Onderhoud motor
Onderhoud van het luchtfilter
Onderhoudsinterval: Om de 200
bedrijfsuren—Vervang het
luchtfilter. (vaker in stoffige,
vuile omstandigheden)
Controleer periodiek het luchtfilter en de slangen
voor een optimale bescherming van de motor
en een maximale levensduur. Controleer de
luchtfilterbehuizing op beschadigingen die een luchtlek
zouden kunnen veroorzaken. Vervang een beschadigde
luchtfilterbehuizing.
Inspecteer en vervang het luchtfilter zoals beschreven in
de onderstaande procedure:
1. Trek de vergrendeling naar buiten en draai het
luchtfilterdeksel linksom.
Figuur 45
1. Luchtfilterdeksel
2. Voordat u het filter verwijdert, moet u met schone
en droge perslucht onder lage druk (276 kPa [40 psi])
grote hoeveelheden aangekoekt vuil verwijderen
dat tussen de buitenkant van het voorfilter en de
filterbus zit.
Belangrijk: Gebruik geen perslucht onder
hoge druk, omdat hierdoor vuil via the filter in
het inlaatkanaal kan worden geblazen. Deze
reiniging voorkomt dat er rommel in de inlaat
terechtkomt als het voorfilter wordt verwijderd.
3. Verwijder en vervang het voorfilter.
Opmerking: Het wordt afgeraden het gebruikte
element te reinigen omdat dit kan leiden tot
beschadiging van de filtermedia.
2. Filter
4. Inspecteer het nieuwe filter op transportschade en
controleer het uiteinde van het filter, dat goed moet
aansluiten, en de filterbehuizing.
Belangrijk: Een beschadigd element mag niet
worden gebruikt.
5. Plaats het nieuwe filter door de buitenring van het
element aan te drukken om dit vast te zetten in de
filterbus.
6. Reinig de opening van de vuiluitlaat in het
afneembare deksel. Verwijder de rubberen
uitlaatklep van het deksel, maak de holte schoon en
plaats de klep terug.
7. Monteer het deksel met de rubberen uitlaatklep naar
beneden gericht, in een stand tussen ongeveer 5:00
tot 7:00 uur, gezien vanaf het uiteinde.
8. Maak de sluitingen van het luchtfilterdeksel vast. Stel
de indicator opnieuw in als deze rood is.
Motorolie verversen en filter
vervangen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren
Om de 150 bedrijfsuren
1. Haal de laadbak op (indien aanwezig) en plaats de
laadbakbeveiliging op de uitgetrokken hefcilinder om
de bak omhoog te houden.
2. Verwijder de aftapplug en laat de olie in een
opvangbak lopen (Figuur 46). Als er geen olie meer
naar buiten stroomt, plaatst u de aftapplug terug.
1. Aftapplug motorolie
3. Verwijder het oliefilter (Figuur 47).
47
Figuur 46