Controles vóór inbedrijfstelling – Motoroliepeil controleren
5.3 Motoroliepeil controleren
Afb. 26
B-834-0026
Afb. 27
48
B-SYM-1068
Veiligheidsuitrusting:
1.
Omgeving van de oliemeetstaaf (1) reinigen.
1
2.
Oliemeetstaaf eruit schroeven en afvegen met een vezelloze,
schone doek.
MAX
3.
Oliemeetstaaf in de vulopening steken zonder hem erin te
schroeven, en dan eruit nemen om het oliepeil te controleren.
ð Het oliepeil moet tussen de "MIN" en "MAX"-markering
4.
MIN
Als het oliepeil daaronder staat olie bijvullen tot de "MAX"-
markering.
5.
Oliemeetstaaf erin schroeven.
AANWIJZING!
Gevaar van motorschade!
–
Alleen olie met toegelaten specificatie
Ä Hoofdstuk 8.2.1 "Motorolie"
gebruiken
op pagina 71.
n
Beschermende werkkleding
n
Werkschoenen
n
Werkhandschoenen
liggen.
AANWIJZING!
Gevaar van motorschade!
–
Motorolie niet overvullen.
DFP9