Als u een duur hebt ingesteld en de duur wordt gewist,
dan neemt de tijdsafloop de reeds verstreken tijdsduur
van het apparaat over. Zo kunt u controleren hoelang
het programma al loopt.
Bij de magnetronfunctie verschijnt de opwarmingslijn
niet.
Temperatuurindicatie
De opwarmingscontrole en de restwarmte-indicatie to-
nen u de temperatuur in de binnenruimte.
Door thermische traagheid kan de weergegeven tem-
peratuur een beetje afwijken van de werkelijke tempe-
ratuur in de binnenruimte. Met de toets
actuele temperatuur opvragen.
¡ Verwarmingscontrole
Na het starten van de werking geeft de opwarmings-
controle de temperatuurstijging in de binnenruimte
weer. Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijd-
stip voor het plaatsen van het gerecht bereikt zodra
alle balken gevuld zijn.
Bij instelstanden verschijnt de opwarmingscontrole
niet, bijv. bij grillstanden.
¡ Restwarmte-indicatie
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, geeft het
display de restwarmte in de binnenruimte weer. De
restwarmte-indicatie gaat uit bij ca. 60°C.
4.5 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende hoogtes in de rek-
jes in de binnenruimte plaatsen.
→ "Accessoires", Pagina 14
Uw apparaat heeft 3 inschuifhoogtes. De inschuifhoog-
tes worden van beneden naar boven geteld.
De rekjes zijn afhankelijk van het type apparaat op een
of meerdere niveaus met telescooprails uitgerust.
De accessoires kunt u, bijvoorbeeld om te reinigen,
verwijderen.
→ "Rekjes", Pagina 36
5 Functies
Hier krijgt u een overzicht van de hoofd- en andere
functies van uw apparaat.
Om het menu te openen op
kunt u de
drukken.
Verlichting
Een of meerdere ovenlampen verlichten de binnenruim-
te.
Wanneer u de deur van het apparaat opent, gaat de
verlichting in de binnenruimte aan. Blijft de deur langer
dan 15 minuten open, dan gaat de verlichting weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de verlichting in zodra
het gebruik wordt gestart. Als het gebruik wordt beëin-
digd, schakelt de verlichting uit.
Koelventilator
De koelventilator schakelt afhankelijk van de tempera-
tuur van het apparaat in en uit. De warme lucht ont-
snapt via de deur.
LET OP!
De ventilatiesleuven boven de deur van het apparaat
niet afdekken. Het apparaat raakt oververhit.
▶
Ventilatiesleuven vrijhouden.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat het
apparaat na gebruik sneller afkoelt.
Apparaatdeur
Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens het gebruik,
wordt de werking stopgezet. Sluit u de apparaatdeur,
dan wordt de werking niet automatisch voortgezet.
Wanneer u bij het gebruik van de magnetronfunctie de
apparaatdeur sluit, dient u de werking met
voort te zetten.
Watertank
De watertank hebt u nodig voor de stoommethoden.
De watertank bevindt zich achter het bedieningspaneel.
→ "Watertank vullen", Pagina 19
1
Tankdeksel
2
Opening voor het vullen en leegmaken
3
Handgreep voor het verwijderen en inschuiven
van de watertank
Functies nl
1
2
3
11