7633798 - 02 - 01082016
Min pomptoerental (5101) enMax pomptoerental (5102)
Instelling van de minimale en maximale snelheid van de laadpomp voor de
opslagtank in procent.
Toerental P-band Xp (5103)
De P-band Xp bepaalt de versterking van de regelaar. Een lagere Xp-waarde
leidt tot een sterkere aansturing van de laadpomp met een gelijk regelver
schil.
Toerental I-tijd Tn (5104)
De terugzettijd Tn bepaalt de reatiesnelheid van de regelaar wanneer er res
terende regelaarverschillen worden gecompenseerd. Een kortere resettijd Tn
leidt tot een snellere compensatie.
Toerental D-tijd Tv (5105)
De aanhoudtijd Tv bepaalt hoelang een spontane verandering van het regel
verschil blijft doorwerken. Een korte tijd heeft slechts kortstondig invloed op
de regelvariabele.
Transfer strategie (5130)
De overdrahct is altijd toegestaan of op de ingestelde Tapw-vrijgavetijden.
Delta T Buffer met ext WW (5139)
Instelwaarde-impuls voor laad-instelwaarde op laadsensor B36 met herla
den.
Tapw laad circ boost (5140)
Instelwaarde-impuls voor laad-instelwaarde op laadsensor B36 met volledig
laden.
Toegang intern max cir temp (5141)
Met deze parameter wordt het eindcriterium van een volledige lading tij
dens het regelen vastgelegd op de laadsensor B36. Als de inhoud van de
stratificaticilinder tot de bodem is geladen, stijgt de temperatuur op de
laadsensor.
Vertr. reg. gew aanv temp (5142)
De filtertijd voor de instelwaarde wordt hier ingesteld.
Gew wrde aanv temp Xp (5143)
De P-band Xp bepaalt de versterking van de regelaar. Een lagere Xp-waarde
leidt tot een sterkere aansturing van de laadpomp met een gelijk regelver
schil.
Gew wrde aanv temp Tn (5144)
De terugzettijd Tn bepaalt de reatiesnelheid van de regelaar wanneer er res
terende regelaarverschillen worden gecompenseerd. Een kortere resettijd Tn
leidt tot een snellere compensatie.
Gew wrde aanv temp Tv (5145)
De aanhoudtijd Tv bepaalt hoelang een spontane verandering van het regel
verschil blijft doorwerken. Een korte tijd heeft slechts kortstondig invloed op
de regelvariabele.
Doorlading met B36 (5146)
Hier kan worden aangegeven of het einde van het volladen wordt gedetec
teerd via de temperatuur op de laadsensor B36.
Nee: Het einde van het volladen wordt gedetecteerd via de temperatuur
op de bovenste en onderste opslagsensor B3 en B31.
Ja: Het einde van het volladen wordt gedetecteerd via de temperatuur op
de bovenste opslagsensor B3 en de laadsensor B36.
Min. start temp diff Q33 (5148)
Deze parameter bepaalt de inschakelvertraging van de tussenkringpomp af
hankelijk van de keteltemperatuur. De tussenkringpomp wordt ingescha
keld zodra de keteltemperatuur de ketelinstelwaarde plus de hier ingestelde
9 Instellingen
EcoTherm Plus WGB 15 – 38 H
109