4
Machinebeschrijving
4.12
Functiebeschrijving touwloopindicatie bovendraad
4.12
Functiebeschrijving touwloopindicatie bovendraad
1
BP000-069
De bovenste touwloop kan optisch door de beweging van de touwloopindicatie (1) (reflectoren)
worden bewaakt. De touwloopindicaties (1) bevinden zich boven op de machine. Tijdens het
vormen van een baal moeten de touwloopindicaties (1) zich pulserend op en neer bewegen.
Tijdens de normale werking bewegen alle touwloopindicaties (1) zich gelijktijdig op en neer.
Wanneer een storing optreedt, bevindt zich een gestoorde touwloopindicatie (1) van het touw
niet in dezelfde positie t.o.v. de andere touwloopindicaties (1).
Eventuele storingen wanneer de touwloopindicaties (1) boven blijven:
•
Het touw heeft zich om de knoperhaak gewikkeld.
•
De knopernaald heeft het bovenste touw niet gepakt (touw wordt niet doorgesneden).
•
De knoop is aan de knoperhaak blijven hangen (na afloop van het binden blijft een
touwloopindicatie (1) langer onder dan de anderen).
Eventuele storingen wanneer de touwloopindicaties (1) onder blijven:
•
De touwspanning is te laag.
•
Het bovenste touw is geknapt.
•
De knoperhaak heeft een knoop gebonden.
4.13
Functiebeschrijving elektrische knopercontrole
Bij uitvoering "Comfort 1.0"
BP000-070
De machine is voorzien van een elektrische knopercontrole. Hierbij wordt elke knoper apart via
een sensor (1) bewaakt. Als een fout bij de knoper optreedt, verschijnt een foutmelding in het
display van het terminal,
De knopers zijn in rijrichting gezien van links naar rechts van 1 tot 6 doorgenummerd.
52
zie
pagina 250.
BiG Pack 1290
Originele handleiding 150000749_03_nl