Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kabel Van Differentieelgrendel Afstellen; De Banden Controleren; Uitlijning Van De Voorwielen Controleren - Toro Workman HDX Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Workman HDX:
Inhoudsopgave

Advertenties

2. Draai de contramoer van de gaffel los en pas de
gaffel zo aan, dat de gaffelopening is uitgelijnd met
de opening in de beugel van de transaxle.
3. Bevestig de gaffelpennen en draai de contramoer aan
als u klaar bent.
Kabel van differentieelgrendel
afstellen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
1. Zet de hendel van de differentieelgrendel op Uit.
2. Draai de contramoeren los waarmee de kabel van
de differentieelgrendel vastzit aan de beugel op de
transaxle (Figuur 56).
1. Kabel differentieelgrendel
2. Transaxlebeugel
3. Stel de contramoeren zo af dat er een opening van
0,25 tot 1,5 mm ontstaat tussen de veerhaak en de
buitendiameter van de opening in de transaxlehendel.
4. Draai de contramoeren vast als u klaar bent.

De banden controleren

Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Ongelukken tijdens werkzaamheden, zoals een botsing
tegen een trottoirband, kunnen een band of een velg
beschadigen en tevens de wieluitlijning verstoren.
Daarom moet u na een ongeluk de conditie van de
banden controleren.
Controleer de bandenspanning regelmatig. Als de
banden niet op de juiste spanning zijn, zullen deze
vroegtijdig slijten.
Figuur 56
3. Veer
4. Opening van 0,25 tot
1,5 mm
Figuur 57 toont een voorbeeld van slijtage aan een band
veroorzaakt door een te lage bandenspanning.
1. Te lage bandenspanning
Figuur 58 toont een voorbeeld van slijtage aan een band
veroorzaakt door een te hoge bandenspanning.
1. Te hoge bandenspanning
Uitlijning van de voorwielen
controleren
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks
(houd hierbij de kortste periode aan)
1. Zorg ervoor dat de banden recht naar voren wijzen.
2. Meet de afstand hart-tot-hart van het toespoor
(ter hoogte van de assen) aan de voorzijde en de
achterzijde van de stuurwielen (Figuur 59). De
afstand moet aan de voorzijde van het wiel tussen 0
± 3 mm groter zijn dan aan de achterzijde van de
band. Draai het wiel 90 graden en voer de meting
opnieuw uit.
Belangrijk: Controleer de afstand op
consistente locaties op het wiel. Het voertuig
moet zich op een horizontale ondergrond
bevinden en de wielen moeten recht naar voren
wijzen.
53
Figuur 57
Figuur 58

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

073660736707367tc0737007370tc

Inhoudsopgave