Als er zich precipitaat heeft gevormd in de lysisbuffer (AL), lost u deze op door te incuberen
op 56 °C.
Voeg drager-RNA dat is gereconstitueerd in elutiebuffer (AVE) toe aan lysisbuffer (AL)
volgens de instructies op pagina 27 (alleen voor de handmatige procedure).
Gebruik indien mogelijk voor iedere procedure nieuwe elutiebuffer (AVE) (er zijn 4 buisjes
meegeleverd).
Tijdens de procedures voor kwaliteitscontrole van QIAGEN worden op iedere
afzonderlijke kitpartij functionele testen uitgevoerd. Meng daarom geen reagentia uit kits
uit verschillende partijen, en voeg geen reagentia uit verschillende partijen samen.
Procedure
Voor de handmatige procedure met een microcentrifuge volgt u stap 1–15.
Deze procedure kan op de QIAcube Connect MDx in twee verschillende versies
geautomatiseerd worden:
Plasma of Serum_Standard: Volledige geautomatiseerd met 200 µl monster (vanaf
stap 1 beginnen)
Lysis via Plasma of Serum_Manual: Gedeeltelijk geautomatiseerd met handmatig
lyseren zonder instrument met 200 µl volume initieel monster (na stap 5 beginnen)
1. Pipetteer 25 µl QIAGEN Protease (QP) naar een lysebuisje (LT).
Controleer voor gebruik de vervaldatum van de gereconstitueerde protease.
2. Voeg 200 µl plasma of serum toe aan het lysebuisje (LT).
Opmerking: Vul een monstervolume van minder dan 200 µl aan met 0,9% natriumchloride
totdat het volume van de protease en het monster samen 225 µl bedraagt.
3. Voeg 200 µl lysisbuffer (AL) (met 28 µg/ml drager-RNA en optioneel interne controle) toe.
Sluit het dopje en meng de inhoud gedurende ≥ 15 sec. met een puls-vortexmixer.
Voor efficiënte lysering is het essentieel dat het monster en de lysisbuffer (AL) grondig
worden gemengd tot een homogene oplossing.
32
Gebruiksaanwijzing (Handleiding) QIAamp DSP Virus Spin Kit
06/2022