controleer het uiteinde van het filter, dat goed moet
aansluiten, en de filterbehuizing. Een beschadigd
element mag niet worden gebruikt. Verwijder het
veiligheidsfilter niet (Figuur 58).
1. Luchtfilterindicator
2. Sluiting van luchtfilter
3. Luchtfilterbehuizing
Belangrijk: Probeer nooit een veiligheidsfilter
te reinigen (Figuur 58). Plaats steeds een
nieuw veiligheidsfilter als het voorfilter drie
onderhoudsbeurten heeft gehad.
1. Veiligheidsfilter
3. Plaats het voorfilter terug (Figuur 57).
4. Plaats het nieuwe filter door de buitenring van het
element aan te drukken om dit vast te zetten in de
filterbus. Druk niet op het flexibele midden van het
filter.
5. Reinig de opening van de vuiluitlaat die zich in het
afneembare deksel bevindt. Verwijder de rubberen
Figuur 57
4. Voorfilter van luchtfilter
5. Rubberen uitlaatklep
Figuur 58
uitlaatklep van het deksel, maak de holte schoon en
plaats de klep terug.
6. Monteer het deksel met de rubberen uitlaatklep
(Figuur 57) naar beneden gericht - in een stand
tussen ongeveer 5:00 tot 7:00 uur, gezien vanaf het
uiteinde. Maak de sluiting vast.
Motorolie verversen
Motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of
dagelijks—Controleer het
motoroliepeil.
Het carter van de motor is in de fabriek gevuld met olie;
het oliepeil moet echter worden gecontroleerd voordat
en nadat de motor voor de eerste keer wordt gestart.
De carterinhoud is 8,04 liter met filter.
Gebruik hoogwaardige motorolie die moet voldoen aan
de volgende specificaties:
• Vereiste onderhoudsclassificatie van API: CH-4,
CI-4 of hoger.
• Aanbevolen olie: SAE 15W-40 (boven -18°C)
• Alternatieve olie: SAE 10W-30 (onder de -5°C)
Toro Premium motorolie is verkrijgbaar bij uw dealer
met een viscositeit van 15W-40 of 10W-30. Zie de
onderdelencatalogus voor de onderdeelnummers. Zie
ook de Motorbedieningshandleiding, bij de machine, voor
verdere aanbevelingen.
Opmerking: De beste tijd om de motorolie te
controleren is wanneer de motor koud is voordat deze
is gestart voor de dag. Als hij al heeft gedraaid, moet
u de olie eerst terug laten lopen gedurende tenminste
10 minuten voordat u controleert. Als het olieniveau
op of onder de bijvulmarkering op de peilstok staat, vul
dan olie bij om het olieniveau bij de volmarkering te
brengen. Niet te vol vullen. Als het olieniveau tussen
de volmarkering en de bijvulmarkering ligt, hoeft geen
olie te worden bijgevuld.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Verwijder de peilstok uit de buis (Figuur 59), veeg
deze schoon en plaats de peilstok weer in de buis.
Haal de peilstok er weer uit. Het oliepeil moet tot
aan de Vol-markering staan.
50