuwings Controleer de overlastwaarschuwingsvoorziening (optie) optisch en akoestisch. systemen Zie onderdeel 5.6.3 "TFT-display", sectie 'Overlast-alarmsysteem (optie) controleren'. Bedien de claxon en controleer zijn werking. Schakel de zwaailichten in en controleer de werking (optie). Controleer de markering op volledigheid en toestand. Rij achteruit.
Onderhoud 6.7.17 Stoffilter - cabineventilatie De luchtaanzuiging voor verwarming en frisse licht van de cabine is uitgerust met een stoffilter, naar keuze een kool-/pollenfilter. Afb. 6-29 Stoffilter - cabineventilatie Ventilatierooster Bevestigingsprofiel Stoffilter Demontage Verwijder het ventilatierooster (1). Verwijder het bevestigingsprofiel (2). Verwijder het filterelement (3).
Onderhoud 6.7.18 Ruitensproeierinstallatie Afb. 6-30 Ruitensproeierreservoir Voorraadreservoir Vul het reservoir van de ruitensproeier (1) indien nodig bij. Voeg bij temperaturen rond of onder het vriespunt een antivriesmiddel toe. 221 / 312 TL120 06_Wartung und Pflege_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
Onderhoud Stillegging 6.8.1 Conservering bij tijdelijke stillegging VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door lange stilstandstijden Machineschade door opslagschade (bijv. corrosieschade) bij stilstandtijden van meer dan drie maanden. Conserveringsmaatregelen treffen. Machine conserveren Zet de machine tijdens de opslagtijd in een droge en stofvrije ruimte. Reinig de buiten- en binnenkant van de machine, inclusief de aandrijfmotor, grondig.
Onderhoud Controleer het koelmiddel op antivriesgehalte en pas het indien nodig aan. Voer alle conserveringsmaatregelen uit volgens de handleiding van de motorfabrikant. Controleer de bandenluchtdruk op de voorgeschreven waarde en bescherm de banden tegen rechtstreeks zonlicht. Behandel blanke zuigerstangen met een in de handel verkrijgbaar anticorrosiemiddel.
De machine mag alleen gedemonteerd en opgehaald worden door een erkend afvalbehandelingsbedrijf conform de geldende wetten, richtlijnen en normen. Daarom adviseert Yanmar dat u de machine terugbezorgd aan een Yanmar-dealer. Nationale veiligheidsbepalingen voor de demontage van machines in acht nemen.
Bediening 7 Bediening Hinweis Raadpleeg zeker alle veiligheidsinstructies. Zie onderdeel 3.7 "Bediening". Vóór het bedrijf WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door verkeerde bediening. Machine kan zich onbedoeld bewegen. Risico op zwaar letsel met de dood tot gevolg. Voor de aanvang van de laadwerkzaamheden alle bedienings- en controle-organen goed inprenten.
Bediening 7.1.1 Instellingen Bestuurdersstoel standaard Afb. 7-1 Bestuurdersstoel standaard Hendel/wiel voor gewichtsinstelling Greep voor lengteverstelling Greep voor zittingsverstelling Armleuning rechts Handwiel voor lendewervelsteun (optie) Greep voor hoekverstelling van de rugleuning Veiligheidsgordel Breng de stoel met de lengteverstelling (2) in de voor u gunstigste positie: verstelling naar voor: stoel naar voor schuiven.
Pagina 230
Bediening Bestuurdersstoel MSG95 (optie) 10 9 Afb. 7-2 Bestuurdersstoel MSG95 Optie: Hoofdsteun Optie: Stoelverwarming Optie: Handwiel voor lendewervelsteun Armleuning links Greep voor hoekverstelling van de rugleuning Optie: Handwiel voor armleuningshoek Horizontale vering Optie: Greep voor hoekinstelling van de stoel Optie: Greep voor zittingsverstelling Hoogte-instelling/Gewichtsinstelling Breng de stoel met de lengte-instelling (11/12/13) in de voor u gunstigste positie:...
Pagina 231
Bediening Bestuurdersstoel MSG85 (optie) Afb. 7-3 Bestuurdersstoel Optie: Hoofdsteun Optie: Stoelverwarming Optie: Handwiel voor lendewervelsteun Optie: Greep voor hoekverstelling van de rugleuning Optie: Greep voor hoekverstelling van de rugleuning Optie: Draai-inrichting Optie: Horizontale vering Lengte-instelling Optie: Gewichtsinstelling Optie: Greep voor hoekinstelling van de stoel Optie: Greep voor zittingsverstelling Optie: Handwiel voor armleuningshoek Armleuning links...
Bediening Stuur Afb. 7-4 Stuur Vergrendelingshendel voor verstelling stuur Verstelling in de hoogte Druk de vergrendelingshendel (1) naar boven. Stel de gewenste hoogte van het stuur in. Laat de vergrendelingshendel los. Verstelling van de hoek Druk de vergrendelingshendel (1) naar beneden. Stel de gewenste hoek van het stuur in.
Pagina 233
Bediening Stuurschakelaar Afb. 7-5 Bediening licht Richtingaanwijzer / Lichtschakelaar / Claxon Met behulp van de stuurschakelaar (1) wordt de verlichting van de machine als volgt geregeld: Stand 0 = licht uit Stand 1 = standlicht (parkeerlicht) Stand 2 = rijlicht (dimlicht / grootlicht) Wanneer de stuurschakelaar opgeheven wordt, worden de grootlichten ingeschakeld.
Bediening Verwarming, ventilatie en airconditioninginstallatie Hinweis De verwarming en de airconditioninginstallatie werken alleen wanneer de aandrijfmotor draait. Verwarming instellen Afb. 7-6 Bediening verwarming Aanzuigmondstuk circulatielucht Schuifregelaar verwarming Uitstroomopening De ventilator van de op het koelvloeistofcircuit aangesloten verwarming (optie: airconditioning) kan zowel verse lucht toevoeren als lucht circuleren. Schakel de ventilator op de gewenste stand via het bedieningspaneel.
Bediening Verlichting WAARSCHUWING WARNUNG Verblindingsgevaar Verkeerd ingestelde verlichting kan verkeersongevallen veroorzaken. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Let erop dat de schijnwerpers correct ingesteld zijn. Afb. 7-7 Verlichting instellen Rijverlichting Werkverlichting vooraan Werkverlichting achteraan - rechts (optie) Werkverlichting achteraan - links (optie) Stel de werkverlichting (2, 3, 4) zodanig in dat het werkgebied verlicht is.
Bediening Deurvergrendeling Afb. 7-8 Deurvergrendeling Vergrendeling buiten Vergrendelingshendel binnen Wanneer de deur geopend is, dient ze vergrendeld te worden. Hierdoor dient de deur tot de aanslag geopend te worden zodat de vergrendeling kan inschakelen. Vergrendel de deur en zorg ervoor dat ze hoorbaar vastklikt. Deurvergrendeling losmaken Druk op de hendel (2) om de deurvergrendeling los te maken.
Bediening Watervulling van de banden GEVAAR GEFAHR Levensgevaar Corrosiegevaar voor het gebruik van magnesiumchloride. Magnesiumchloride is bijtend. Er bestaat ontploffingsgevaar door een opstapeling van knalgas. Goed verluchten. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Niet roken en geen open vuur gebruiken. Magnesiumchloride altijd aan het water toevoegen en niet omgekeerd.
Draai de contactsleutel naar rechts in stand "1". Het controlelampje 'Laadcontrole' gaat branden. De software wordt geladen. Zodra het Yanmar-symbool op het TFT-display verschijnt, draait u de contactsleutel in positie 2. Zodra de motor draait, draait de contactsleutel automatisch terug in positie 1.
Pagina 239
Bediening Controle tijdens het werk De machine is met een waarschuwingszoemer uitgerust, die bij het optreden van één van de volgende storingen/gebeurtenissen een waarschuwingssignaal geeft: • Overlast-alarmsysteem (optioneel) • Motoroliedruk • Koelvloeistofpeil • Brandstofgebrek • Koelvloeistoftemperatuur • Motordiagnose • Regeneratie deeltjesfilter •...
Bediening VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door te weinig bedrijfsstoffen Het werken van de machine met te weinig/zonder werkingsstoffen kan tot ernstige beschadiging van de machine leiden! Indicaties in de gaten houden. Bedrijfsstoffen bijvullen. Controleer bij weerklinken van de waarschuwingszoemer welk controlelampje oplicht en ga als volgt te werk: Handelingen bij het oplichten van het controlelampje overlastwaarschuwingssysteem...
Pagina 241
Bediening Handelingen bij het oplichten van het controlelampje vervuiling van de luchtfilter Voer een onderhoud uit en spoor eventueel de oorzaak van de vervuiling op. ® Handelingen bij het oplichten van het AdBlue -waarschuwingslampje (DEF) Zie hoofdstuk Combi-instrument (zie pagina 120). 239 / 312 TL120 07_Bedienung_nl.fm - 1.0 - 30.5.17...
Bediening Motor uitzetten VORSICHT VOORZICHTIG Oververhittingsgevaar Motor koelt in de stand stationair gelijkmatig af. Het afzetten van de motor tijdens het afkoelen kan tot ernstige motorschade leiden! Motor voor het afzetten korte tijd in de onderste stationaire stand laten lopen zonder belasting. Draai de contactsleutel in stand '0'.
Bediening Rijden WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last Machine kan zich onbedoeld bewegen. Risico op zwaar letsel met de dood tot gevolg. Controleer vóór het starten van de motor of er niemand aanwezig is op de machine of in de gevarenzone. WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door ongecontroleerde machinebeweging...
Bediening 7.3.1 Rijden VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar dor snellere wisseling van de rijrichting dan verwacht De machine wisselt de rijrichting sneller dan verwacht wanneer de tuimelschakelaar voor voorkeuze van de rijrichting tijdens het rijden wordt bediend. Schakelaar voor voorkeuze van de rijrichting alleen bedienen bij snelheden van de machine onder 20 km/u.
Pagina 245
Bediening Stuurkolomschakelaars (licht-, knipper-, claxon- en dimschakelaar) Inch-reminrichting Uitstroomopening Rijpedaal Verstelling van het stuurwiel (hoogte, schuinstand) Joystick Roller 1e hulpstuurkring Rijrichtingsschakelaar Rijsnelheid (snel - haas, langzaam - schildpad) Roller 2e hulpstuurkring (optioneel) Drijfstand Parkeerrem Aanzuigmondstuk circulatielucht Radio (optie) Ruitensproeierreservoir Contactdoos Schuifregelaar verwarming Opbergcompartiment voor bedieningsstang voor mech.
Pagina 246
Bediening Hinweis Bij snelheden >20 km/u is het omschakelen van de rijrichting niet mogelijk. Zet de rijrichtingsschakelaar weer terug in de oorspronkelijke stand of neutraal tot u een snelheid bereikt van <20 km/u. Stoppen Verlaag de snelheid door het rijpedaal (4) los te laten. De hydrostatische rijaandrijving werkt daarbij als slijtagevrije hulprem.
Bediening 7.3.2 Stuurinrichting WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door niet-verholpen functiestoring Gevaar op zware letsels met de dood tot gevolg. Bij functiestoringen aan de besturing onmiddellijk de oorzaak zoeken (Zie onderdeel "Geen stuurbeweging") en evt. servicepersoneel erbij halen. Hinweis Bij een uitgeschakelde dieselmotor is er geen stuurbekrachtiging. De stuurkrachten zijn zeer groot! De machine is uitgerust met een volledig hydraulische, proportioneel werkende knikbesturing.
Bediening 7.3.3 Remmen Hinweis De motor kan alleen worden gestart wanneer • ofwel de parkeerrem • of de inch-reminrichring • en de rijrichtingsschakelaar op 'neutraal' staat Afb. 7-10 Bediening - Remmen Inch-reminrichting Parkeerrem Bedrijfsrem / Rem-inchinrichting De machine is uitgerust met een rem-inchinrichting, die de afhankelijkheid van de rijsnelheid ten opzichte van het motortoerental aanpast.
Pagina 249
Bediening Handrem GEVAAR GEFAHR Gevaar door volremming Een rijdende machine vertraagt bij het bedienen van de parkeerrem tot stilstand. Gevaar op ernstige verwondingen. Parkeerrem alleen bedienen wanneer de machine stilstaat. De parkeerrem (2) moet bij het parkeren van de machine ingeschakeld worden.
Bediening 7.3.4 Rijden op wegen WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last Machine kan zich onbedoeld bewegen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Bij afdalingen voorzichtig aan gematigde snelheid rijden. Pas uw snelheid aan de omgeving aan. Duw het rijpedaal niet volledig in. Breng de machine tot stilstand alvorens om te schakelen tussen standen.
Pagina 251
Bediening Verlichting visueel inspecteren. • Remlicht • Richtingaanwijzer • Noodknipperlichtinstallatie • Parkeerlicht • Nummerplaatverlichting Hefframe optillen tot aan de gekleurde hoogtemarkering, zodat er voldoende bodemvrijheid is. Werkhydraulica op het bedieningspaneel uitschakelen. Werkuitrusting vastzetten. Stand II op het bedieningspaneel selecteren (optie). Werking van richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichtinstallatie, claxon, dimlicht en grootlicht controleren.
Bediening Machine wegzetten (parkeren) Parkeer de machine indien mogelijk op een vlakke, vaste ondergrond. Zet de tuimelschakelaar voor de keuze van de rijrichting op de joystick in de neutrale positie. Zet de werkinrichting neer op de grond. Trek de handrem aan. Schakel de werkhydraulica uit.
Bediening Werken met de machine 7.5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last Machine kan zich onbedoeld bewegen. Risico op zwaar letsel met de dood tot gevolg. Controleer vóór het starten van de motor of er niemand aanwezig is op de machine of in de gevarenzone. Om in te werken met een laag motortoerental beginnen.
Pagina 254
Bediening Hendelbediening WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last De machine kan met een bijzondere bediening uitgerust zijn. Machine kan zich onbedoeld bewegen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Controleer of speciale besturing ingebouwd is. Maak u met de bediening vertrouwd. Afb.
Pagina 255
Bediening Prent vóór het begin van de laadwerkzaamheden de hendelbediening goed in uw geheugen. Begin met laag motortoerental om vertrouwd te raken. Schakel de werkhydraulica in. 253 / 312 TL120 07_Bedienung_nl.fm - 1.0 - 30.5.17...
Bediening 7.5.2 Werking van de werkuitrusting WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last De machine kan met een bijzondere bediening uitgerust zijn. Machine kan zich onbedoeld bewegen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Controleer of speciale besturing ingebouwd is. Maak u met de bediening vertrouwd.
Bediening Roller 2e hulpstuurkring (optioneel) Drijfstand Parkeerrem Aanzuigmondstuk circulatielucht Radio (optie) Ruitensproeierreservoir Contactdoos Schuifregelaar verwarming Opbergcompartiment voor bedieningsstang voor mech. Snelwisselaar Kast met zekeringen en relais 255 / 312 TL120 07_Bedienung_nl.fm - 1.0 - 30.5.17...
Pagina 258
Bediening Bediening hulpstuurkring Mogelijke extra gereedschappen zijn: • UNI-laadschop • Grondbreker vooraan • Kraangiek • Hamer • Veegmachine • Splijtmes Hinweis De in de rechterjoystick geïntegreerde roller maakt een traploze variabele besturing mogelijk van het extra hydraulische circuit voor aanbouwapparaten. Via deze roller kan de gewenste hoeveelheid hydraulische olie van het proportioneel gestuurde hulpcircuit worden ingesteld en aan het desbetreffende aanbouwwerktuig, bv.
Pagina 259
Bediening Vast toerental- Stel met de schakelaar 'Vast toerental' een vast toerental voor de dieselmotor in. bedrijf (optie) Machine voor de werkzaamheden met handgas in de parkeerpositie zetten. (zie par. 7.5 Machine wegzetten (parkeren). Hinweis De rijaandrijving is bij deze bedrijfsmodus gedesactiveerd. Bij onbedoeld wegrollen komt de motor onmiddellijk tot stilstand.
Pagina 260
Bediening Bediening drijfstand voor hefframe Schakel op het bedieningspaneel de functie 'Drijfstand' in. Duw de joystick helemaal naar voren, tot deze in de voorste stand blijft. Bakstandgeheugen Instelling bakstandge- heugen Afb. 7-14 Instelling bakstandgeheugen Hefframe Controlelampje/naderingsschakelaar Schroeven Houder Scharnierbandbeugel Schroeven Kantelcilinder Controlelampje/naderingsschakelaar 258 / 312...
Pagina 261
Bediening Kantelcilinder Schakel op de bedieningsconsole de functie 'Bakstandgeheugen' in. Breng het laadsysteem in de gewenste positie (laadschop in het horizontale vlak instellen met de gewenste insteekdiepte). Ontspan de schroef (6). Verschuif de scharnierbandbeugel (5) tot het controlelampje van de naderingsschakelaar (8) dooft (schakelpunt).
Pagina 262
Bediening Instelling hefhoogtebe- grenzing Afb. 7-15 Instelling hefhoogtebegrenzing Controlelampje/naderingsschakelaar Schroeven Houder Hefframe Schakel op de bedieningsconsole de functie 'Bakstandgeheugen' in. Breng het laadsysteem in de gewenste positie (hefcilinder uitschuiven tot de gewenste hoogte van het laadsysteem is bereikt). Ontspan de schroef (2). Verschuif de houder (3) tot het controlelampje van de naderingsschakelaar (1) van de naderingsschakelaar dooft (schakelpunt).
Bediening Machine als hijswerktuig VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door overbelasting. Gevaar op machineschade. Machines mogen alleen als hijswerktuig gebruikt worden, als ze daarvoor uitgerust en goedgekeurd zijn. De toegelaten belasting van de machine mag niet over- schreden worden. Maximum toelaatbare last van de kraanhaak in acht nemen. Bij gebruik als hijswerktuig moeten de veiligheidsaanwijzingen opgevolgd worden.
Pagina 264
Bediening Overlast- WAARSCHUWING WARNUNG alarmsysteem (optie) Kantelgevaar Bij overlast wordt u gewaarschuwd door een optisch en een akoestisch signaal. Hierbij wordt het kantelgevaar niet afgewend. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Machine niet overbelasten. Voorzichtig bedienen. De toegelaten belasting van de machine mag niet overschreden worden. Schakel tijdens het werk de indicatie van het overlastwaarschuwingssysteem in (Zie onderdeel 5 "Beschrijving").
Bediening Bediening omschakeling omkeerventilator (optie) In de middelste stand schakelt de omkeerventilator automatisch om volgens het ingestelde interval. Druk op het instrumentenpaneel de schakelaar naar voor om de omkeerventilator handmatig in gang te zetten. Door de omschakeling worden de bladeren e.d. aan de luchtinlaat weggeblazen.
Bediening 7.5.3 Arbeidswerktuigen wisselen Voor een optimaal gebruik van de machine bij verschillende werkzaamheden is een groot aantal werkuitrustingen beschikbaar. De machine is uitgerust met een snelwisselsysteem, waardoor de tijd die nodig is voor het wisselen verkort wordt. Voor de aansluiting van een hydraulische hamer dient er een hulpstuurkring aanwezig te zijn.
Pagina 267
Bediening Montage van de werkuitrusting WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last Machine-onderdelen kunnen zich ongecontroleerd bewegen. Werktuigen kunnen naar beneden vallen. Gevaar op ernstige verwondingen. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Werktuigen steeds eerst tegen kantelen beveiligen. Niet in de gevarenzone stappen. Na het demonteren moet de werkuitrusting tegen kantelen worden beveiligd.
Pagina 268
Bediening Wisselen met mechanisch snelwissel- systeem Afb. 7-16 Snelwisselinrichting Borgpennen Bedieningsstang Beveilig de werkgereedschappen eerst tegen kantelen om ze te wisselen. Breng de borgpennen (1) naar omhoog en open de snelwisselaar met de bedieningsstang (2) tot de vergrendelingspennen volledig ingeschoven zijn. Controleer de correcte vergrendeling van het snelwisselsysteem en vet indien nodig de pennen in.
Bediening Wisselen met hydraulische Hinweis snelwisselin- Voor de bediening is een tweehandenbediening (veiligheidsschakeling) richting noodzakelijk. Werktuig opheffen Opening van de snelwisselaar: Schakel de werkhydraulica in via het bedieningspaneel. Ontgrendel de blokkering van de tuimelschakelaar en hou de schakelaar ingedrukt. Zodra de functie geactiveerd wordt, weerklinkt het waarschuwingssignaal. Bedien tegelijkertijd de roller op de joystick naar de functie 'Snelwisselaar openen' tot de snelwisselaar ontgrendelt en het werktuig losgekoppeld wordt.
Pagina 270
Bediening Bevestiging van de lasthaken op WAARSCHUWING de vorktanden WARNUNG Gevaar door zware last Machine-onderdelen kunnen zich ongecontroleerd bewegen. Werktuigen kunnen naar beneden vallen. Gevaar op ernstige verwondingen. Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. Werktuigen steeds eerst tegen kantelen beveiligen. De toegelaten belasting niet overschrijden. Afb.
Pagina 271
Bediening Controleer de lasthaak op een correcte vergrendeling alvorens hem te gebruiken. Coëfficiënt van de statische controle voor de lasthaak is gelijk aan 1,5. Max. toelaatbare lasten bij gebruik van de lasthaak Zie paragraaf 9.2.13 'Hefcapaciteiten' De lasthaak mag alleen worden gebruikt als hijswerktuig. 269 / 312 TL120 07_Bedienung_nl.fm - 1.0 - 30.5.17...
Bediening 7.5.4 Aanwijzingen voor de werking Laden Laat om te laden de laadschop neer en zet de snijrand parallel aan de grond. Verlaag indien nodig de rijsnelheid. Beweeg de laadschop in het te laden materiaal. Til het hefframe iets op wanneer de laadschop wordt gevuld en kantel de laadschop in.
Bediening 7.5.5 Aanwijzingen voor werken in de winter De volgende punten en de aanwijzingen in de gebruikshandleiding van de motorfabrikant moeten bij het gebruik in de winter opgevolgd worden. Hydraulische Laat na langere stilstand bij temperaturen rond en onder het vriespunt de olie machine met een gemiddeld toerental warmdraaien (ca.
Transport 8 Transport Hinweis Het gewicht van de machine bedraagt ongeveer 7000 kg (bedrijfsgewicht) Raadpleeg zeker alle veiligheidsinstructies. Zie onderdeel 3.23 "Berging, verladen en transport" Bergen van de machine Hinweis Wij raden aan de machine met een kraan te bergen. WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last...
Transport 8.1.1 Voorbereidingswerkzaamheden voor het bergen WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zwevende lasten Machine-onderdelen kunnen zich ongecontroleerd bewegen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Beveilig de machine met keggen tegen wegrollen. Ontspan het hydraulische systeem. VORSICHT VOORZICHTIG Gevaar door vuiligheid Het hydraulische systeem is zeer gevoelig en kan door vuil beschadigd worden.
Pagina 277
Transport Oliecircuit 'Rijden' openen Afb. 8-1 Hydraulische pomp Verstelklep Schroef Bij het wegslepen moet de oliecirculatie 'Rijden' altijd geopend worden, opdat de hydrostatische aandrijving niet meer als hulprem zou werken. Zet de aandrijfmotor af. Draai de verstelklep (1) met een inbussleutel (SW8) naar links los tot de aanslag (2).
Transport Verladen van de machine met een kraan WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last Machine kan naar beneden vallen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Rekening houden met het totale gewicht van de machine. Hijsmiddelen en een kraan met voldoende draagvermogen gebruiken.
Transport De machine optillen Sla de machine met een 4-puntshijsmiddel vakkundig aan de gemarkeerde punten (Afb. 8-2) aan. Hinweis Bij het 4-puntshijsmiddel letten op de juiste lengte, omdat de machine anders beschadigd kan raken. 277 / 312 TL120 08_Transport_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
Transport Machine op een vrachtwagen verladen WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door zware last Machine-onderdelen kunnen zich ongecontroleerd bewegen. Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Beveilig de machine met keggen tegen wegrollen. Afb. 8-3 Verladen op vrachtwagen Zet een oprijplaat met een hoek van maximum 15° tegen het voertuig. Beveilig het te beladen voertuig met keggen tegen wegrollen.
Transport Transport van de machine WAARSCHUWING WARNUNG Gevaar door overmatige breedte / overmatige hoogte Gevaar voor zwaar letsel met de dood tot gevolg. Let op alle transportafmetingen. Hou rekening met de doorgangshoogten van tunnels, bruggen. Afb. 8-4 Vastsjorren voor transport Knikvergrendeling Voor het transport op dieplader, per spoor...
Pagina 282
Transport 280 / 312 TL120 08_Transport_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
Technische specificaties Technische specificaties 9.2.1 Werkdata Afmetingen en gewichten Eenheid Bedrijfsgewicht (ISO 6016) 7000 Totale lengte met standaard laadschop op de grond 5480 Totale breedte 2100 Totale hoogte boven cabine 2780 Afstand tot de grond onder cardanas ca.mm Wielbasis 2290 4680 Draaicirkel boven buitenkant standaard laadschop Tab.
Technische specificaties 9.2.4 Elektrisch systeem Elektrisch systeem Bedrijfsspanning 12 V Accu 12 V 100 Ah 900 A Accu (optie) 12 V 135 Ah 1000 A Dynamo 14 V 95 A Startmotor 3,2 kW Starthulp 1 gloeistift per cilinder Verlichtingsinstallatie volgens StVZO en Euro-norm Tab.
Technische specificaties 9.2.7 Stuurinrichting Knikbesturing, 2 stuurcilinders met eindpositiedemping aan beide kanten, volledig hydraulisch via Load-Sensing-prioriteitsklep, snel en gemakkelijk sturen ook bij stationair motortoerental Totale stuurhoek: 80° 9.2.8 Toegelaten belastingen volgens wegenverkeersreglement Toegelaten totaalgewicht zie typeplaatje Toegelaten aslast voor resp. algemene goedkeuring Toegelaten aslast achter 9.2.9...
Technische specificaties 9.2.12 Front-laadinrichting Specificaties gebaseerd op standaard laadschop en banden 405/70 R20 Breedte van de laadschop 2100 Inhoud volgens ISO 7546 (max. dichtheid = 1,8 t/m ca. m Nuttige last in de laadschop 2160 Storthoogte bij 45° storthoek 2750 ca.
Pagina 292
Technische specificaties Vorkenbord Nominale last (totale hef- en stuurbereik) 2900 kg Nominale last, hele hefbereik, met achterasgewichten 3100 kg Nominale last (transportstand), ca. 300 mm boven de 3500 kg grond, totale stuurbereik Vorkdragerbreedte 1240 mm Lengte vorken (140x50 mm) 1120 mm Standaard veiligheidsfactor 1,25 Berekening nominale last op vlak terrein = 80% van de kiplast geknikt...
Technische specificaties 9.2.14 Hefcapaciteiten Hinweis Het gewicht van de werkgereedschappen moet van de aangegeven nuttige belasting worden afgetrokken. (Gewicht zie typeplaatje) Het laadvermogen wordt vastgesteld volgens ISO 14397-1 en EN ISO 474-3 met een veiligheidsfactor van 1,25 resp. 80 % van de kiplast op vlak terrein. Het laadvermogen in heftuigbedrijf is bij lasthaken met vorktanden, bij 500 mm lastafstand van de vorkrug, volgens ISO 14397-1 met stabiliteitsfactor 2,0 of 50 % van de kiplast vastgesteld.
Pagina 294
Technische specificaties Bij gebruik van opschroefbare achterasgewichten resp. achterbanden met watervulling Hinweis Verhoog bij het gebruik van het vorkenbord de spanning in de voorbanden met minstens 0,5 bar. Kraangiek (1) Specificaties gebaseerd op kraangiek met vaste arm en banden 40570 R20 Laadvermogen 1500 rechtdoor...
Pagina 295
Technische specificaties Kraangiek (2) Specificaties gebaseerd op kraangiek met vaste arm en banden 40570 R20 Laadvermogen rechtdoor 1000 Laadvermogen rechtdoor met achterasgewichten 1000 1100 6200 1400 2590 1830 4500 293 / 312 TL120 09_Technische Daten_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...
Technische specificaties 9.2.15 Cabine Elastisch gelagerde, stalen cabine met rondom zicht, ROPS (EN ISO 3471 ROPS) en FOPS** (EN ISO 3449 TOPS) gekeurd. De cabine is uitgerust met: • twee deuren • elektrische ruitenwissers met intervalstand • wasinrichting vooraan en achteraan •...
Gevaar door niet goedgekeurde wijzigingen Gevaar door beschadiging aan de machine door niet vrijgegeven veranderingen van de constructie, extra uitrustingen en arbeidswerktuigen van Yanmar producten. Veranderingen moeten schriftelijk door de fabrikant goedgekeurd worden. Als dat niet gebeurt, komt onze garantie en ook de productaansprakelijkheid voor evt.
Pagina 298
Technische specificaties Overige uitrustingen • Snellopervariant (met toelatingspakket) 36 km/u • Vulling met hydraulische bio-olie / esterbasis BIO-E-HYD-HEES • Elektrische brandstofvulpomp • Voorgestuurde buisbreukbeveiliging voor hef- en kantelcilinder • Waarschuwingssysteem achteruit • Centrale smeerinstallatie • Handgas, rijaandrijving uitgeschakeld • Diefstalbeveiliging, startblokkering •...
Fouten opsporen en verhelpen 10 Fouten opsporen en verhelpen WARNUNG WAARSCHUWING Gevaar door hitte, onder druk staande onderdelen en media Hydraulische installatie, koelsysteem, machine-onderdelen, enz. kunnen heet zijn en onder druk staan. Gevaar op ernstige letsels en brandwonden. Laat de machine afkoelen. Druk aflaten.
Fouten opsporen en verhelpen 10.1 Wie mag storingen verhelpen? • Binnen de garantieperiode moet het verhelpen van de storing door uw bevoegde servicebedrijf resp. door de vakkundige werkplaats gebeuren. • Kan de opgetreden storing alleen door een reparatie verholpen worden, dan moet u het bevoegde servicebedrijf inschakelen.
Motor start niet Oorzaak • Motor koud • Software niet geladen • Rem niet bediend Oplossing Alvorens de contactsleutel in pos. 2 te draaien, wacht u tot het Yanmar-sym- bool verschijnt op het TFT-display Storing Machine rijdt niet Oorzaak • Handremschakelaar defect •...
Pagina 302
Fouten opsporen en verhelpen Storing Geen stuurbeweging Oorzaak • Olietoevoer naar de pomp onderbroken • Hydraulische pomp defect • Prioriteitsklep defect • Stuurhuis defect • Stuurcilinder defect Oplossing Zuigleiding controleren en repareren Hydraulische pomp controleren, repareren of vervangen Prioriteitsklep: Schade verhelpen (contact opnemen met service) Stuurhuis: Schade verhelpen (contact opnemen met service) Stuurcilinder repareren Storing...
Pagina 303
Fouten opsporen en verhelpen Storing Trage versnelling en vertraging, te weinig trekkracht Oorzaak • Motorvermogen onvoldoende • Geen tankvoordruk • Aanzuig-terugloopfilter verstopt • Vulpomp zuigt lucht • Vul- resp. voedingsdruk te laag • Hoge druk te laag • Verstelbare pomp zwenkt niet helemaal uit •...
Pagina 304
Fouten opsporen en verhelpen Storing Hydrostatische rijaandrijving werkt, maar in geen enkele richting Oorzaak • Te weinig hydraulische olie in de tank • Mechanische verbinding naar de dieselmotor beschadigd • Vulpomp defect, geen vuldruk • Rijrichtingschakelaar defect • Rijrichtingklep defect •...
Pagina 305
Fouten opsporen en verhelpen Storing Handrem werkt niet Oorzaak • Bowdenkabel beschadigd • Remvoeringen versleten Oplossing Bowdenkabel controleren en indien nodig vervangen Remvoeringen vervangen Storing Storingen in het elektrische systeem Oorzaak • Buiten- en/of binnenverlichting werkt niet • Ruitenwissers werken niet •...
Fouten opsporen en verhelpen 10.3.1 Storingen van de startblokkering (optie KAT) Storing Startblokkering werkt niet Oorzaak • Contact niet aangesloten op de stroomtoevoer • Antennekabel niet aangesloten of defect • Sleutel beschikt niet over ingeleerde transponder Oplossing Spanningsvoorziening op stekkercontacten controleren Antennestekkerverbinding controleren Antennekabel controleren Sleutel met ingeleerde transponder gebruiken...
Pagina 307
Fouten opsporen en verhelpen Storing Wissen van ingeleerde sleutel niet mogelijk Oorzaak • Geen of verkeerde mastersleutel gebruikt (rode greep) • Tijd van mastersleutel in het contactslot te kort • Antenne defect Oplossing Correcte mastersleutel gebruiken Mastersleutel voldoende tijd geven Controleren of de antenne werkt 305 / 312 TL120...
Pagina 308
Fouten opsporen en verhelpen 306 / 312 TL120 10_Fehlerbeseitigung_nl.fm - V1.0 - 30.5.17...