22.
Storing, oorzaak en oplossing
22.4
Storing aan de dubbele knoopinrichting
Storing (9):
Mogelijke oorzaak
9.1
De touwvinger wordt niet be-
diend.
9.2
De knopertong is beschadigd.
9.3
De spanning aan de knoper-
tong is te gering.
9.4
De touwvasthoudveer is te
strak ingesteld.
of
De touwen worden in de touw-
houder doorgesneden.
9.5
De knoperhaak draait niet.
Storing (10):
tweede knoop).
Mogelijke oorzaak
10.1
De spanning aan de knoper-
tong is te gering.
10.2
De touwspanning in het on-
derste of bovenste touw is te
gering.
Storing (11):
laatste baal.
Mogelijke oorzaak
11.1
De touwspanveer op het on-
derste touw is verbogen.
Storing (12):
naaldvleugel staan.
Mogelijke oorzaak
12.1
Sterke slijtage van de touwge-
leiderogen op het onderste
touw
286
noch in het bovenste noch in het onderste touw is een knoop aanwezig.
Oplossing
Het touwvingermechanisme controleren/instellen,
pagina 297,
De knopertong vervangen.
De klemwerking op de knoperhaak verhogen,
pagina 302.
De touwhouder losser maken,
Onder de touwvasthoudveren opgehoopt vuil/kaf
verwijderen.
De spanhuls van het kegelwiel van de knoperhaak
vervangen.
te korte knoopeinden. Daardoor gaat de knoop open (in de meeste gevallen de
Oplossing
De klemwerking op de knoperhaak verhogen,
pagina 302.
De touwrem op het onderste touw door ca. 1-2
omwentelingen van de vleugelmoer vastdraaien,
pagina 210.
ð Als de knoopeinden nog steeds te kort zijn, de touwrem
Het touw is niet meer in de knopernaald ingevoerd, maar gebonden aan de
Oplossing
De touwspanveer op het onderste touw in het midden tot de
touwrem en de knopernaald richten.
frequente breuk van de breekbout op de naaldtrekstang. Daardoor blijft de
Oplossing
Versleten touwgeleiderogen op het onderste touw
vervangen.
De breekbout op de naaldtrekstang vervangen,
pagina 48.
zie
pagina 298.
op het bovenste touw door ca. 1-2 omwentelingen van
de vleugelmoer vastdraaien,
Originele handleiding 150000749_03_nl
zie
zie
zie
pagina 303.
zie
zie
zie
pagina 209.
zie
BiG Pack 1290