108
B
Knop werkprofiel
Commando overdragen
Een AP70-/AP80-systeem kan worden opgezet als een mastersysteem of open systeem. Deze
opties regelen het overdragen van het commando tussen bedieningseenheden in het
stuurautomaatsysteem. Raadpleeg de bedieningshandleiding van de AP70/80 voor meer
informatie.
Het aanvragen en uitvoeren van de overdracht van het commando is afhankelijk van de
systeeminstellingen en de status van de stuurautomaatcontroller, zoals hieronder wordt
weergegeven.
A
Passieve eenheid - open systeem: commando aanvragen door de toets Besturing
overnemen te selecteren
•
Het commando wordt onmiddellijk overgedragen
B
Ontgrendelde eenheid: vergrendel/ontgrendel andere eenheden door het
informatieveld te selecteren
C
Vergrendelde eenheid: commando aanvragen door de knop Besturing
overnemen te selecteren
•
Er wordt een verzoek naar de unit gestuurd die het commando heeft
D
Unit met het commando: Verzoek voor overdracht van commando bevestigen
•
Het commando wordt overgedragen wanneer de aanvrager de overname
bevestigt
Thrusters in-/uitschakelen
Als er een thruster beschikbaar is voor stuurautomaatbediening, wordt de knop Thruster
weergegeven in de besturingsbalk van de stuurautomaat. De knop heeft de volgende
indicaties en functies:
Thruster beschikbaar, maar uitgeschakeld.
•
Selecteer deze optie om de thruster in te schakelen
Thruster in gebruik. Rode en groene pijlen geven de
voortstuwingsrichting aan.
•
Selecteer deze optie om de thruster uit te schakelen
Thruster beschikbaar, maar momenteel beperkt vanwege hoge snelheid.
•
Verlaag de snelheid van het vaartuig om de thruster in te schakelen
Een werkprofiel selecteren
De AP70/AP80 ondersteunt meerdere werkprofielen met verschillende
stuurautomaatinstellingen. In het MFD wordt het actieve werkprofiel weergegeven in de
stuurautomaatcontroller.
Stuurautomaat
| NSS evo3S Gebruikershandleiding