De functie Gemengde formaten
Wanneer originelen met verschillende
formaten, maar wel dezelfde breedte,
tegelijkertijd in de ADF worden ge-
plaatst, wordt automatisch het formaat
van de originelen gecontroleerd voor-
dat de kopieën worden gemaakt.
Opmerking
❒ Wanneer u originelen met verschil-
lende formaten in de ADF plaatst
zonder de functie Gemengde forma-
ten te gebruiken, worden delen van
de originele afbeelding mogelijk niet
gekopieerd of kan het papier vastlo-
pen.
❒ De snelheid waarmee wordt gekopi-
eerd en gescand kan worden gere-
duceerd.
❒ U kunt originelen met twee verschil-
lende formaten tegelijkertijd plaat-
sen.
❒ Met deze functie kunt u originelen
met de volgende formaten gebrui-
ken:
Metri-
A3L, B4 JIS L, A4KL,
sche
B5 JISKL
versie
11" × 17"L, 8
Inch-
versie
" × 11"KL,
1
8
/
2
" × 8
1
1
5
/
2
A
Druk op [Speciaal origineel].
B
Druk op [Gemengde formaten] en
druk vervolgens op [OK].
" × 14"L,
1
/
2
" KL
/
2
C
Richt de voor- en linkerzijde van
de originelen zoals is weergegeven.
1.
Invoerrichting voor ADF
2.
Verticaal formaat
D
Stel de geleider in op het breedste
formaat.
E
Plaats de originelen met de bedruk-
te zijde naar boven in de automati-
sche papierinvoereenheid.
F
Druk op de toets {Start}.
Originelen plaatsen met aangepast
formaat
Als u originelen met een aangepast for-
maat in de ADF plaatst, moet u de af-
metingen van de originelen opgegeven.
Opmerking
❒ U kunt met deze functie papier ge-
bruiken met een lengte van 128–297
mm (5–11 inch) en een breedte van
128–1260 mm (5–49 inch).
A
Druk op [Speciaal origineel].
B
Druk op [Aangepast form. orig.].
Originelen plaatsen
CP19AE
17
1