nl Reiniging en onderhoud
Gebied
Geschikte schoonmaak-
middelen
Watertank
¡ Warm zeepsop
Braadthermome-
¡ Warm zeepsop
ter
17.2 Apparaat schoonmaken
Reinig om beschadiging van het apparaat te voorko-
men het apparaat uitsluitend zoals aangegeven en met
geschikte reinigingsmiddelen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en haar on-
derdelen die men kan aanraken heet.
▶
Wees voorzichtig om het aanraken van verwar-
mingselementen te voorkomen.
▶
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt wor-
den gehouden.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand
vliegen.
▶
Voor gebruik dient u de binnenruimte, de verwar-
mingselementen en de accessoires vrij te maken
van grove verontreiniging.
Vereiste: De instructies voor het gebruik van de reini-
gingsmiddelen aanhouden.
→ "Reinigingsmiddelen", Pagina 26
1.
Het apparaat met warm zeepsop en een schoon-
maakdoekje reinigen.
Voor sommige oppervlakken kunt u alternatieve
‒
reinigingsmiddelen gebruiken.
→ "Geschikte schoonmaakmiddelen", Pagina 26
2.
Drogen met een zachte doek.
17.3 Controleer na de reiniging de
afdichting van de binnenruimte
▶
Wanneer de binnenruimte-afdichting zich links of
rechts op de afstandshouder
ting van de binnenruimte zover naar binnen schui-
ven totdat deze naast de afstandshouder
plaatst.
28
Aanwijzingen
Om na de reiniging resten schoonmaakmiddel te verwijderen met
schoon water grondig naspoelen.
Om de watertank na de reiniging te drogen, de watertank met geo-
pend deksel laten drogen. Afdichting op het deksel goed drogen.
Niet in de vaatwasser reinigen.
Gebruik bij sterke verontreiniging een borstel.
Niet in de vaatwasser reinigen.
bevindt, de afdich-
is ge-
17.4 Zelfreinigende oppervlakken in de
binnenruimte reinigen
De achterwand in de binnenruimte is zelfreinigend. De
zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte zijn
voorzien van een laagje poreus, mat keramiek en heb-
ben een ruw oppervlak. Wanneer het apparaat in ge-
bruik is, nemen de zelfreinigende oppervlakken spet-
ters van het bakken, braden of grillen op en breken ze
af. Wanneer de zelfreinigende oppervlakken zich tij-
dens het gebruik niet meer voldoende reinigen, warm
de binnenruimte dan gericht op.
LET OP!
Als de zelfreinigende oppervlakken niet regelmatig wor-
den gereinigd, kan dit leiden tot schade aan de opper-
vlakken.
▶
Als op de zelfreinigende oppervlakken donkere vlek-
ken zichtbaar zijn, de ovenruimte opwarmen.
▶
Geen ovenreiniger of schurende reinigingsmiddelen
gebruiken. Wanneer er per ongeluk ovenreiniger op
de zelfreinigende oppervlakken terechtkomt, direct
afdeppen met water en een vaatdoekje. Niet wrijven.
1.
Haal de accessoires en vormen uit de binnenruimte.
2.
De rekjes losmaken en uit de binnenruimte nemen.
→ "Rekjes", Pagina 30
3.
Grove verontreinigingen met zeepsop en een zachte
doek verwijderen:
– van de gladde emaillen oppervlakken
– van de apparaatdeur binnen
– van de glazen afdekplaat van de ovenlamp
Zo voorkomt u niet verwijderbare vlekken.
4.
Voorwerpen uit de binnenruimte halen. De binnen-
ruimte moet leeg zijn.
5.
Verwarmingsmethode broodbakstand instellen.
6.
Maximale temperatuur instellen.
7.
In werking stellen.
8.
Na 1 uur het apparaat uitschakelen.
9.
Wanneer het apparaat goed is afgekoeld, de bin-
nenruimte met een vochtige doek afnemen.
Opmerking: Op de zelfreinigende oppervlakken
kunnen vlekken ontstaan. Resten van suikers en ei-
witten in levensmiddelen worden niet afgebroken en
blijven hechten aan de oppervlakken. Roodachtige
vlekken zijn resten van zouthoudende levensmidde-
len, de vlekken zijn geen roest. De vlekken zijn niet
gevaarlijk voor de gezondheid. De vlekken hebben
geen invloed op het reinigende vermogen van de
zelfreinigende oppervlakken.
10.
De rekjes inhangen.
→ "Rekjes", Pagina 30