NEDERLANDS
3. TRAINING
De hartslagsensor omdoen
1.
Bevestig één uiteinde van de hartslagsensor aan de
elastische band.
2.
Stel de lengte van de elastische band zo in, dat deze
strak maar comfortabel zit. Doe de borstband om uw
borst, net onder de borstspieren, en bevestig de
elastische band aan de hartslagsensor.
3.
Neem de hartslagsensor iets los van de borst en maak
de twee geribbelde elektrodeplaten aan de
binnenkant vochtig. Zorg ervoor dat de vochtige
elektroden dicht tegen de huid liggen en dat de tekst
van de hartslagsensor rechtop in het midden van uw
borst zit.
Zie Onderhoud van uw product (pagina 13) voor meer
informatie over het onderhoud van de borstband.
Training starten
Doe de hartslagsensor en de trainingscomputer om voordat u met de training start. Om interferentie te
voorkomen mogen zich geen andere trainingscomputers binnen een straal van één meter (drie voet) van u
vandaan bevinden.
Door de knop ingedrukt te houden, schakelt u het hartslagzonealarm in de trainingsfunctie
Het alarm klinkt wanneer u buiten de gewenste hartslagzone komt.
10
Training
1.
Start de registratie van uw trainingssessie door éénmaal
op de knop te drukken.
(Training) wordt weergegeven.
EXE
2.
De stopwatch begint na een paar seconden te lopen. De
omtrek van het hartsymbool knippert totdat uw hartslag
wordt waargenomen (dit mag niet meer dan 15 seconden
duren).
3.
Uw hartslag wordt weergegeven. Een knipperend
hartsymbool betekent dat uw hartslag wordt gemeten.
Het symbool knippert op de snelheid van uw hartslag.
(In-) of
(Uit).
ON
OFF