MOGELIJKE SCHADELIJKE GEVOLGEN VAN HET APPARAAT
Onderstaand volgt een overzicht van de mogelijke schadelijke gevolgen van het
apparaat.
•
Het niet kunnen identificeren van een te defibrilleren aritmie
•
Er wordt geen defibrillatieschok toegediend bij aanwezigheid van
ventrikelfibrilleren (VF), ventrikelflutter of sommige ventriculaire
tachycardie (VT), wat kan leiden tot permanent letsel of de dood
•
Onjuist energieniveau, wat kan leiden tot mislukte defibrillatie of
postshock-disfunctie
•
Myocardiaal letsel
•
Brandgevaar in de nabijheid van een hoge zuurstofconcentratie of
brandbare anaesthetica
•
Incorrecte schokken voor een pulsondersteunend ritme waardoor
ventrikelfibrilleren of hartstilstand wordt veroorzaakt
•
Schok voor omstander door contact met de patiënt tijdens toedienen
van defibrillatieschok
•
Interactie met pacemakers
•
Brandwonden rondom de defibrillatie-elektroden
•
Contacteczeem door gevoeligheid voor de materialen die worden
gebruikt in de defibrillatie-elektroden
•
Lichte huiduitslag
KLINISCH OVERZICHT VAN VEILIGHEIDS- EN
PRESTATIEGEGEVENS
Philips of diens voorganger HeartStream was rechtstreeks verantwoordelijk
voor het uitvoeren van klinische studies met betrekking tot de veiligheid en
effectiviteit van de AED-serie van Philips.
1
1-9