Het vliegwiel met de hand in werkrichting draaien tot het VFS zich in nulstand bevindt.
De vliegwielrem aantrekken,
De maat Y tussen de rand van het aambeeld (14) en de remplaat (15) meten en noteren.
Om het VFS te activeren, de tastvleugel naar achteren trekken.
Het vliegwiel met de hand in werkrichting draaien tot het groefkogellager op de hoogste
plaats (bereik "I") van de nokkenschijf ligt,
De maat Z tussen de rand van het aambeeld (14) en de remplaat (15) meten en noteren.
Æ De Maat Y en de maat Z moeten even groot zijn.
Æ Als maat Y en maat Z niet even groot zijn, moet de remvork worden ingesteld.
Remvork instellen
De schroefverbinding (20) losdraaien.
De remhendel verschuiven.
De schroefverbinding (20) vastdraaien.
De veer (21) van de rem op maat X=55 mm (zuivere veerlengte) voorspannen.
Dempingsinrichting opnieuw controleren en de procedure herhalen tot maat Y en maat Z
even groot zijn.
23.13
Vliegwielrem instellen
BPG000-075
De vliegwielrem bevindt zich aan de linker zijde van het vliegwiel. Als bij de bediening van de
vliegwielrem de remwerking niet meer voldoende is, kan deze door verlengen van de spil (1)
worden bijgesteld.
Fabrieksinstelling maat X=186 mm
23.14
Looprollen controleren/vervangen
De looprollen in de inbrenger aan de rechter en linker machinezijde zijn onderhevig aan hoge
belasrtingen. Daarom is het noodzakelijk deze bij verhoogde slijtage (lagerspeling) te
vervangen.
De intervallen voor de controle van de looprollen aanhouden,
BiG Pack 1290
Originele handleiding 150000749_03_nl
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel
zie
pagina 100.
Vliegwielrem instellen 23.13
zie
pagina 319.
zie
pagina 211.
23
321