De braadthermometer in het gerecht steken
Voordat u het gerecht in de binnenruimte plaatst, steekt
u de braadthermometer in het vlees.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde
braadthermometer. Deze kunt u als accessoire
bestellen bij de servicedienst.
:
Waarschuwing – Kans op een elektrische schok!
Bij gebruik van een verkeerde braadthermometer kan
de isolatie beschadigd raken. Gebruik alleen de
braadthermometer die bestemd is voor het toestel.
Vergrendelen
Steek de braadthermometer in de dikste plaats van het
vlees. Let erop dat het uiteinde van de punt zich
ongeveer in het midden van het stuk vlees bevindt. Hij
mag niet in het vet steken en geen been raken.
U kunt het vlees het best in een vorm midden op het
rooster leggen.
Attentie!
Zorg ervoor dat het snoer van de braadthermometer
niet ingeklemd raakt.
Om te voorkomen dat de braadthermometer
beschadigd raakt door een te intensieve hitte, moet de
afstand tussen grillelement en braadthermometer
enkele centimeters bedragen. Het vlees kan tijdens de
bereiding uitzetten.
Grillproduct keren
Wilt u het grillproduct keren, verwijder de
braadthermometer dan niet. Controleer na het keren
van het product of de braadthermometer nog goed zit.
Verwijdert u de braadthermometer tijdens het gebruik,
dan worden alle instellingen teruggezet en moeten
vervolgens opnieuw worden uitgevoerd.
Kerntemperatuur instellen
Wanneer u het gerecht met de braadthermometer in de
binnenruimte heeft geplaatst kunt u instellen.
De indicatie voor de kerntemperatuur naast de
temperatuur van de binnenruimte wordt in twee delen
weergegeven. Links staat de actuele kerntemperatuur
van het vlees, rechts de ingestelde temperatuur, bijv.
15/75°C. De actuele temperatuur links wordt
weergegeven vanaf 10 °C.
Braadthermometer in de bus links in de
1.
binnenruimte plaatsen en de deur van de
binnenruimte sluiten.
Het snoer mag niet ingeklemd raken!
Met de functiekeuzeknop een geschikte
2.
verwarmingsmethode instellen.
Op het display is het symbool
verschijnt naast de temperatuur van de binnenruimte
de indicatie voor de kerntemperatuur.
Met toets
A
of
@
de kerntemperatuur instellen. De
3.
voorgestelde waarde is bij beide toetsen 60 °C.
Met de temperatuurknop de temperatuur van de
4.
binnenruimte instellen.
Niet hoger dan 250 °C instellen.
Na enkele seconden begint het apparaat op te warmen.
Als de ingestelde kerntemperatuur bereikt is, klinkt er
een signaal. Het apparaat warmt niet meer op.Op het
display is de actuele kerntemperatuur gelijk aan de
ingestelde temperatuur, bijv. 75/75°C.
Schakel het apparaat uit door de functiekeuzeknop in
de nulstand te draaien. Neem de braadthermometer uit
de bus in de binnenruimte.
:
Waarschuwing – Risico van verbranding!
Binnenruimte, toebehoren en braadthermometer
worden zeer heet. Neem hete toebehoren en de
braadthermometer altijd met behulp van een pannenlap
uit de binnenruimte.
Wijzigen en afbreken
Met toets
A
of
@
kunt u de kerntemperatuur op elk
moment wijzigen. Na enkele seconden wordt de
verandering overgenomen.
Om het proces af te breken, neemt u de
braadthermometer uit de bus en uit het product. Het
apparaat warmt verder op zonder kerntemperatuur.
U kunt de verwarmingsmethode en de temperatuur van
de binnenruimte op elk moment met de daarvoor
bestemde knop veranderen. De ingestelde
kerntemperatuur blijft behouden.
Braadthermometer
gemarkeerd en
/
33
nl