2. Plaats de assen van de zwenkwielen in dezelfde
openingen in de zwenkwielvorken. Raadpleeg
onderstaande tabel (Figuur 27) om vast te stellen
wat de correcte openingen voor de instelling van
de maaihoogte zijn.
Figuur 27
Opmerking: Als de machine wordt gebruikt bij
een maaihoogte van 64 mm of hoger, moet de
asbout worden geplaatst in de onderste opening van
het zwenkwielvork om te voorkomen dat er zich
gras opeenhoopt tussen het wiel en de vork. Als u
machine gebruikt bij een maaihoogte van 64 mm
of lager en ontdekt dat er aangekoekt gras tussen
het wiel en de vork zit, moet u de machine in de
tegengestelde richting laten werken om het maaisel
te verwijderen.
3. Verwijder de klemkapjes van de spilas (Figuur 28)
en schuif de as uit de zwenkwielarm. Plaats de
twee opvulstukken (3 mm) op de spilas zoals zij
oorspronkelijk zijn geplaatst. Schuif het juiste aantal
afstandsstukken van 13 mm op de schacht om de
gewenste maaihoogte te verkrijgen.
Opmerking: De pakkingsschijfringen kunnen in
elke combinatie worden gebruikt boven of onder
de naaf van de zwenkwielarm zoals vereist voor
het bereiken van de gewenste maaihoogte of het
gewenste maaidekniveau.
1. Klemkapje
2. Afstandsstukken (4)
3. Opvulstukken (2 boven en
2 onder)
4. Druk de zwenkwielas door de zwenkwielarm. Plaats
de opvulstukken (zoals deze oorspronkelijk zijn
geplaatst) en de overige afstandsstukken op de
spilas. Monteer het klemkapje om alles goed vast
te zetten.
Glijders afstellen
De glijders moeten in de laagste stand worden
gemonteerd als de machine wordt gebruikt bij een
maaihoogte van meer dan 64 mm, en in de hoogste
stand als de machine wordt gebruikt bij een maaistand
van minder dan 64 mm.
Opmerking: Als de glijders slijten, kunt u versleten
glijders omdraaien en op de andere kant van het
maaidek monteren. Hierdoor kunt u de glijders langer
gebruiken voordat u deze moet vervangen.
1. Draai de schroef aan de voorzijde van elke glijder
los (Figuur 29).
34
Figuur 28
4. Montage-opening
bovenste as
5. Zwenkwiel