Het voertuig besturen
1. Zet de parkeerrem vrij.
2. Druk het koppelingspedaal volledig in.
3. Zet de schakelhendel in de eerste versnelling.
4. Laat het koppelingspedaal langzaam opkomen,
terwijl u het gaspedaal intrapt.
5. Wanneer het voertuig voldoende snelheid
heeft, haalt u uw voet van het gaspedaal, trapt
u het koppelingspedaal volledig in, zet u de
schakelhendel in de volgende versnelling en laat u
het koppelingspedaal omhoog komen, terwijl u het
gaspedaal intrapt. Herhaal deze stappen tot u de
juiste snelheid heeft bereikt.
Belangrijk: Stop het voertuig voordat u van
een versnelling achteruit naar een versnelling
vooruit schakelt, of andersom.
Opmerking: Laat de motor niet lange tijd
stationair draaien.
Gebruik onderstaande tabel om de rijsnelheid van
het voertuig te bepalen bij een motortoerental van
3600 tpm.
Overbren-
Verhou-
Bereik
ging
ding
1
L
82,83 : 1
2
L
54,52 : 1
3
L
31,56 : 1
1
H
32,31 : 1
2
H
21,27 : 1
3
H
12,31 : 1
Achteruit
L
86,94 : 1
Achteruit
H
33,91 : 1
Opmerking: Wanneer u het contactsleuteltje
gedurende langere tijd op Aan laat staat, zonder de
motor te starten, kan de accu leeglopen.
Belangrijk: Probeer de motor niet te starten
door het voertuig aan te duwen of te slepen. De
aandrijflijn kan hierdoor schade oplopen.
Het voertuig tot stilstand
brengen
Om het voertuig tot stilstand te brengen, haalt u uw
voet van het gaspedaal, trapt u het koppelingspedaal in
en trapt u het rempedaal in.
Snelheid
Snelheid
(mijl/uur)
(km/uur)
2,9
4,7
4,5
7,2
7,7
12,5
7,6
12,2
11,5
18,5
19,8
31,9
2,8
4,5
7,1
11,6
30
Motor afzetten
Om de motor af te zetten, draait u het contactsleuteltje
naar de stand Uit en stelt u de parkeerrem in werking.
Verwijder het sleuteltje uit het contact om te voorkomen
dat de motor per ongeluk start.
Nieuw voertuig inrijden
Uw Workman is klaar voor gebruik. Om ervoor
te zorgen dat het voertuig goede prestaties levert
en een lange levensduur heeft, moet u de eerste
100 bedrijfsuren de volgende richtlijnen in acht nemen.
• Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen
en de motorolie en let op tekenen die erop wijzen
dat een onderdeel van het voertuig oververhit raakt.
• Na een koude start moet u de motor ongeveer
15 seconden warm laten worden, voordat u het
voertuig in de versnelling zet.
• Laat de motor niet 'razen'.
• Om ervoor te zorgen dat het remsysteem optimaal
functioneert, moet u de remmen gebruiksklaar
maken (inrijden) voordat u het voertuig gaat
gebruiken. Om de remmen in te rijden, laat u het
voertuig op volle snelheid rijden, daarna remt u om
het voertuig snel te laten stoppen zonder de wielen
te blokkeren. Herhaal dit 10 keer en wacht steeds 1
minuut voordat u opnieuw remt om te voorkomen
dat de remmen oververhit raken. Dit is het meest
effectief als het voertuig is beladen met 454 kg.
• Varieer de snelheid van het voertuig tijdens het
gebruik. Laat de motor niet langdurig stationair
draaien. Vermijd snel starten en stoppen.
• De motor heeft geen inrij-olie nodig. De
originele motorolie is hetzelfde type olie dat is
voorgeschreven voor regelmatige olieverversingen.
• Zie hoofdstuk Onderhoud voor bijzondere
controles op rustige momenten.
Het veiligheidssysteem
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor niet
aanslaat of start, tenzij het koppelingspedaal is ingetrapt.