7633798 - 02 - 01082016
Reg boiler pomp/Tapw klep (5774)
Met deze parameter kan voor speciale watersystemen worden vastgelegd
dat de ketelpomp Q1 en de verdeelklep Q3 alleen verantwoordelijk zijn voor
DHW en verwarmingskring 1, echter niet voor de verwarmingskringen 2 en
3 of voor externe gebruikerkringen.
Alle vragen: De verdeelklep is hydraulisch aangesloten voor allen opvra
genn en schakelaars tussen DHW modus en de resterende opvragen. De
ketelpomp loopt bij alle opvragen.
Alleen vraag VG1/Tapw: De verdeelklep is hydraulisch alleen aangesloten
voor verwarmingskring 1 en DHW en de schakelaars tussen DHW modus
en verwarmingskring 1 modus. Alle overige opvragen worden niet hydrau
lisch aangesloten via de verdeelklep (DV) en de ketelpomp, maar recht
streeks op de ketel.
Ketelpomp bij tapwater(5775)
Deze parameter bepaalt of de ketelpomp voor tapwater laden is in- of uitge
schakeld.
Zonne servomotor (5840)
Het verwarmingssysteem op zonne-energie kan ook worden toegepast met
laadpompen in plaats van met een verzamelpomp en verdeelkleppen voor
de aansluiting op de opslagtank.
Laadpomp: Wanneer ze met een laadpomp worden gebruikt, kunnen alle
wisselaars gelijktijdig worden doorstroomd. Parallelle of alternatieve mo
dus is mogelijk
Omschakelventiel: Wanneer deze met een verdeelklep wordt gebruikt,
kan er slechts één wisselaar worden doorstroomd. Alleen de alternatieve
modus is mogelijk.
Externe zonwisselaar (5841)
Bij zonnepanelen met twee bufferaansluitingen moet worden ingesteld of
de externe warmtewisselaar aanwezig is en wordt gebruikt in combinatie
met DHW en de bufferopslag of slechts voor één van de twee.
Combi opslagtank (5870)
Gecombineerde bufferspecifieke functies worden met deze instelling inge
schakeld. Het bufferverwarmingselement bijvoorbeeld kan eveneens wor
den gebruikt voor DHW.
Nee: Er bestaat geen gecombineerde opslag.
Ja: Er bestaat een gecombineerde opslag.
Relaisuitgang QX1 (5890) en Relaisuitgang QX2 (5891)
Geen: Relaisuitgangen gedeactiveerd.
Circ pomp Q4: De aangesloten pomp dient als een tapwatercirculatie
pomp (zie prog. nr. 1660).
EL verbruik Tapw K6: Als het verwarmingselement aangesloten is, kan de
tapwaterketel worden geladen in overeenstemming met de bedieningszij
de tapwateropslag bedrijfslijn verwarmingselement.
Toelichting
De bedrijfsmodus wordt ingesteld onder prog. nr. 5060.
Collectorpomp Q5: Aansluiting van een circulatiepomp in geval van het
gebruik van zonnecollectoren.
Gebr. circ.pomp VK1 Q15: Aansluiting van een pomp op de ingang Q15/18
voor een extra gebruiker, die wordt opgevraagd via een Hx-ingang.
Ketelpomp Q1: De aangesloten pomp wordt gebruikt om het ketelwater
te laten recirculeren.
Alarmuitgang K10: Een nieuwe storing wordt door middel van dit alarm
relais aangegeven. Het contact wordt gesloten met de vertragingstijd, die
geselecteerd is onder prog. nr. 6612. Als er geen storingsmeldingen zijn,
opent het contact zonder vertraging.
Toelichting
De alarmuitgang wordt geactiveerd met een vertraging van 5 minu
ten, zodat kortdurende storingen die, bijvoorbeeld, alleen een her
start veroorzaken, niet worden weergegeven.
9 Instellingen
EcoTherm Plus WGB 15 – 38 H
111