vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van
gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de
vloeistoffen die zij aanbevelen.
Materiaaleigenschappen:
Viscositeit, ASTM D445 cSt @ 40ºC 55 tot 62 cSt @
100ºC 9.1 tot 9.8
Viscositeitsindex ASTM D2270 140-152
Stolpunt, ASTM D97, -37ºC tot -43ºC
Industriespecificaties:
API GL-4, AGCO Powerfluid 821 XL, Ford New
Holland FNHA-2-C-201,00, Kubota UDT, John Deere
J20C, Vickers 35VQ25 en Volvo WB-101/BM.
Opmerking: Veel hydraulische vloeistoffen zijn bijna
kleurloos, zodat het moeilijk is lekkages op te sporen. Er
is een rode kleurstof voor de vloeistof in het hydraulisch
systeem verkrijgbaar in flesjes van 20 ml. Eén flesje
is voldoende voor 15–22 liter hydraulische vloeistof.
U kunt deze kleurstof bestellen bij een erkende Toro
dealer, onderdeelnr. 44-2500.
Opmerking: Als de vloeistof verontreinigd raakt, moet
u contact opnemen met uw plaatselijke Toro-distributeur
om het systeem schoon te laten spoelen. Verontreinigde
hydraulische vloeistof ziet er in vergelijking met schone
vloeistof melkachtig of zwart uit. Er moet mogelijk
vaker onderhoud worden gepleegd als er meerdere
werktuigen worden gebruikt, omdat de vloeistof sneller
verontreinigd kan raken als er verschillende hydraulische
vloeistoffen worden gemengd.
1. Reinig de omgeving van de plaats waar het filter
wordt gemonteerd (Figuur 78). Plaats een opvangbak
onder het filter en verwijder het filter.
Opmerking: Als de olie niet moet worden
afgetapt, kunt u de hydraulische lijn die naar het filter
loopt loskoppelen en voorzien van een plug.
2. Smeer de nieuwe pakkingafdichting van het filter en
draai het filter met de hand op de filterkop totdat de
pakking contact maakt met de filterkop. Draai het
filter vervolgens nog eens 3/4 slag. Het filter moet
nu afgedicht zijn.
3. Vul de hydraulische tank met ongeveer 15 liter
hydraulische vloeistof.
4. Start de motor en laat deze ongeveer twee minuten
stationair lopen om de vloeistof te laten circuleren
en het systeem te ontluchten. Stop de machine en
controleer het vloeistofniveau opnieuw.
5. Controleer het vloeistofpeil.
6. U moet de vloeistof op de juiste wijze afvoeren.
De bak omhoogbrengen in
noodgevallen
In noodgevallen kan de bak worden opgehaald zonder
de motor te starten, door de startmotor te laten aanslaan
of het hydraulische systeem in te schakelen met behulp
van opstartslangen.
De bak omhoogbrengen met behulp
van de startmotor
Stel de startmotor in werking met de hefhendel in
de stand Omhoog. Laat de startmotor 15 seconden
draaien en wacht vervolgens 60 seconden voordat u de
startmotor opnieuw in werking stelt. Als de startmotor
niet aanslaat, moet u de lading en de laadbak (werktuig)
verwijderen, zodat de motor of transaxle kunnen worden
nagekeken.
De bak omhoogbrengen door het
hydraulische systeem in te schakelen
met behulp van opstartkabels
Voordat u onderhoudswerkzaamheden aan het
voertuig verricht of deze afstelt, moet u de motor
afzetten, de parkeerrem in werking stellen
en het sleuteltje uit het contact verwijderen.
Verwijder de lading uit de bak of een ander
werktuig voordat u onder een opgehaalde bak
gaat werken. Werk nooit onder een opgeheven
laadbak zonder dat u de laadbakbeveiliging
hebt geplaatst op de volledig uitgetrokken
cilinderstang.
Opmerking: Hiervoor hebt u twee hydraulische
slangen nodig, elk met een mannelijke en een vrouwelijk
koppeling, die passen op de koppelingen van het
voertuig.
1. Rij het andere voertuig achterwaarts naar de
achterkant van het defecte voertuig.
Belangrijk: Het hydraulische systeem van de
voertuigen is gevuld met Dexron IIl ATF. Om
verontreiniging van het systeem te voorkomen,
moet u controleren of het voertuig waarmee
u het hydraulische systeem wilt inschakelen,
dezelfde of een gelijksoortige vloeistof gebruikt.
2. Maak de twee slangen met snelkoppelingen op beide
voertuigen los van de slangen die zijn bevestigd aan
de beugel van de koppeling (Figuur 79).
62