Systeemkenmerken
Elekotrmagnetische interferentie verminderen
Appendix B - Veiligheidsinformatie
De bovenvermelde verschijnselen zijn niet uniek voor de monitor. Ze zijn
kenmerkend voor de huidige generatie patiëntmonitoren. De
verschijnselen treden op doordat zeer gevoelige versterkers gebruikt
worden om de fysiologische signalen weer te geven. Bij de vele reeds
klinisch gebruikte vergelijkbare monitoren vormt interferentie uit
elektromagnetische bronnen zelden een probleem.
Het product en de bijbehorende accessoires kunnen ontvankelijk zijn
voor interferentie door andere bronnen van RF-energie en van continue,
zich herhalende pieken in de voedingslijn. Voorbeelden van andere
bronnen van RF-interferentie zijn andere medische elektrische apparaten,
mobiele telefoons, informatietechnologieapparatuur en radio-/
televisieuitzendingen.
Als men geconfronteerd wordt met elektromagnetische interferentie
(EMI), bijvoorbeeld, als u onjuiste geluiden hoort via de luidspreker van
de foetale monitor, probeer dan de bron op te sporen. Onderzoek het
volgende:
• Is de interferentie te wijten aan verkeerd geplaatste of slecht toegepaste
trancducers? Als dat zo is, breng de transducers dan weer correct aan
in overeenstemming met de aanwijzingen in dit boek of de
bedieningsinstructies bij het accessoire.
• Is de interferentie intermitterend of constant?
• Vindt de interferentie alleen op bepaalde lokaties plaats?
• Treedt de interferentie alleen op in de nabijheid van bepaalde
medische elektrische apparatuur?
Als de bron gelokaliseerd is, zijn er een aantal dingen die u kunt doen om
het probleem te verkleinen:
1. De bron wegnemen. Mogelijke EMI bronnen kunnen worden
uitgeschakeld of verder van de monitor verwijderd, teneinde de
storingssterkte te verminderen.
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
143