Download Print deze pagina

Ford KUGA 2012 Instructieboekje pagina 403

Advertenties

N.B.: Aangezien afdichtmiddel voor banden
schade aan de sensor van het
controlesysteem lage bandenspanning kan
veroorzaken, mag u dit alleen gebruiken in
noodgevallen onderweg.
N.B.: Als de sensor van het controlesysteem
lage bandenspanning beschadigd is, zal
deze wellicht niet meer werken.
Elke band, inclusief het
reservewiel (indien aanwezig),
moet maandelijks met koude
banden worden gecontroleerd en
opgepompt tot de spanning die op het
voertuigplaatje of het
bandenspanningslabel door de fabrikant
wordt aanbevolen. (Indien de auto banden
heeft met een andere maat dan wat wordt
aangegeven op het voertuigplaatje of het
bandenspanningslabel, dient u zelf de
juiste bandenspanning voor die banden te
achterhalen.)
Als extra veiligheidsfunctie is de auto
uitgerust met een controlesysteem lage
bandenspanning (TPMS), dat een
controlelampje laat branden wanneer een
of meer banden veel te weinig is
opgepompt. Daarom dient u, wanneer het
controlelampje voor lage bandenspanning
gaat branden, zo snel mogelijk de auto te
stoppen, de banden te controleren en ze
op te pompen tot de juiste
bandenspanning. Wanneer u rijdt met een
band die veel te weinig is opgepompt, kan
de band oververhit raken, wat een
klapband kan veroorzaken. Te weinig
opgepompte banden leiden daarnaast tot
een hoger brandstofverbruik en een kortere
levensduur van het profiel van de banden.
Ook het rijgedrag en de stopprestaties van
de auto kunnen worden beïnvloed.
Kuga (CTD) Vehicles Built From: 08-02-2021 Vehicles Built Up To: 21-06-2021, CG3851nlNLD nlNLD, Edition date: 202012, First-Printing
Wielen en banden
Houd er rekening mee dat het TPMS geen
vervanging is voor correct onderhoud van
de banden. Het is de verantwoordelijkheid
van de bestuurder om de juiste
bandenspanning aan te houden, zelfs als
de bandenspanning niet laag genoeg is om
het controlelampje van het TPMS te laten
branden.
De auto is ook uitgerust met een
storingsindicatie van het TPMS, die
aangeeft wanneer het systeem niet naar
behoren werkt. De storingsindicatie en het
controlelampje van het TPMS zijn
gecombineerd. Wanneer het systeem een
storing detecteert, zal het controlelampje
ongeveer een minuut knipperen en daarna
blijven branden. Zolang de storing
aanwezig is, blijft deze reeks zich telkens
wanneer de auto wordt gestart herhalen.
Als de storingsindicator brandt, is het
systeem wellicht niet in staat een lage
bandenspanning te detecteren of te
melden zoals is bedoeld. Storingen van het
TPMS kunnen om tal van verschillende
redenen optreden, bijvoorbeeld door het
aanbrengen van vervangende banden of
wielen op de auto die verhinderen dat het
TPMS naar behoren kan werken.
Controleer altijd het controlelampje voor
storingen van het TPMS nadat een of
meerdere wielen of banden van de auto
zijn vervangen, om er zeker van te zijn dat
het TPMS naar behoren kan werken met
de vervangende of alternatieve banden of
wielen.
399

Advertenties

loading