21
Onderhoud – compressor
21.2
Oliepeil controleren en olie verversen aan de verdichter
INFO
Het luchtfilter (1) minstens eenmaal per dag, bij sterke stofbelasting meermaals per dag
worden gereinigd. Als zich veel vuil in het luchtfilter ophoopt, kan de aanzuigaansluiting (2)
met behulp van een uitbreidingsset (bestelnummer 00 287 363 *) op het cabinedak van de
trekker worden aangebracht.
De machine stoppen en beveiligen,
De intervallen voor het reinigen/wisselen van het filterelement in acht nemen,
pagina 211.
De omgeving van het luchtfilter (1) schoonmaken en ervoor zorgen dat er geen vreemde
voorwerpen in het luchtfilter terechtkomen.
De vasthoudbeugels (3) op het luchtfilter (1) naar boven/beneden zwenken.
Het deksel (5) verwijderen.
Het filterpatroon (4) demonteren, uitkloppen en met een luchtstraal van binnen naar buiten
uitblazen.
ð Is het filterpatroon (4) overmatig vuil of beschadigd, het filterpatroon vervangen.
Het deksel (5) uit elkaar halen en uitkloppen.
Het filterpatroon (4) monteren.
Het deksel (5) op het luchtfilter (1) zetten en met de vasthoudbeugels (3) borgen.
Visueel controleren of het deksel (4) met het luchtfilter (1) dicht afsluit.
21.2
Oliepeil controleren en olie verversen aan de verdichter
BP000-268
De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig
uitvoeren" in acht nemen,
Oliepeil controleren:
De omgeving van de oliepeilstok (1) grondig reinigen.
De oliepeilstok (1) uittrekken, reinigen en volledig inschuiven. Voor het reinigen van de
oliepeilstok een pluisvrije doek gebruiken.
De oliepeilstok (1) uittrekken en het oliepeil aflezen.
ð Als de olie zich op de peilstok onder de markering Y bevindt:
De olie via de vulboring van de oliepeilstok (1) bijvullen.
Het oliepeil controleren.
ð Als de olie zich op de peilstok tussen de markeringen X en Y bevindt:
De oliepeilstok (1) erin schuiven.
248
zie
pagina 28.
zie
pagina 29.
zie
BiG Pack 1290
Originele handleiding 150000749_03_nl