4
Gebruik
De parameters invoeren
Na het inschakelen van de centrifuge wordt het laatst geselecteerde procesprofiel opgegeven.
1. De knop
1 is de langzaamste, 9 is de snelste curve.
2. Uw invoer wordt overgenomen als de waarde niet meer knippert.
Remcurve
1. De knop
1 is de langzaamste, 9 is de snelste curve.
2. Uw invoer wordt overgenomen als de waarde niet meer knippert.
Toerental / RCF programmeren
1. De knop
indrukken. Naast de weergave brandt het veld onder de actuele eenheid.
2. Op het display verschijnt „Set speed" of RCF-waarde, afhankelijk van de displayinstelling. Druk op
de toets
3. De gewenste waarde invoeren door de knop
Het toerental kan tussen 300 omw./min. en 10000 omw./min. liggen en kan in stappen van 10
omw./min. worden ingesteld.
De RCF-waarde kan in stappen van 1 worden ingesteld.
4. Uw invoer wordt overgenomen als de waarde niet meer knippert.
Opmerking Na selectie van een extreem lage RCF-waarde wordt deze eventueel gecorrigeerd, als het
resulterende toerental kleiner is dan 300 omw./min.
4-4
Cryofuge 5500i
onder het veld Versnellingsprofiel indrukken om de versnellingscurve te wijzigen.
onder het veld Remprofiel indrukken om de remcurven te wijzigen.
onder het veld Toerental / RCF-waarde (waarde relatieve centripetale versnelling)
om de selectie te wisselen.
naar boven of beneden te drukken.
Thermo Scientific