1. Motoroliefilter
4. Breng een dun laagje schone olie aan op de pakking
van het filter voordat u het erop schroeft.
5. Schroef het filter erop totdat de pakking contact
maakt met de bevestigingsplaat en draai het filter
vervolgens nog eens 1/2 tot 2/3 slag. Niet te vast
draaien.
6. Vul het carter bij met olie; zie Motoroliepeil
controleren.
Bougies vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
De bougies hebben meestal een lange levensduur. U
moet de bougies echter verwijderen en controleren
als de motor slecht functioneert, of elke 400
bedrijfsuur. Vervang de bougies om te zorgen voor
goede motorprestaties en om het emissieniveau te
verminderen.
Een juiste bougie om te gebruiken is een Champion RC
14YC of NGK BPR 4ES.
De aanbevolen elektrodenafstand bedraagt 0,81 mm.
1. Maak de omgeving van de bougies schoon zodat er
geen vuil in de cilinder kan terechtkomen als u de
bougie verwijdert.
2. Maak de kabels los van de bougie en verwijder de
bougies uit de cilinderkop.
3. Controleer de conditie van de massa-elektrode, de
centrale elektrode en de isolator van de centrale
elektrode op beschadigingen.
Belangrijk: Een bougie die gebarsten,
aangetast, vuil is of andere gebreken vertoont
moet worden vervangen. U mag de elektroden
niet zandstralen, afkrabben of reinigen met een
staalborstel omdat hierdoor gruis kan losraken
en in de cilinder terechtkomen. Dit leidt meestal
tot beschadiging van de motor.
Figuur 47
1. Elektrodenafstand: 0,81 mm
4. Zorg ervoor dat de elektrodenafstand tussen de
centrale elektrode en de massa-elektrode 0,81 mm
bedraagt.
5. Plaats de bougies met de juiste elektrodenafstand.
Draai de bougies vast met een torsie van 24 tot
30 Nm. Als u geen momentsleutel gebruikt, draait
u de bougies stevig vast.
6. Druk de bougiekabels op de bougie.
48
Figuur 48