Figuur 59
1. Oliefilter
3. Als het oliepeil beneden de Laag-markering staat,
verwijdert u de vuldop (Figuur 60) en vult u bij met
olie totdat het oliepeil de Vol-markering bereikt.
Niet te vol vullen.
Figuur 60
1. Olievuldop
4. Plaats de vuldop en de peilstok terug.
Motorolie verversen
Onderhoudsinterval: Om de 250
bedrijfsuren—Ververs de motorolie
en vervang het filter.
1. Verwijder de aftapplug (Figuur 61) en laat de olie in
een opvangbak lopen. Als er geen olie meer naar
buiten stroomt, plaatst u de aftapplug terug.
2. Peilstok
1. Aftapplug motorolie
2. Verwijder het oliefilter (Figuur 59). Smeer een dun
laagje schone olie op de nieuwe filterpakking voordat
u deze vastschroeft. Niet te vast draaien.
3. Vul het carter bij met olie; zie Motoroliepeil
controleren.
Afsluiterspeling instellen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 250
bedrijfsuren—Stel de afsluiterspeling
in
Om de 2000 bedrijfsuren—Stel de
afsluiterspeling in
Zie ook de Motorbedieningshandleiding, bij de machine,
voor verdere aanbevelingen.
51
Figuur 61