1. Opening van 5 tot 8,9 mm
Koppelingspedaal afstellen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
Opmerking: U kunt de koppelingskabel afstellen bij
de koppelingsbehuizing of bij het draaipunt van het
koppelingspedaal. De kap op de voorkant kan worden
verwijderd zodat u gemakkelijk bij het draaipunt van het
koppelingspedaal kunt komen.
1. Draai de contramoeren los waarmee de
koppelingskabel vastzit aan de beugel op de
koppelingsbehuizing (Figuur 73).
1. Koppelingskabel
2. Contramoeren
Opmerking: U kunt de kogelverbinding
verwijderen en draaien als extra afstelling wenselijk is.
2. Maak de contraveer los van de versnellingspook.
3. Stel de contramoeren en/of kogelverbinding zo
af, dat de onderkant van het achterste deel van het
koppelingspedaal 9,5 ± 0,3 cm is verwijderd van
de antislipvloerplaat (met ruitprofiel), wanneer een
kracht van 1,8 kg wordt uitgeoefend op het pedaal
(Figuur 74).
Figuur 72
Figuur 73
3. Contraveer
4. Kogelverbinding
1. Koppelingspedaal
Opmerking: Er wordt kracht uitgeoefend zodat
het druklager van de koppeling de vingers van
koppelingsdrukplaat licht aanraakt.
4. Draai de contramoeren weer vast nadat u het pedaal
heeft afgesteld.
5. Controleer nogmaals of de afstand 9,5 ± 0,3 cm
is, nadat de contramoeren zijn vastgedraaid, ten
behoeve van een goede afstelling. Indien nodig
opnieuw afstellen.
6. Maak de contraveer vast aan de versnellingspook.
Belangrijk: Zorg ervoor dat het stanguiteinde
rechtop en niet scheef op de kogel is geplaatst
en parallel met het koppelingspedaal loopt nadat
de contramoer is vastgedraaid (Figuur 75).
1. Stangeind van
koppelingskabel
2. Koppelingspedaal
Opmerking: De speling van het koppelingspedaal
mag nooit minder dan 19 mm bedragen.
59
Figuur 74
2. 9,5 ± 0,3 cm
Figuur 75
3. Contramoer van stangeind
4. Parallel