Download Print deze pagina

ABB ACS150 Snelle-Installatiegids pagina 2

Verberg thumbnails Zie ook voor ACS150:

Advertenties

Bepaalt de maximumwaarde voor externe
referentie REF1 ( 1105 ).
Stel de constante snelheid 1, 2 en 3 in
( 1202, 1203, 1204) .
Stel de minimum waarde (%) in, corresponderend
met het minimum signaal voor AI(1) ( 1301 ).
Typische instellingen:
0% voor 0 ... 0 mA (of 0... 10 V) signaal.
0% voor 4 ... 20 mA (of 2... 10 V) signaal.
Definieert de bovenlimiet voor de
uitgangsfrequentie van de omvormer ( 2008 ). Dit
is normaal gelijk aan de netfrequentie (50 of 60 Hz).
Selecteert de stopfunctie van de motor ( 2102 ).
1 = Stop door uitlopen tot stilstand.
2 = Stop langs a helling gedefinieerd door
parameter.
Draairichting van motor
Controleer de draairichting van de motor:
1. Draai de potentiometer volledig tegen de klok in.
2. Als de omvormer in de afstandsbedieningsmo-
LOC
dus staat (REM op het display), drukt u op
REM
om over te schakelen op plaatselijke bediening.
3. Druk op
om de motor te starten.
4.Draai de potentiometer een beetje met de klok
mee totdat de motor draait.
5. Zorg er dat de draairichting van de motor
hetzelfde is als getoond op het display (FWD
betekent voorwaarts en REV achterwaarts).
6.Druk op
om de motor te stoppen.
Om de draairichting van de motor te wijzigen:
1. De installatie spanningsloos maken:
• Ontkoppel de ingangsstroom en alle gevaarlijke externe spanningen van de
omvormer. Wacht vijf minuten om de tussencondensatoren te laten ontladen.
• Zorg er voor dat heraansluiten niet mogelijk is. Zorg voor een lock-out en een tag-out.
• Gebruik een spanningstester om te meten of de installatie spanningsloos is.
Controleer voor en na het meten van de installatie de werking van de
spanningstester op een bekende spanningsbron.
• Controleer dat de spanning tussen elke voedingsklem van de omvormer (U1, V1, W1)
en de aarde (PE) 0 V is.
• Controleer dat de spanning tussen elke voedingsklem van de omvormer (U2, V2, W2)
en de aarde (PE) 0 V is.
• Controleer dat de spanning tussen de DC-klemmen (BRK+ BRK-) en de aarde (PE)
0 V is.
• Installeer tijdelijke aarding zoals vereist volgens plaatselijke regelgeving.
2. Verwissel twee fasegeleiders van de motorkabel bij de uitgangsklemmen van de
omvormer of bij de aansluitkast van de motor.
3. Zet de omvormer aan en controleer de draairichting van de motor opnieuw, zoals
hierboven beschreven.
Acceleratie/deceleratie tijden
Stel de acceleratietijd 1 (2202) en de
deceleratietijd 1 (2203) in.
Laatste controle
Het opstarten is nu voltooid. Als u uw instelling
wilt opslaan als een gebruikersmacro, scrolt u
naar parameter 9902 naar u de waarde -1
(USER S1 SAVE).
Zorg dat er geen fouten of alarmmeldingen op het display te zien zijn.
Foutcodes
Fout
Beschrijving
F0001
OVERCURRENT - De uitgangsstroom is hoger dan de uitschakelgrens.
F0002
DC-OVERSPANNING - DC-tussenspanning is te hoog.
F0003
DEV OVERTEMP - Omvormer IGBT-temperatuur van de omvormer is te hoog.
F0004
SHORT CIRC - Kortsluiting in motorkabel(s) of de motor.
F0006
DC-ONDERSPANNING - DC-tussenspanning is te laag.
F0009
MOT OVERTEMP - De motortemperatuur is te hoog of de opstartgegevens zijn onjuist.
F0016
EARTH FAULT - Er is een aardlek in de motor of de motorkabel.
F0022
INPUT PHASE LOSS - De gelijkspanning van het tussencircuit schommelt door een
ontbrekende fase in de ingangsleiding of een doorgebrande zekering.
Nominale waarden
ACS150
Ingang
Ingang met
smoorspoel
I
I
I
I
I
I
1N
1N
1N
1N
2N
2,1/10
(480 V)
(480 V)
x = E/U
A
A
A
A
A
1-fase U
= 230 V
N
01x-02A4-2
6,1
-
4,5
-
2,4
3,6
01x-04A7-2
11
-
8,1
-
4,7
7,1
01x-06A7-2
16
-
11
-
6,7
10,1
01x-07A5-2
17
-
12
-
7,5
11,3
01x-09A8-2
21
-
15
-
9,8
14,7
3-fase U
= 230 V
N
03x-02A4-2
4,3
-
2,2
-
2,4
3,6
03x-03A5-2
6,1
-
3,5
-
3,5
5,3
03x-04A7-2
7,6
-
4,2
-
4,7
7,1
03x-06A7-2
12
-
6,1
-
6,7
10,1
03x-07A5-2
12
-
6,9
-
7,5
11,3
03x-09A8-2
14
-
9,2
-
9,8
14,7
3-fase U
= 400/480 V
N
03x-01A2-4
2,2
1,8
1,1
0,9
1,2
1,8
03x-01A9-4
3,6
3,0
1,8
1,5
1,9
2,9
03x-02A4-4
4,1
3,4
2,3
1,9
2,4
3,6
03x-03A3-4
6,0
5,0
3,1
2,6
3,3
5,0
03x-04A1-4
6,9
5,8
3,5
2,9
4,1
6,2
03x-05A6-4
9,6
8,0
4,8
4,0
5,6
8,4
03x-07A3-4
12
9,7
6,1
5,1
7,3
11,0
03x-08A8-4
14
11
7,7
6,4
8,8
13,2
I
continue rms ingangsstroom (voor het dimensioneren van kabels en zekeringen)
1N
I
(480 V) continue rms ingangsstroom (voor het dimensioneren van kabels en zekeringen)
1N
voor omvormers met 480V ingangsspanning
I
continue rms stroom. 50% overbelasting is toegestaan gedurende één minuut
2N
per tien minuten.
I
maximum (50% overbelasting) stroom is toegestaan gedurende één minuut per
2,1/10
tien minuten
I
maximale uitgangsstroom. Gedurende twee seconden beschikbaar bij start.
2max
P
typisch motorvermogen (normaal gebruik). Het vermogen in kilowatt is van
N
toepassing op de meeste IEC, 4-polige motoren. De waarden in paardenkracht
zijn van toepassing op de meeste 4-polige NEMA motoren.
Verwante documenten
ACS150
ACS150 handleidingen
gebruikershandleiding
3AXD50000629305 Rev C NL 2021-12-01
Vertaling van de originele handleiding.
© Copyright 2021 ABB. Alle rechten voorbehouden.
Zekeringen en typische voedingskabelafmetingen
1105
LOC
S
ACS150...
PAR
FWD
1202
LOC
S
PAR
FWD
x = E/U
LOC
1301
S
1-fase U
= 230 V
N
01x-02A4-2
PAR
FWD
01x-04A7-2
01x-06A7-2
LOC
2008
S
01x-07A5-2
01x-09A8-2
PAR
FWD
3-fase U
= 230 V
N
03x-02A4-2
LOC
2102
S
03x-03A5-2
PAR
FWD
03x-04A7-2
03x-06A7-2
03x-07A5-2
LOC
1202
S
03x-09A8-2
3-fase U
= 400/480 V
N
PAR
FWD
03x-01A2-4
03x-01A9-4
03x-02A4-4
03x-03A3-4
vooruit
achteruit
03x-04A1-4
03x-05A6-4
03x-07A3-4
03x-08A8-4
1) De aanbevolen zekeringen moeten gebruikt worden om de IEC/EN/UL 61800-5-1
classificatie te behouden.
2) De omvormer is geschikt voor gebruik op een stroomkring die niet meer dan 100000
symmetrische ampères (rms) bij maximaal 480 V kan leveren, wanneer deze wordt beveiligd
door de zekeringen uit deze tabel.
3) Voor 50% overbelastingscapaciteit, gebruik dan het grotere alternatief voor de zekering.
Klemgegevens voor de voedingskabels
Frame-
maat
draadgrootte
gevlochten)
mm
R0...R2
0,25/0,2
Opmerkingen:
LOC
2202
S
De minimaal gespecificeerde draadgrootte heeft niet noodzakelijkerwijs
voldoende stroomvoercapaciteit bij maximale belasting.
PAR
FWD
De aansluitklemmen accepteren geen geleider die een maat groter is dan
de maximaal gespecificeerde draadmaat.
LOC
9902
S
Het maximum aantal geleiders per klem is 1.
Omgevingsomstandigheden
PAR
FWD
Vereist
Hoogte
installatieplaats
Omgevingstempera-
tuur
Relatieve
luchtvochtigheid
Verontreinigingsni-
veaus
Schok (IEC 60068-2-27,
ISTA 1A)
Vrije val
Afmetingen en gewichten
Frame-
H1
maat
mm
Uitgang
Frame
R0
169
afme-
R1
169
ting
I
P
2max
N
R2
169
A
A
kW
pk
1) 230V-omvormers / 400V-omvormers
H1
hoogte zonder bevestigingsmiddelen en klemplaat
H2
hoogte met bevestigingsmiddelen, zonder klemplaat
4,2
0,37
0,5
R0
H3
hoogte met bevestigingsmiddelen en klemplaat
8,2
0,75
1
R1
B
Breedte
11,7
1,1
1,5
R1
D
Diepte
13,1
1,5
2
R2
Eisen aan de vrije ruimte
17,2
2,2
3
R2
Framemaat
4,2
0,37
0,5
R0
6,1
0,55
0,75
R0
Alle
8,2
0,75
1
R1
Markeringen
11,7
1,1
1,5
R1
De van toepassing zijnde certificaten zijn te zien op het typeplaatje van het
13,1
1,5
2
R1
.
product
17,2
2,2
3
R2
2,1
0,37
0,5
R0
3,3
0,55
0,75
R0
4,2
0,75
1
R1
CE
5,8
1,1
1,5
R1
7,2
1,5
2
R1
9,8
2,2
3
R1
12,8
3
3
R1
15,4
4
5
R1
Informatie over
ecologisch ontwerp
(EU 2019/1781)
Zekeringen
Grootte van de geleider (Cu)
gG
UL
Ingang
Motor
PE
Klasse
(U1, V1, W1)
(U2, V2, W2)
T of CC
(600 V)
1) 2)
2
2
2
A
A
mm
AWG
mm
AWG
mm
10
10
2,5
14
0,75
18
2,5
16
20
2,5
14
0,75
18
2,5
3)
16/20
25
2,5
10
1,5
14
2,5
3)
20/25
30
2,5
10
1,5
14
2,5
3)
25/35
35
6
10
2,5
12
6
10
10
2,5
14
0,75
18
2,5
10
10
2,5
14
0,75
18
2,5
10
15
2,5
14
0,75
18
2,5
16
15
2,5
12
1,5
14
2,5
16
15
2,5
12
1,5
14
2,5
16
20
2,5
12
2,5
12
2,5
10
10
2,5
14
0,75
18
2,5
10
10
2,5
14
0,75
18
2,5
10
10
2,5
14
0,75
18
2,5
10
10
2,5
12
0,75
18
2,5
16
15
2,5
12
0,75
18
2,5
16
15
2,5
12
1,5
14
2,5
16
20
2,5
12
1,5
14
2,5
20
25
2,5
12
2,5
12
2,5
U1, V1, W1, U2, V2, W2, BRK+, BRK-
Min.
Max.
Aanhaalmo-
Max.
draadgrootte
ment
draadgrootte
(massief/
(massief/
(massief of
gevlochten)
gevlochten)
2
2
2
AWG
mm
AWG
N·m
lbf·in
mm
24
6,0/4,0
10
0,8
7
25
Tijdens bedrijf (geïnstalleerd voor stationair gebruik)
0...2000 m boven zeeniveau. De uitgangsstroom moet 1% worden
gereduceerd voor elke 100 m boven 1000 m.
-10 ... +50 °C. Vorst is niet toegestaan. De nominale uitgangsstroom
moet worden verlaagd met 1% voor elke 1 °C boven 40 °C.
0 ... 95%. Condensatie is niet toegestaan. Maximaal toelaatbare
relatieve vochtigheid is 60% in aanwezigheid van corrosieve gassen.
Geen geleidend stof toegestaan
Niet toegestaan
Niet toegestaan
IP20 / UL open type
H2
H3
B
D
in
mm
in
mm
in
mm
in
mm
in
6,65
202
7,95
239
9,41
70
2,76
142
5,59
6,65
202
7,95
239
9,41
70
2,76
142
5,59 1,3/1,2
6,65
202
7,95
239
9,41
105
4,13
142
5,59
Bovenkant
Onderkant
mm
in
mm
in
75
3
75
3
UL
RCM
EAC
WEEE
Rem
(BRK+, BRK-)
2
AWG
mm
AWG
14
2,5
14
14
2,5
14
10
2,5
12
10
2,5
12
10
6
12
14
2,5
14
14
2,5
14
14
2,5
14
12
2,5
12
12
2,5
12
12
2,5
12
14
2,5
14
14
2,5
14
14
2,5
14
12
2,5
12
12
2,5
12
12
2,5
12
12
2,5
12
12
2,5
12
PE
Aanhaalmo-
ment
AWG
N·m
lbf·in
3
1,2
11
Gewicht
kg
lb
1,1
2,4
1)
1)
2,9/2,6
1,5
3,3
Zijkanten
mm
in
0
0
EIP
UKCA

Advertenties

loading