nl Zelfreiniging
19 Zelfreiniging
Met de zelfreiniging reinigt de binnenruimte zichzelf vrij-
wel automatisch.
Reinig de binnenruimte om de 2 tot 3 maanden met de
"Zelfreiniging". Desgewenst kunt u de "Zelfreiniging" va-
ker gebruiken. De "Zelfreiniging" heeft ca. 2,5 - 4,7 kilo-
wattuur nodig.
19.1 Apparaat voor de reinigingsfunctie
voorbereiden
Om een goed reinigingsresultaat te verkrijgen en scha-
de te vermijden, dient u het apparaat zorgvuldig voor te
bereiden.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Brandbare voorwerpen die in de binnenruimte worden
bewaard kunnen vlam vatten.
▶
Bewaar nooit brandbare voorwerpen in de binnen-
ruimte.
▶
Wanneer er rook wordt geproduceerd moet het ap-
paraat worden uitgeschakeld of de stekker uit het
stopcontact worden gehaald en moet de deur ge-
sloten worden gehouden om eventueel optredende
vlammen te doven.
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen tijdens
de reiniging vlam vatten.
▶
Verwijder altijd de grove verontreiniging uit de bin-
nenruimte voordat de reiniging start.
▶
Accessoires nooit meereinigen.
De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet tijdens
het reinigen.
▶
Nooit brandbare voorwerpen, zoals bijv. droogdoe-
ken, aan de deurgreep hangen.
▶
Voorkant van het apparaat vrijhouden.
▶
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Bij beschadigde deurafdichting ontsnapt grote hitte in
het bereik van de deur.
▶
De dichting niet schuren en niet afnemen.
▶
Nooit het apparaat met beschadigde afdichting of
zonder afdichting gebruiken.
1.
Watertank uit het apparaat nemen.
2.
Haal de toebehoren en vormen uit de binnenruimte.
De rekjes met alle telescooprails kunt u mee reini-
gen.
3.
Grove verontreinigingen uit de binnenruimte en van
de rekjes verwijderen.
4.
De binnenkant van de apparaatdeur en de randop-
pervlakken bij de deurafdichting met zeepsop en
een zachte doek reinigen.
De deurafdichting niet afnemen en niet schuren.
Verwijder sterke verontreinigingen op de binnenruit
met ovenreiniger.
5.
Voorwerpen uit de binnenruimte halen. De binnen-
ruimte moet, met uitzondering van de rekjes, leeg
zijn.
32
19.2 Zelfreiniging instellen
Ventileer de keuken zolang de reinigingsfunctie actief
is.
WAARSCHUWING ‒ Kans op gevaar voor de
gezondheid!
De reinigingsfunctie warmt de binnenruimte tot een
heel hoge temperatuur op zodat resten van braden,
grillen en bakken verbranden. Hierbij komen dampen
vrij die tot irritaties van de slijmvliezen kunnen leiden.
▶
Tijdens de reinigingsfunctie de keuken grondig ven-
tileren.
▶
Niet gedurende langere tijd in de ruimte verblijven.
▶
Kinderen en huisdieren uit de buurt houden.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
De binnenruimte wordt zeer heet tijdens het reinigen.
▶
Nooit de apparaatdeur openen.
▶
Het apparaat laten afkoelen.
▶
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet tij-
dens het reinigen.
▶
Nooit de apparaatdeur aanraken.
▶
Het apparaat laten afkoelen.
▶
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Vereiste: → "Apparaat voor de reinigingsfunctie voor-
bereiden", Pagina 32.
1.
Op
drukken.
2.
In het modusmenu de "zelfreiniging" kiezen.
3.
De reinigingsstand met de draaiknop instellen.
Reinigings-
Mate van rei-
stand
niging
1
Licht
2
Gemiddeld
3
Hoog
Bij sterkere of oudere verontreiniging een hogere
reinigingsstand kiezen.
De tijdsduur kan niet worden gewijzigd.
4.
Op
drukken.
a Op het display verschijnt een aanwijzing voor de
voorbereidingen die nodig zijn voor het reinigen.
5.
De werking met
a De reinigingsfunctie start en de tijdsduur loopt af.
De opwarmlijn verschijnt niet.
a Voor uw veiligheid vergrendelt de apparaatdeur van-
af een bepaalde temperatuur in de binnenruimte.
a Als de reinigingsfunctie is beëindigd, klinkt een sig-
naal en op het display staat de tijdsduur op nul.
6.
Het apparaat met
Als het apparaat voldoende is afgekoeld, ontgren-
delt de apparaatdeur en gaat uit.
7.
→ "Apparaat na de reinigingsfunctie gebruiksklaar
maken", Pagina 32.
19.3 Apparaat na de reinigingsfunctie
gebruiksklaar maken
1.
Laat het apparaat afkoelen.
Duur in uren
Ca. 1:15
Ca. 1:30
Ca. 2:00
starten.
uitschakelen.