Inhoudsopgave Inleiding Motorstartblokkering Over deze handleiding......5 Werking.............37 Overzicht van symbolen......5 Gecodeerde sleutels......37 Onderdelen en accessoires....6 Immobilisatiesysteem inschakelen..37 Immobilisatiesysteem uitschakelen..37 Kort overzicht Alarm Kort overzicht..........8 Alarm inschakelen........38 Veiligheidsuitrusting voor Alarm uitschakelen.........38 kinderen Stuurwiel Kinderzitjes..........16 Plaatsing van kinderzitjes......17 Stuurwiel afstellen........40 Zitverhogers..........19 Audiobediening........40 ISOFIX verankeringspunten....20 Spraaksturing...........41 Kindersloten..........21...
Pagina 4
Inhoudsopgave Gloeilampen vervangen......53 Dimmer instrumentenpaneelverlichting..98 Gloeilampentabel........59 Bekerhouders..........98 Aansteker..........99 Ruiten en spiegels Extra voedingsaansluitingen....99 Elektrisch bedienbare ruiten....61 Opbergruimtes........100 Buitenspiegels.........62 Glashouder ..........101 Elektrisch verstelbare buitenspiegels........63 Paslezer tolwegen ........101 Automatisch dimmende spiegel..64 CD-wisselaar...........101 Aansluiting Auxiliary ingang (AUX IN) Instrumenten ...............101 USB-poort..........102 Meters............65 Vloermatten ...........102 Waarschuwings- en indicatielampen........66 De motor starten...
Pagina 5
Inhoudsopgave Stabiliteitsregeling Staat na een aanrijding Werking............115 Onderbrekingsschakelaar brandstoftoevoer.......135 Gebruik maken van stabiliteitsregeling.......116 Zekeringen Parkeerhulp Plaatsen zekeringenhouders....136 Werking............117 Een zekering vervangen......136 Gebruik maken van de Specificatie-overzicht zekeringen..137 parkeerhulp..........117 Bergen van de auto Achteruitkijkcamera Sleeppunten...........142 Werking............119 Auto op vier wielen slepen....142 Achteruitkijkcamera gebruiken....119 Onderhoud Snelheidsregeling (cruise...
Pagina 6
Inhoudsopgave Extern apparaat aansluiten - Auto's met Velgen en banden Bluetooth..........208 Algemene informatie......159 USB-apparaat gebruiken ....208 Een wiel vervangen.......159 iPod gebruiken ........211 Bandenreparatieset ......164 Run flat banden ........168 Introductie navigatie Verzorging van banden......169 Rijveiligheid ..........215 Gebruik van winterbanden....170 Gebruik van sneeuwkettingen....170 Navigatiesysteem Bandenspanningcontrolesysteem..170 Introductie ..........216...
Neem voor meer infomatie contact op OVER DEZE HANDLEIDING met TÜV via www.tuv.com. Hartelijk dank voor het kiezen van een Ford. Wij raden u aan de tijd te nemen om OVERZICHT VAN uw auto goed te leren kennen door dit SYMBOLEN instructieboekje zorgvuldig te lezen.
E98931 Het is nu eenvoudiger te bewijzen dat werkelijk Originele Ford Onderdelen zijn Bumper, radiateurgrille, gebruikt. Het Ford logo is duidelijk op de spatscherm en bovenste volgende onderdelen zichtbaar wanneer achterklep Originele Ford Onderdelen zijn gebruikt. •...
Pagina 12
Kort overzicht Instrumentengroep. Zie Meters (bladzijde 65). Zie Waarschuwings- en indicatielampen (bladzijde 66). Claxon. Ruitenwisserschakelaar. Zie Ruitenwissers en ruitensproeiers (bladzijde 42). Kaarthouder. Luchtroosters. Zie Ventilatieroosters (bladzijde 82). Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. Zie Waarschuwingsknipperlichten (bladzijde 49). Controlelamp uitgeschakelde airbag. Zie Passagiersairbag uitschakelen (bladzijde 26). Schakelaar parkeerhulp. Zie Gebruik maken van de parkeerhulp (bladzijde 117).
Pagina 13
Kort overzicht Vergrendelen en ontgrendelen Houd de ontgrendelknop van de achterklep ingedrukt om de bovenste Auto ontgrendelen achterklep te ontgrendelen. * alleen in combinatie met vier elektrisch bediende ruiten. Achterklep openen E71963 Ontgrendelen Vergrendelen Achterklep ontgrendelen Druk de ontgrendeltoets eenmaal in om de auto te ontgrendelen.
Pagina 14
Kort overzicht Sleutelloze toegang Auto vergrendelen E87384 E78276 Op ieder voorportier zijn Voor het passief vergrendelen en vergrendelknoppen aangebracht. ontgrendelen is een geldige passive key nodig die zich in de omgeving van een Zie Sleutelloze toegang (bladzijde van de drie externe detectiezones 33).
Pagina 15
Kort overzicht Handmatige klimaatregeling Voorruit ontdooien en ontwasemen E71382 E95178 Snel verwarmen van het interieur E71377 Zie Handmatige klimaatregeling (bladzijde 83). E95179 WAARSCHUWING Duw de ontgrendelingshendel helemaal op zijn plaats wanneer u deze weer in de oude stand zet. Zie Stuurwiel afstellen (bladzijde 40).
Pagina 16
Kort overzicht Automatische klimaatregeling Afhankelijk van de lichtsituatie worden de koplampen automatisch in- en uitgeschakeld. Zie Verlichtingsbediening (bladzijde 47). Richtingaanwijzers E78730 Voorruit ontdooien/ ontwasemen Wisselen tussen de mono modus aan en uit Airconditioning UIT E71098 Gerecirculeerde lucht Indien de hendel licht naar boven of naar beneden wordt bewogen knipperen de Airconditioning AAN richtingaanwijzers driemaal.
Pagina 17
Kort overzicht Handgeschakelde Stel de gevoeligheid van de regensensor met de draaiknop in. versnellingsbak Achteruitversnelling − Zie Voorruitwissers (bladzijde 42). 6-versnellingsbak Airbag E99067 Zie Handgeschakelde versnellingsbak (bladzijde 110). E69213 WAARSCHUWING De Land Rover op vier wielen slepen Om het risico van fataal letsel of ernstige verwonding te vermijden, LET OP mag nooit een kinderzitje...
Veiligheidsuitrusting voor kinderen N.B.: De wettelijke voorschriften t.a.v. het KINDERZITJES gebruik van kinderzitjes zijn per land verschillend. Alleen kinderzitjes die volgens ECE-R44.03 (of later) gecertificeerd zijn, zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in uw auto. Een aantal zijn leverbaar via uw dealer.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderveiligheidszitje WAARSCHUWINGEN Als het schuimrubberen vulstuk beschadigd is of ontbreekt, verwijder dan de afdekking van de opbergruimte en schuif de steunpoot tot de vloer van de opbergruimte. Alle voertuigen WAARSCHUWING Wanneer een kinderzitje met gordels worden gebruikt, dan mogen deze niet slap hangen.
Pagina 20
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Plaats Gewichtsgroepen Tot 10 kg Tot 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg Voorstoel aan passa- U¹ U¹ U¹ U¹ U¹ gierszijde met airbag Achterbank X Niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsgroep. U Geschikt voor universele kinderzitjes die zijn goedgekeurd voor deze gewichtsgroep.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderzitje (groep 2) ZITVERHOGERS WAARSCHUWINGEN Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger nooit alleen met de heupgordel. Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger niet met een veiligheidsgordel die niet gespannen is of gedraaid zit. Leg de schoudergordel niet onder de arm of achter de rug van het kind langs.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Na het aanbrengen van het ISOFIX kinderveiligheidszitje moet de VERANKERINGSPUNTEN veiligheidsgordel volgens de richtlijnen van de fabrikant worden aangetrokken. WAARSCHUWING Gebruik bij toepassing van het ISOFIX systeem een voorziening dat voorkomt dat de veiligheidsgordel kan draaien. Wij raden het gebruik van een veiligheidsgordel aan de bovenzijde of een steun aan de onderzijde aan.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen WAARSCHUWINGEN Zorg ervoor dat de veiligheidsriem aan de bovenzijde niet doorhangt of gedraaid is en goed op het verankeringspunt is bevestigd. Controleer of de rugleuning van de zitplaats achterin stevig vastzit en goed is vergrendeld. KINDERSLOTEN WAARSCHUWING Wanneer de kindersloten in werking zijn gesteld, kunnen de portieren niet van binnenuit worden geopend.
Bescherming van inzittenden N.B.: Het opblazen van een airbag gaat WERKING gepaard met een luide knal en u ziet een onschadelijke, poederachtige stofwolk. Airbags Dit is normaal. WAARSCHUWINGEN N.B.: Reinig de panelen van de airbags Wijzig de voorzijde van de wagen met een vochtige doek.
Pagina 25
Bescherming van inzittenden Zijairbags Side curtains E72658 De zijairbags bevinden zich in de zijkant van de rugleuningen van de voorstoelen. E75004 Een label op de rugleuning geeft aan dat uw auto is uitgerust met zijairbags. Achter de bekledingspanelen boven de De zijairbags worden geactiveerd bij voorste en achterste zijruiten zijn side zware zijdelingse aanrijdingen.
Bescherming van inzittenden VEILIGHEIDSGORDELS WAARSCHUWINGEN Gebruik een veiligheidsgordel nooit VASTMAKEN voor meer dan een persoon. WAARSCHUWING Gebruik voor iedere stoel het juiste gordelslot. Steek de slottong in het gordelslot tot een zachte klik hoorbaar is. Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel Wanneer de veiligheidsgordel niet niet slap of gedraaid zit.
Herinneringssysteem uitschakelen Neem contact op met uw Ford dealer. E87511 GEBRUIK VAN N.B.: Door het stelmechanisme iets in te VEILIGHEIDSGORDELS drukken terwijl u de knop indrukt komt het TIJDENS ZWANGERSCHAP verstelmechanisme makkelijker los.
Bescherming van inzittenden Schakelaar voor airbag aan WAARSCHUWING passagierszijde monteren Breng de veiligheidsgordel voor uw eigen veiligheid, maar ook voor dat WAARSCHUWING van uw ongeboren kind op correcte Wanneer u een kinderzitje op een wijze aan. Draag niet alleen de heupgordel stoel moet plaatsen, waarvoor zich of de schoudergordel.
Pagina 29
Bescherming van inzittenden Airbag aan passagierszijde inschakelen WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de airbag aan de passagierszijde is ingeschakeld wanneer zich geen kinderzitje op de passagiersstoel voorin bevindt. Zet de schakelaar in stand B.
Sleutels en afstandsbediening ALGEMENE INFORMATIE OVER RADIOFREQUENTIES LET OP De radiofrequentie van de afstandsbediening kan ook worden gebruikt door andere zenders met een klein bereik (bijvoorbeeld zendamateurs, medische apparatuur, draadloze hoofdtelefoons, afstandsbedieningen en alarmsystemen). Wanneer de frequenties worden gestoord, kunt u geen gebruik meer maken van uw afstandsbediening.
Pagina 31
Sleutels en afstandsbediening 6. Zet de twee huishelften van de afstandsbediening op elkaar vast. 7. Breng het sleutelblad aan.
Sloten Bevestiging van het VERGRENDELEN EN vergrendelen en ontgrendelen ONTGRENDELEN Wanneer u de portieren ontgrendelt, Centrale vergrendeling knipperen de richtingaanwijzers eenmaal. Wanneer u de portieren vergrendelt, U kunt de portieren alleen centraal knipperen de richtingaanwijzers vergrendelen wanneer alle portieren zijn tweemaal.
Pagina 33
Sloten Portieren en achterklep De portieren van binnenuit vergrendelen en ontgrendelen vergrendelen en ontgrendelen met de afstandsbediening Bestuurdersportier E87379 Ontgrendelen Vergrendelen Bagageruimte ontgrendelen E99606 Alle portieren vergrendelen Portieren en achterklep vergrendelen met de Alle portieren ontgrendelen afstandsbediening Passagiersportieren voor en Druk toets B eenmaal in.
Pagina 34
Sloten Kofferdeksel/ achterklep De kofferdeksel/ achterklep sluiten Bovenste achterklep Achterklep openen E99410 Primaire achterklep E99409 E99470 Primaire achterklep Automatisch opnieuw Bovenste achterklep vergrendelen De portieren worden automatisch Primaire achterklep openen met de opnieuw vergrendeld wanneer u niet afstandsbediening binnen 45 seconden na het ontgrendelen Druk toets C op de afstandsbediening met de afstandsbediening een portier tweemaal binnen drie seconden in.
Sloten Ontgrendelfunctie opnieuw Het keyless entry systeem maakt het programmeren gebruik van een sleutel of afstandsbediening overbodig. Indien de ontgrendelfunctie opnieuw is geprogrammeerd zodat alleen het bestuurdersportier wordt ontgrendeld ( Zie Programmeren van de afstandsbediening (bladzijde 28). ), let dan op het volgende: Wanneer u de ontgrendeltoets op de afstandsbediening indrukt, worden alle portieren ontgrendeld of wordt alleen het...
Pagina 36
Sloten Auto ontgrendelen WAARSCHUWING De wagen wordt niet automatisch N.B.: Indien de wagen langer dan drie vergrendeld. Indien er geen dagen niet wordt ontgrendeld, schakelt vergrendelknop wordt ingedrukt het key free systeem over op een blijft de auto ontgrendeld. energiebesparende modus. Hierdoor wordt voorkomen dat de accu leegraakt.
Sloten Portieren met de sleutelbaard Alleen bestuurdersportier ontgrendelen vergrendelen en ontgrendelen Indien de ontgrendelfunctie opnieuw is geprogrammeerd zodat alleen het bestuurdersportier wordt ontgrendeld ( Zie Programmeren van de afstandsbediening (bladzijde 28). ), let dan op het volgende: Als het bestuurdersportier als eerste wordt geopend blijven de andere portieren en de bagageruimte vergrendeld.
Pagina 38
Sloten Comfortontgrendeling E99679 E71955 Druk, om alle ruiten te openen, op de ontgrendel toets en houd deze minstens drie seconden ingedrukt. Druk nogmaals op de vergrendel of de ontgrendel toets om het openen te onderbreken. E87384 Comfortvergrendeling Druk om alle ruiten te sluiten op de vergrendeltoets en houd deze minstens WAARSCHUWING twee seconden ingedrukt.
Geef, indien mogelijk, uw dealer het sleutelnummer door, dat op het plaatje staat dat met de originele sleutels is geleverd. U kunt ook extra sleutels bij uw Ford dealer verkrijgen. IMMOBILISATIESYSTEEM INSCHAKELEN Korte tijd nadat u het contact hebt afgezet wordt het immobilisatiesysteem automatisch ingeschakeld.
Alarm ALARM INSCHAKELEN WAARSCHUWING Dit systeem kan alleen correct Het systeem wordt geactiveerd zodra de functioneren wanneer alle ruiten auto is vergrendeld en beschermt uw volledig zijn gesloten. Bovendien auto tegen indringers die trachten de mogen de sensoren in de portieren, de motorkap of het interieurverlichting niet zijn afgedekt.
Pagina 41
Alarm Het systeem wordt in de volgende gevallen gedeactiveerd: • Wanneer een geldige passive key zich binnen het detectiebereik bevindt; • Wanneer de ontgrendelknop op de afstandsbediening wordt ingedrukt; • Wanneer een geldige passive key zich in het interieur bevindt en het koppelingspedaal (handgeschakelde versnellingsbak) of het rempedaal (automatische transmissie) wordt...
Stuurwiel STUURWIEL AFSTELLEN WAARSCHUWING Duw de ontgrendelingshendel WAARSCHUWING helemaal op zijn plaats wanneer u deze weer in de oude stand zet. Verstel nooit het stuurwiel als de auto in beweging is. AUDIOBEDIENING N.B.: Controleer of u in de juiste positie Kies de radio, CD of cassette modus op zit.
Stuurwiel Seek (zoekfunctie) Druk kort op de toets aan de zijkant: • In de radio modus wordt het volgende in het geheugen opgeslagen radiostation opgezocht. • In de CD modus wordt de volgende CD gekozen wanneer een CD-wisselaar is gemonteerd. •...
Ruitenwissers en ruitensproeiers Automatisch VOORRUITWISSERS ruitenwissersysteem Sommige uitvoeringen zonder een automatisch ruitenwissersysteem zijn uitgerust met een snelheidsafhankelijk ruitenwissersysteem voor de voorruit. Wanneer de auto tot loopsnelheid of tot stilstand wordt gebracht, wordt de ruitenwissersnelheid automatisch naar de volgende lagere snelheid teruggebracht. Wanneer de auto in snelheid toeneemt, keert de ruitenwissersnelheid terug naar de met de hand gekozen instelling.
Ruitenwissers en ruitensproeiers VOORRUITSPROEIERS LET OP Zorg bij vorst dat de voorruit volledig is ontdooit voordat u de automatische wisfunctie selecteert. Schakel de automatische wisfunctie uit voordat u een wasstraat binnenrijdt. E71016 WAARSCHUWING Schakel de ruitensproeiers niet langer dan tien seconden achtereen in;...
Ruitenwissers en ruitensproeiers Beweeg de schakelaarhendel naar het Zodra de wis/was cyclus is voltooid, stuurwiel. pauzeren de voorruitwissers en maken vervolgens nog één wisslag om de ruit te Wissen tijdens achteruitrijden drogen. Na het loslaten van de hendel blijven de De achterruitwisser wordt automatisch ruitenwissers nog kortstondig in werking.
Ruitenwissers en ruitensproeiers Onderhoudsstand RUITENWISSERBLADEN CONTROLEREN E85833 E66644 Controleer met uw vingertoppen de rubber randen van de ruitenwisserbladen op oneffenheden. Reinig de ruitenwisserbladen met een in water gedrenkte, zachte spons. RUITENWISSERBLADEN VERVANGEN Voorruitwisserbladen LET OP Zet om de ruitenwisserbladen te vervangen de voorruitwissers in de E99280 onderhoudsstand.
Pagina 48
Ruitenwissers en ruitensproeiers 5. Aanbrengen geschiedt in omgekeerde volgorde van verwijderen. E72899 1. Druk de lip in. 2. Verwijder het ruitenwisserblad. N.B.: Zorg ervoor dat het ruitenwisserblad goed op zijn plaats komt te zitten. 3. Aanbrengen geschiedt in omgekeerde volgorde van verwijderen.
Verlichting Grootlicht en dimlicht VERLICHTINGSBEDIENING Standen van de lichtschakelaar E71095 Trek de hendel geheel naar het stuurwiel toe om tussen grootlicht en dimlicht te wisselen. Lichtsignaal E71094 Trek de schakelaarhendel naar het Off (uit) stuurwiel toe. Stads- en achterlichten Home safe verlichting Koplampen Schakel de verlichting uit en trek de Voormistlichten...
Verlichting AUTOMATISCH IN- EN WAARSCHUWING UITSCHAKELENDE Gebruik de mislampen alleen wanneer het zicht ernstig wordt VERLICHTING belemmerd door mist, sneeuw of regen. N.B.: Wanneer de automatische verlichting is ingeschakeld, kunnen de mistlampen, vóór, niet worden ingeschakeld. MISTACHTERLICHTEN E73840 N.B.: Wanneer u de automatisch in-/uitschakelende verlichting hebt ingeschakeld, kunt u alleen het grootlicht inschakelen wanneer de functie de...
Verlichting U kunt de hoogte van de koplamplichtbundels aanpassen aan de belading van de auto. E65990 Aanbevolen regelknopstanden Belading Gewicht in bagage- Regelknopstand ruimte Voorstoelen Achterbank Max. Max. Zie Voertuigidentificatieplaatje (bladzijde 174). WAARSCHUWINGSKNIP- E71943 PERLICHTEN Positie van onderdeel: Zie Kort overzicht (bladzijde 8).
Verlichting ADAPTIEF VERLICHTINGSSYSTEEM, VOOR (AFS) E72897 zonder AFS met AFS Draai de lichtschakelaar in stand C om Het AFS stelt het dimlicht afhankelijk van het AFS in te schakelen bij ingeschakelde de richting en de snelheid van de wagen verlichting overdag. Zie af.
Verlichting Wanneer u de schakelaar in stand B zet, RICHTINGAANWIJZERS gaat de interieurverlichting branden wanneer u een portier of het kofferdeksel / de achterklep ontgrendelt of opent. Wanneer u het contact afzet, gaan de leeslampen korte tijd later automatisch uit om te voorkomen dat de accu leegraakt.
Verlichting Verlichting make-up spiegels E72900 E99388 2. Verwijder de schroef. 3. Verwijder het bekledingspaneel met behulp van een geschikt werktuig. Wanneer u het contact afzet, gaat de verlichting van de make-up spiegels korte tijd later automatisch uit om te voorkomen dat de accu leegraakt.
Verlichting Koplampen Richtingaanwijzer 1. Verwijder de koplamp. Zie Een koplamp verwijderen (bladzijde 52). E99390 5. Trek de stekker los. 6. Maak de koplampsproeierslang los. 7. Verwijder de koplamp. N.B.: Zorg er bij het monteren van de koplamp voor dat deze volledig in de E99482 klemmen voor de koplamp aangrijpt.
Pagina 56
Verlichting Zijknipperlichten E72260 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. 3. Verwijder de gloeilamp. Stadslicht 1. Verwijder de koplamp. Zie Een E99397 koplamp verwijderen (bladzijde 1. Verwijder het paneeltje. 52). E99398 E99437 2. Maak de klem los. 2. Verwijder het paneeltje. 3.
Pagina 57
Verlichting Instapverlichting Voormistlichten E72264 E99405 N.B.: De gloeilamp van de mistlamp kan N.B.: Draai het spiegelglas zover mogelijk niet uit de lamphouder worden verwijderd. naar binnen. 1. Verwijder de afdekking m.b.v. een 1. Steek een schroevendraaier in de geschikt werktuig. spleet tussen het spiegelhuis en het spiegelglas maak de metalen klem los.
Pagina 58
Verlichting 4. Trek de stekker los. 5. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. Achtermistlichten E99408 Richtingaanwijzer E107752 Achteruitrijlicht 1. Verwijder voorzichtig de lamp. 2. Trek de stekker los. 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. 3. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze.
Pagina 59
Verlichting Kentekenplaatverlichting E72789 1. Maak voorzichtig de klemveer los. E99412 2. Verwijder het lamphuis. 2. Verwijder de moer. 3. Verwijder de gloeilamp. Interieurverlichting Uitvoeringen zonder interieursensoren E99413 3. Druk voorzichtig de gloeilamp in de E99452 lamphouder en draai de gloeilamp linksom.
Pagina 60
Verlichting Uitvoeringen met Uitvoeringen met interieursensoren interieursensoren E72787 E72786 1. Werk voorzichtig de lamp los. 1. Werk de lamp voorzichtig los. 2. Verwijder het glas. 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. 3. Verwijder de gloeilamp. Leeslampen Uitvoeringen zonder interieursensoren E73939 3.
Verlichting Verlichting make up spiegel Verlichting bagagecompartiment E72785 1. Werk de lamp voorzichtig los. 2. Verwijder de gloeilamp. E99429 1. Werk de lamp voorzichtig los. 2. Verwijder de gloeilamp. GLOEILAMPENTABEL Lampje Specificatie Vermogen (watt) Richtingaanwijzer, voor H21W Grootlicht Koplampen, dimlicht Zijknipperlicht Mistlamp, vóór Stadslicht...
Pagina 62
Verlichting Lampje Specificatie Vermogen (watt) Interieurverlichting Leeslamp Verlichting make up spiegel Verlichting bagagecompartiment Buislamp...
Ruiten en spiegels Ruiten automatisch openen en ELEKTRISCH BEDIENBARE sluiten RUITEN Druk de schakelaar tot het tweede schakelpunt in of trek hem tot het tweede WAARSCHUWING schakelpunt omhoog en laat hem los. Schakel de elektrisch bedienbare Druk de schakelaar opnieuw in of trek ruiten niet in tenzij deze vrij zijn van hem opnieuw omhoog om de beweging obstructies.
Ruiten en spiegels Antiklemfunctie Geheugen van de elektrisch bedienbare ruiten opnieuw WAARSCHUWING instellen Het onzorgvuldig sluiten van de WAARSCHUWING ruiten kan deze beschermingsfunctie opheffen en De antiklemfunctie wordt buiten verwonding tot gevolg hebben. werking gesteld tot het geheugen opnieuw is ingesteld. De ruit stopt automatisch tijdens het sluiten en gaat een stukje terug wanneer Nadat de accukabels zijn losgenomen...
Ruiten en spiegels Handmatig inklapbare spiegels Richtingen waarin de spiegel kan worden gekanteld Inklappen Druk de spiegel in de richting van de portierruit. Uitklappen Zorg ervoor dat de spiegel weer volledig wordt vergrendeld wanneer u deze weer in zijn oorspronkelijke stand terugzet. ELEKTRISCHVERSTELBARE BUITENSPIEGELS E70847...
Ruiten en spiegels E122706 Druk op de toets om de spiegels in of uit te klappen. Wanneer nogmaals op de schakelaar wordt gedrukt terwijl de spiegels in beweging zijn, stoppen deze en keren in de oorspronkelijke stand terug. AUTOMATISCH DIMMENDE SPIEGEL E71028 De automatisch dimmende...
Instrumenten METERS E98738 Toerenteller Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofpeilmeter Snelheidsmeter Informatiedisplay LET OP Koelvloeistoftempe- Start de motor niet voordat de ratuurmeter oorzaak voor de oververhitting is verholpen. Alle modelvarianten Geeft de temperatuur van de koelvloeistof aan. Bij normale bedrijfstemperatuur blijft de naald in het centrale gedeelte.
Instrumenten Controlelamp ABS Wanneer de wijzer in het rode gebied komt, is de motor oververhit. Zet de Als de controlelamp brandt motor af, zet het contact af en stel de onder het rijden, dan duidt dit oorzaak vast zodra de motor is op een storing.
Pagina 69
Instrumenten Richtingaanwijzers Controlelamp 'Vorst' Knippert bij ingeschakelde WAARSCHUWING richtingaanwijzers. Een Ook wanneer de temperatuur tot plotselinge toename van de boven + 4 ºC stijgt, is dit nog geen knipperfrequentie waarschuwt voor een garantie dat de weg vrij is van defecte gloeilamp. Zie Gloeilampen gevaren die door plotselinge vervangen (bladzijde 53).
Pagina 70
Instrumenten Controlelamp grootlicht Controlelamp mistachterlichten De controlelamp gaat branden wanneer u het grootlicht De controlelamp gaat branden inschakelt. De lamp knippert wanneer u de mistachterlichten wanneer u een lichtsignaal geeft. inschakelt. Berichtenindicator Herinneringssysteem veiligheidsgordel De controlelamp gaat branden wanneer een nieuw bericht is Zie Waarschuwingssignaal opgeslagen in de veiligheidsgordel (bladzijde...
Instrumenten Uitvoeringen met keyless entry AKOESTISCHE systeem WAARSCHUWINGSSIGNALEN Er weerklinkt een waarschuwingssignaal EN -INDICATIES wanneer het bestuurdersportier wordt geopend indien: Automatische transmissie • het contact nog steeds aan staat Indien de keuzehendel niet in de stand P • de reservesleutel zich in het contact staat weerklinkt een akoestisch bevindt.
Infodisplays • om door de displays van de ALGEMENE INFORMATIE boordcomputer te scrollen • om door de opties van een menu te WAARSCHUWING scrollen en deze te selecteren. Bedien de toetsen van het N.B.: Houd, om automatisch te scrollen, informatiedisplay niet wanneer de de draaiknop in de bovenste of onderste auto in beweging is.
Pagina 73
Infodisplays Menustructuur Reset teller Dagteller Gem.verbruik Gem.snelheid Alle Meldingen Stuur Normaal Sport Comfort Klok Klok inst. 24/h-modus Instellingen Scherm Configureren Help-scherm Altijd uit NAV-info Bij aanw Altijd aan E98875...
Pagina 74
Infodisplays Talen English Deutsch Italiano Français Español Türkçe Pyccкий Nederlands Polski Svenska Português Meeteenheid Metrisch Brits Geluiden WeinigBrndst Alg. waarsch. Alg. Info. Hulpverwarming, Hulpverwarm. E98876...
Infodisplays 1. Gebruik de draaiknop voor toegang tot het hoofdmenu. 2. Selecteer ESP en druk op de toets Parkeerverw SET/RESET. 3. Selecteer Terug en druk herhaaldelijk Tijd 1 aan op de toets SET/RESET om naar het hoofdmenu terug te keren. Stel tijd 1 in Maandag Stuurinrichting...
Pagina 76
Infodisplays Tijd instellen 6. Selecteer Terug en druk herhaaldelijk op de toets SET/RESET om naar het 1. Gebruik de draaiknop voor toegang hoofdmenu terug te keren. tot het hoofdmenu. Navigatie-informatie 2. Selecteer Klok en druk op de toets SET/RESET. U kunt ook kiezen op welk moment de 3.
Infodisplays Engels, Duits, Italiaans, Frans, Spaans, 3. Selecteer Scherm en druk op de Turks, Russisch, Nederlands, Pools, toets SET/RESET. Zweeds en Portugees. 4. Selecteer Meeteenheid en druk op de toets SET/RESET. 1. Gebruik de draaiknop voor toegang tot het hoofdmenu. 5.
Pagina 78
Infodisplays Berichtsymbolen Zie het instructieboekje. Laat het systeem bij de volgende onderhoudsbeurt controleren. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren. E73266 Breng de auto tot stilstand Druk om te bevestigen en om enkele zodra dit veilig kan. berichten van het informatiedisplay te verwijderen op SET/RESET.
Pagina 79
Infodisplays Niet goed gesloten portier(en) Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Auto is in beweging. Stop de auto Deur bestuurder open rood zo snel en veilig mogelijk en sluit de kofferbak. Auto is in beweging. Stop de auto Portier open achter bestuur rood zo snel en veilig mogelijk en sluit de kofferbak.
Pagina 80
Infodisplays Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Zie Sleutelloze toegang Sleutel niet in auto oranje (bladzijde 33). Zie Batterij van afstandsbe- Sleutel batt. leeg oranje diening vervangen (bladzijde 28). Laat het systeem onmiddellijk Functiestoring stuurinrichting door een goed opgeleide monteur controleren. Zie Sleutelloos starten (blad- Druk rem in om te starten zijde 103).
Pagina 81
Infodisplays Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Stop zodra dit veilig kan en zet de motor onmiddellijk af. Laat het Storing in motor rood systeem onmiddellijk door een goed opgeleide monteur contro- leren. Elektronische acceleratieregeling (EAC). Er kan met de auto worden gereden maar het acce- leratievermogen is aanzienlijk Acceleratie beperkt...
Pagina 82
Infodisplays Stabiliteitsregeling (ESP) Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Laat het systeem onmiddellijk ESP- storing oranje door een goed opgeleide monteur controleren. Transmissie Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Automatische transmissie. Er kan nog steeds met het voertuig worden gereden, maar het Beperkte werking transmissie oranje systeem moet zo snel mogelijk...
Pagina 83
Infodisplays Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Bij lage buitentemperaturen kan het na het starten van de motor enkele seconden duren voordat Rijstand wordt ingeschakeld de transmissie R (REVERSE) of rempedaal indrukken D (DRIVE) inschakelt. Houd het rempedaal ingetrapt tot deze berichten uit de display zijn verdwenen.
Klimaatregeling Algemene informatie over de WERKING klimaatregeling in het interieur Buitenlucht Sluit alle ruiten. Houd de luchtinlaten voor de voorruit vrij Het interieur verwarmen van belemmeringen (sneeuw, bladeren, enz.) zodat het klimaatregelsysteem Laat de lucht naar de beenruimten effectief kan werken. stromen.
Klimaatregeling Aanjager HANDMATIGE KLIMAATREGELING Luchtverdeelknop E75470 N.B.: Wanneer u de aanjager uitschakelt E71379 kan de voorruit beslaan. Voorruit Luchtrecirculatie Beenruimte en voorruit Beenruimte Hoofdniveau en beenruimte Druk op de toets om te kiezen tussen Hoofdniveau toevoer van buitenlucht en het Hoofdniveau en voorruit recirculeren van de in het interieur aanwezige lucht.
Pagina 86
Klimaatregeling Ventilatie Interieur snel afkoelen E71378 Stel de regelknoppen van de luchtstroom, E71381 de aanjager en luchtroosters naar wens Voorruit ontdooien en ontwasemen Airconditioning Airconditioning in- en uitschakelen Wanneer u de aanjager uitschakelt, wordt ook de airconditioning uitgeschakeld. Wanneer u de aanjager weer inschakelt, schakelt de airconditioning automatisch E71382 Wanneer de temperatuur hoger is dan 4...
Klimaatregeling N.B.: Zet, om de achterste zijruiten te Luchtvochtigheid in het interieur ontdooien of te ontwasemen de verlagen luchtroosters bij de tweede zitrij in de ontdooi- en ontwasemstand. Zie Ventilatieroosters (bladzijde 82). E71383 AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING E91390 N.B.: Vermijd het wijzigen van de Het systeem regelt automatisch de instellingen wanneer het in de auto temperatuur, de hoeveelheid en verdeling...
Pagina 88
Klimaatregeling Mono modus uitschakelen N.B.: Als het systeem bij lage buitentemperaturen in de auto modus Selecteer met de draaiknop aan staat, wordt de lucht zolang de motor passagierszijde een temperatuur voor de koud is naar de voorruit en de zijruiten passagierszijde.
Pagina 89
Klimaatregeling Luchtverdeling Wanneer u voorruit ontdooien en ontwasemen selecteert, schakelt de Druk op de gewenste toets om de voorruitverwarming automatisch in en na luchtverdeling in te stellen. Iedere korte tijd weer uit. combinatie van instellingen kan Druk om terug te keren naar de auto tegelijkertijd worden geselecteerd.
Klimaatregeling Het verwarmings-, ventilatie- en WAARSCHUWINGEN airconditioningsysteem wordt De parkeerverwarming moet het uitgeschakeld en de recirculatiestand gehele jaar minimaal eenmaal per ingeschakeld. maand ongeveer tien minuten worden ingeschakeld. Hierdoor wordt VERWARMDE RUITEN EN voorkomen dat de vloeistofpomp en de aanjagermotor gaan vastzitten. SPIEGELS N.B.: De parkeerverwarming werkt alleen Verwarmbare ruiten...
Pagina 91
Klimaatregeling Om te voorkomen dat de accu wordt 1. Gebruik de draaiknop voor toegang ontladen: tot het hoofdmenu. 2. Selecteer Parkeerverw. en druk op • Nadat de parkeerverwarming een de toets SET/RESET. verwarmingscyclus heeft doorlopen, zal de volgende geprogrammeerde verwarmingscyclus alleen worden uitgevoerd indien de motor tussentijds Parkeerverw is gestart.
Pagina 92
Klimaatregeling De functies Tijd 1 en Tijd 2 9. Gebruik de draaiknop om de minuten programmeren in de gewenste instelling te zetten. Druk op de toets SET/RESET om de instelling te bevestigen. Tijd 1 Druk op de toets SET/RESET om het menu te verlaten.
Pagina 93
Klimaatregeling 6. Druk op de toets SET/RESET om het 3. Selecteer Hulp verwarm. en druk menu te verlaten. op de toets SET/RESET. Wanneer de verwarming is ingeschakeld Nu actief verschijnt in het vak ernaast een kruis. 4. Druk op de toets SET/RESET om het 1.
Stoelen • voldoende afstand houdt tussen uzelf DE JUISTE ZITPOSITIE en het stuurwiel. minimaal 250 mm (10 INNEMEN inch) tussen uw borstbeen en de kap van de airbag aanhoudt. • het stuurwiel met licht gebogen armen vasthoudt. • uw benen licht buigt zodat u de pedalen volledig kunt indrukken.
Stoelen Hoofdsteun verwijderen Lendensteun afstellen Druk de knoppen in en verwijder de hoofdsteun. HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN Alle uitvoeringen WAARSCHUWINGEN Breng geen extra stoelhoezen aan die niet speciaal zijn ontwikkeld voor het gebruik op stoelen met zij-airbags. Laat het aanbrengen van deze stoelhoezen over aan de gedegen E78058 getrainde monteurs.
Pagina 96
Stoelen Hellingshoek van de rugleuning Wanneer de stoelen volledig naar voren verstellen worden geschoven kunnen de rugleuningen in horizontale stand worden gekanteld. E70731...
Stoelen ACHTERBANK LET OP Laat de hoofdsteunen zakken. WAARSCHUWINGEN Wanneer u de rugleuningen neerklapt, let er dan op dat uw vingers niet tussen de rugleuning en het stoelframe komen. Zorg ervoor dat de stoelen en de rugleuningen goed vastzitten en volledig zijn vergrendeld.
Pagina 99
Stoelen De verwarmbare voorstoelen worden bediend met de draaiknoppen op het instrumentenpaneel. Positie van onderdeel: Zie Kort overzicht (bladzijde De maximum temperatuur wordt bereikt na vijf tot zes minuten. De temperatuur wordt door een thermostaat geregeld. De stoelverwarming werk alleen met ingeschakeld contact.
Gemaksfuncties ZONNESCHERMEN DIMMERINSTRUMENTENPA- NEELVERLICHTING Panoramadak E70454 BEKERHOUDERS WAARSCHUWING Plaats tijdens het rijden geen hete dranken in de bekerhouders. Tafeltjes op de rugleuningen WAARSCHUWING Gebruik de tafeltjes niet tijdens het rijden. Controleer voordat u wegrijdt of de tafeltjes in de onderste stand zijn vergrendeld.
N.B.: U kunt het elektrische aansluitpunt gebruiken voor 12 volt accessoires met AANSTEKER een maximum vermogen van 10 ampère. Gebruik alleen Ford stekkers of stekkers die geschikt zijn voor gebruik in SAE LET OP gestandaardiseerde aansluitingen. Wanneer u het aansluitpunt gebruikt terwijl de motor niet draait, wordt hierdoor de accu ontladen.
Gemaksfuncties OPBERGRUIMTES LET OP De omvormer wordt uitgeschakeld Opbergvak op dashboard wanneer de temperatuur hoger is dan 85 °C. De LED knippert eenmaal. Wanneer de omvormer is afgekoeld, dan wordt deze automatisch ingeschakeld. Overschrijd het maximale motorvermogen niet. Gebeurt dit wel, dan knippert de LED twee maal.
Gemaksfuncties Klap de kussens van de achterbank PASLEZER TOLWEGEN omhoog voor toegang tot de opbergruimte. Zie Achterbank (bladzijde 96). N.B.: Belaad de opbergruimtes onder achterbank niet te zwaar. Zorg dat de kussens van de achterbank compleet kunnen worden omgeklapt. GLASHOUDER E75193 E99272 Bij auto's met een warmtewerende...
Gemaksfuncties E91511 E91511 E99438 E92035 VLOERMATTEN USB-POORT Zie USB-apparaat gebruiken WAARSCHUWING (bladzijde 208). Wanneer de vloermatten worden gebruikt, zorg dan dat de vloermatten correct worden vastgemaakt met de correcte bevestigingselementen, zodat de matten geen invleod hebben op de bediening van de pedalen.
De motor starten ALGEMENE INFORMATIE Algemene opmerkingen over het starten Als de accu losgekoppeld is geweest kan de motor, nadat de accukabels weer zijn aangesloten, een afwijkende draaikarakteristiek vertonen gedurende E85766 ca. 8 kilometer. Contact aan De oorzaak is, dat het motormanagement zich weer aan de motor moet aanpassen.
Pagina 106
De motor starten N.B.: Houd het koppelings- of rempedaal ingetrapt tot de motor wordt gestart. Motor slaat niet aan. Het startsysteem met passive key werkt niet indien: • De frequenties van de passive key worden verstoord. • De batterij in de passive key leeg is. Volg de volgende procedure wanneer de motor niet kan worden gestart.
De motor starten • Rijd tot 20 minuten met een constante DIESELROETFILTER (DPF) snelheid, bij voorkeur op een hoofdweg of snelweg. Het DPF is een onderdeel van het uitlaatgasemissiesysteem van uw auto. • Voorkom langdurig stationair draaien Het zuivert de uitlaatgassen van en neem altijd snelheidslimieten en het schadelijke roetdeeltjes bij auto's met type wegdek in acht.
BRANDSTOFKWALITEIT - N.B.: We adviseren alleen brandstof van BENZINE hoge kwaliteit te gebruiken. LET OP N.B.: Het gebruik van niet door Ford goedgekeurde additieven of andere Gebruik geen gelode benzine of motorbehandelingen worden door Ford benzine met additieven die andere afgeraden.
Brandstof en tanken TANKKLEP WAARSCHUWING Stop met tanken nadat het WAARSCHUWINGEN vulpistool voor de tweede keer is Voorkom dat tijdens het tanken afgeslagen. Alle brandstof die u dan brandstof wordt gemorst, die zich nog toevoegt vult de expansieruimte in in het vulpistool bevindt. de brandstoftank, hetgeen er toe kan leiden dat de brandstof overstroomt.
Laat de motor niet met een enz. losgekoppelde bougiekabel draaien. Uw Ford dealer dient u gaarne van advies Sleep of duw de auto niet aan. hoe u het brandstofverbruik kunt Gebruik hulpstartkabels. Zie verlagen.
Pagina 111
Brandstof en tanken Handgeschakelde 6-versnellingsbak - 2WD Brandstofverbruikscijfers Stadsver- Gecombi- CO2- Buitenweg keer neerd emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) 2.0L Duratorq-TDCi fase IV 7,7 (36,7) 5,1 (55,4) 6,1 (46,3) 2.0L Duratorq-TDCi fase V 7,5 (37,7) 5,0 (56,5) 5,9 (47,9)
Versnellingsbak/transmissie HANDGESCHAKELDE AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK TRANSMISSIE Standen van transmissiehendel LET OP Schakel de achteruit niet in wanneer de wagen in beweging is. Dit kan inwendige schade aan de versnellingsbak veroorzaken. E80836 E99067 Parkeren Bij sommige auto's moet de kraag Achteruit omhoog worden gebracht tijdens Neutraal inschakelen van de achteruit.
Pagina 113
Versnellingsbak/transmissie Handmatig schakelen - Auto's Parkeren met 5-traps transmissie WAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING Schakel de parkeerstand alleen in wanneer de auto stilstaat. Houd de keuzehendel niet permanent in – of +. Trek voordat u de auto verlaat de handrem aan en schakel de parkeerstand in.
Pagina 114
Versnellingsbak/transmissie Sportmodus Kickdown Activeer de modus Sport door de Druk het gaspedaal volledig in terwijl het keuzehendel in de rijstand staat om voor keuzehendel in de stand S te plaatsen. De modus Sport blijft actief tot optimale prestaties de eerstvolgende handmatig wordt op- of teruggeschakeld lagere versnelling in te schakelen.
Versnellingsbak/transmissie 3. Druk het gereedschap naar beneden om het frame los te drukken van het bekledingspaneel. 4. Druk het frame naar beneden zodat de hendel loskomt en beweeg de keuzehendel uit de parkeerstand. 5. Trek de kap omhoog tot het frame in het bekledingspaneel aangrijpt.
Remmen WERKING PARKEERREM Schijfremmen Alle uitvoeringen Natte remschijven hebben een lagere WAARSCHUWING wrijvingscoëfficiënt. Druk na het verlaten Bij auto's met automatische van een wasstraat het rempedaal even transmissie moet de keuzehendel voorzichtig in om de waterfilm op de altijd in de stand P staan. remschijven te laten verdampen.
Stabiliteitsregeling Het systeem zorgt ook voor een betere WERKING tractieregeling door het motorkoppel te verlagen wanneer de wielen bij het Elektronisch accelereren beginnen door te spinnen. stabiliteitsprogramma (ESP) Het verbetert de mogelijkheden om op gladde of losse oppervlakken te kunnen WAARSCHUWING optrekken en het verbetert het comfort ESP houdt niet in dat u niet langer...
Stabiliteitsregeling Aanhangerstabiliteitsregeling is een uitbreidingsfunctie van ESP die automatisch registreert wanneer een gekoppelde aanhanger begint te slingeren. Als dit het geval is, dan remt het systeem automatisch de afzonderlijke wielen af om de stabiliteit van de aanhanger en het voertuig te herstellen. Als er overmatig slingeren wordt geregistreerd, dan wordt het motorkoppel verlaagd en neemt de snelheid van het voertuig automatisch af.
Parkeerhulp N.B.: Houd de sensoren vrij van vuil, ijs WERKING en sneeuw. Reinig de sensoren niet met scherpe voorwerpen. WAARSCHUWING N.B.: Wanneer de parkeerhulp een Ondanks de parkeerhulp bent u signaal registreert dat op dezelfde verplicht voorzichtig en aandachtig frequentie wordt uitgezonden als de te rijden.
Pagina 120
Parkeerhulp Manoeuvreren met de parkeerhulp E72902 N.B.: Wanneer een hoge, harde waarschuwingstoon drie seconden lang klinkt en het lampje in de schakelaar knippert, duidt dit op een storing. Het systeem wordt uitgeschakeld. Laat het systeem door goed opgeleide monteurs controleren. U hoort een onderbroken signaal wanneer de afstand tussen de achterbumper en een obstakel ongeveer 150 cm bedraagt,...
Achteruitkijkcamera WERKING WAARSCHUWINGEN Plaats geen voorwerpen voor de De camera is een visueel hulpmiddel bij camera. achteruitrijden. WAARSCHUWING De camera is aangebracht op de achterklep (bij de handgreep). De camera is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn.
Pagina 122
Achteruitkijkcamera • Als de camera nat is (bijvoorbeeld tijdens regen of een hoge vochtigheid). • Als het zicht van de camera is geblokkeerd (bijvoorbeeld door modder). Display gebruiken LET OP Voorwerpen boven de camera worden niet weergegeven. Controleer indien nodig het gebied achter de auto.
Pagina 123
Achteruitkijkcamera Oranje - 2 meter Oranje - middenlijn van de geprojecteerde route van de auto N.B.: Bij achteruitrijden met een aanhanger geven de lijnen op het scherm de autorichting aan en niet de richting van de aanhanger. Achteruitkijkcamera deactiveren N.B.: Schakel een vooruitversnelling in. De display blijft een korte periode aan alvorens deze wordt uitgeschakeld.
Snelheidsregeling (cruise control) Snelheid instellen WERKING Met cruise control (automatische snelheidsregeling) kunt u met behulp van de schakelaars op het stuurwiel de rijsnelheid instellen. U kunt cruise control gebruiken bij snelheden hoger dan ongeveer 30 km/u. GEBRUIK MAKEN VAN SNELHEIDSREGELING (CRUISE CONTROL) WAARSCHUWING Schakel onder drukke...
Pagina 125
Snelheidsregeling (cruise control) Ingestelde snelheid opnieuw inschakelen E95393 Accelereren (versnellen) E75453 Decelereren (vertragen) De controlelamp van de cruise control gaat branden en het systeem zal Ingestelde snelheid proberen de auto met de eerder door u uitschakelen ingestelde snelheid te laten rijden. Cruise control uitschakelen E75453 Druk het rempedaal of de RES schakelaar...
Transport ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Gebruik bevestigingsriemen die voldoen aan een norm, bijv. DIN. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet. Plaats bagage en ander voorwerpen zo laag mogelijk en zo ver mogelijk naar voren in de bagageruimte of de laadruimte. E97377 Rijd niet met geopende achterklep of achterdeur.
Transport E112588 Druk een van de uiteinden van de behuizing naar binnen om de afdekking E112571 te verwijderen of aan te brengen. Trek de afdekking naar buiten tot deze in de bevestigingspunten vastklikt. Afdekking bagageruimte opbergen - voertuigen met bandenreparatieset Er is ruimte vrijgemaakt in de opbergruimte onder de bagageruimtevloer.
E78097 N.B.: De zijrails zijn zodanig ontworpen DAKREKKEN EN dat dakdragers (voor fietssteunen, BAGAGEDRAGERS skiklemmen, enz.) uit het Ford Accessoires Programma kunnen worden Imperiaal aangebracht. N.B.: Reinig, voordat de dakdragers WAARSCHUWINGEN worden aangebracht, de zijrails met een Wanneer u een imperiaal gebruikt, in water gedrenkte spons.
Pagina 129
Transport E98207 1. Trek de hendel naar buiten. E98208 2. Draai de hendel rechtsom om de dakdrager tegen de rail te laten 4. Druk de hendel naar binnen. Draai de komen. sleutel rechtsom om te vergrendelen. 5. Verwijder de sleutel. Toegang verkrijgen tot de T-nok E98222 N.B.: Zorg dat er zich geen opening...
Pagina 130
Transport Fietsendrager LET OP De bevestigingen van de fietsendrager mogen alleen worden aangebracht op de primaire achterklep. E99775...
Aanhangers trekken De stabiliteit van de auto-aanhanger TREKKEN VAN EEN combinatie is vooral afhankelijk van de AANHANGER kwaliteit van de aanhanger. In bergachtige streken moet vanaf WAARSCHUWINGEN hoogten van 1.000 meter het maximum Overschrijd het maximaal toelaatbaar gewicht voor iedere 1.000 toelaatbaar treingewicht dat op het meter met 10% worden verlaagd.
Pagina 132
Aanhangers trekken Trekhaakkogel aanbrengen WAARSCHUWING Breng de trekhaakkogel alleen aan wanneer de koppeling volledig is ontgrendeld. E71328 Trekhaakkogel ontgrendelen E99484 E99477 1. Maak de stekker los (1). 1. Maak de beschermkap van het 2. Druk de trekhaakkogel verticaal in de sleutelgat los.
Pagina 133
Aanhangers trekken Rijden met een aanhanger E71331 WAARSCHUWING Wanneer aan één van de onderstaande voorwaarden niet kan worden voldaan, gebruik dan de trekhaak niet en laat deze door een goed opgeleide monteur controleren. E99485 1. Koppel de aanhanger af. Controleer voordat u gaat rijden of de 2.
Pagina 134
Aanhangers trekken Houd het systeem schoon. Smeer de lagerpunten, glij-oppervlakken en vergrendelingskogels met harsvrij vet of olie. Smeer het slot met grafiet. Noteer het sleutelnummer. In geval van verlies kunnen vervangingssleutels onder vermelding van het sleutelnummer met drie cijfers bij de fabrikant worden besteld.
Tips voor het rijden INRIJDEN DOOR WATER RIJDEN Banden Door water rijden WAARSCHUWING LET OP Rijd alleen door water in Nieuwe banden hebben een noodgevallen en niet als normaal inlooptijd van ongeveer 500 wordt gereden. kilometer (300 mijl). Gedurende deze periode kan de auto een andere De motor kan beschadigd raken als rijkarakteristiek vertonen.
Nooduitrusting EERSTEHULPSET Er is ruimte vrijgemaakt in de opbergruimte onder de vloer. Zie Opbergruimte onder vloer achterin (bladzijde 125). GEVARENDRIEHOEK Er is ruimte vrijgemaakt in de opbergruimte onder de vloer. Zie Opbergruimte onder vloer achterin (bladzijde 125).
Staat na een aanrijding • Draai de contactsleutel in de stand 0. ONDERBREKINGS- • Controleer het brandstofsysteem op SCHAKELAAR lekkage. BRANDSTOFTOEVOER • Als u geen lekkage hebt geconstateerd, kunt u de knop op de Uitvoeringen met een Duratec veiligheidsschakelaar indrukken (zie motor afbeelding).
Zekeringen PLAATSEN EENZEKERINGVERVANGEN ZEKERINGENHOUDERS WAARSCHUWINGEN Zekeringenkast in de Wijzig de elektrische installatie van motorcompartiment uw auto op geen enkele wijze. Laat reparaties aan de elektrische installatie en het vervangen van relais en zekeringen voor hoge stroomsterktes door goed getrainde monteurs uitvoeren. Zet het contact af en schakel alle elektrische onderdelen uit voordat u probeert een zekering te...
Pagina 140
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Relais ontsteking 151 Solenoïde startmotor Voorruitverwarming, rechterzijde Niet in gebruik Voorruitverwarming, linkerzijde Niet in gebruik Vermogensomvormer ESP-module Claxon Extra verwarming Module stuurbekrachtiging Koplampsproeiers Verwarmingselement dieselolie Contact, relais Automatische transmissie Koppeling van compressor airconditioning Regeleenheid voorgloeien (alleen diesel) Climate Control met twee zones Regeleenheid aandrijfaggregaat Accusensor snel laden...
Pagina 141
Zekeringen Zekeringkast in de passagiersruimte E88709 Zekering Ampère Beveiligde circuits Voeding vanaf contactslot elektronische modules Elektrisch verstelbare bestuurdersstoel Verwarmingsregeling, ontvanger afstandsbedie- ning Voeding verlichting Accusaver, interieurverlich- ting Verwarmde achterruit Keyless starten Voeding instrumenten- groep, on-board diagnos- tics Accessoire van instrumen- tengroep (audio- en naviga- tiesysteem)
Pagina 142
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Aansteker, extra aansluit- punt achter Voeding vanaf contactslot schakelaar verlichting overdag Brandstofpomp (alleen dieselmotor) Brandstofpomp (alleen benzinemotor) Voeding audiomodules Verlichting overdag (parkeerlichten) Voeding instrumentengroep vanaf contactschakelaar, immobiliteitssysteem Voeding verlichting vanaf contactslot Mistlampen Kentekenplaatverlichting Portiermodule, linksachter Extra voedingsaansluiting bagageruimte Extra voedingsaansluiting...
Pagina 143
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Parkeerlichten, zijverlichting, achterlichten (rechterzijde) Key free systeem Niet in gebruik Niet in gebruik Ruitenwissers AWD-module Achterruitwisser Remlichten Relais centrale vergrende- ling, portiermodule passa- gierszijde Relais centrale vergrende- ling, portiermodule bestuur- derszijde Dagverlichting Ruitensproeierpomp, verwarmbare ruiten- sproeiers Voeding achteruitrijsignaal Computer motorregeling,...
Bergen van de auto Locatie sleepoog SLEEPPUNTEN Sleepoog, voor E99490 E99468 Sleepoog, achter Het afneembare sleepoog is aangebracht in de bagageruimte (naast de reservewielkast). Het sleepoog moet altijd in de wagen worden meegenomen. Werk het paneel los en breng het sleepoog aan.
Pagina 145
Bergen van de auto LET OP Te veel spanning op de sleepkabel kan schade toebrengen aan uw en aan de trekkende auto. Bevestig aan het sleepoog aan de voorzijde geen trekstang. Zet de versnellingsbak in neutraal wanneer uw auto wordt gesleept. Auto's met AWD: Bij een mechanische storing aan de transmissie van uw auto moet deze...
Interieurverlichting. onderhouden zal dit de betrouwbaarheid en de inruilwaarde ten goede komen. Er • Waarschuwings- en controlelampen. staat een groot netwerk van Ford Controles bij het tanken Erkende Reparateurs ter beschikking die u met hun professionele expertise ter zijde •...
WAARSCHUWING Verwijder, om schade of verlies van de sleutel te voorkomen, de sleutel onmiddellijk na het openen van de motorkap en draai het Ford logo terug. N.B.: Gebruik bij auto's met sleutelloze toegang de reservesleutel. Zie Sleutelloze toegang (bladzijde 33).
Pagina 149
Onderhoud Accu: Zie Accu van de auto (bladzijde 157). Zekeringenkast in motorcompartiment: Zie Zekeringen (bladzijde 136). Luchtfilter: geen onderhoud vereist. Motoroliepeilstaaf : Zie Motorolie controleren (bladzijde 150). Voor een gemakkelijke herkenbaarheid zijn alle vuldoppen en de motoroliepeilstaaf met een kleur gemarkeerd.
Onderhoud Zekeringenkast in motorcompartiment: Zie Zekeringen (bladzijde 136). Luchtfilter: geen onderhoud vereist. Motoroliepeilstaaf : Zie Motorolie controleren (bladzijde 150). Voor een gemakkelijke herkenbaarheid zijn alle vuldoppen en de motoroliepeilstaaf met een kleur gemarkeerd. OLIEPEILSTAAF - 2,5 L MOTOROLIECONTROLEREN DURATEC (VI5) LET OP Gebruik geen additieven of andere smeermiddelen.
Het oliepeil mag niet boven het MAX brandbaar en kan ontbranden merkteken komen te staan. wanneer deze wordt gemorst op een hete uitlaat. Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford specificatie. Zie Technische LET OP specificatie (bladzijde 153). In een noodgeval kan water in het...
één reservoir. Het oliepeil mag niet boven het MAX merkteken komen te staan. Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford specificatie. Zie Technische specificatie (bladzijde 153). Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford specificatie.
Remvloeistof ESD-M6C57-A DOT 4 remvloeistof U kunt tevens Ford Engine Oil motorolie of een andere motorolie gebruiken wanneer deze voldoet aan de specificatie WSS-M2C913-C. N.B.: Wanneer u uw auto gebruikt bij temperaturen lager dan -20 °C, moet u geen SAE 10W-40 motorolie gebruiken.
Pagina 156
Onderhoud Variant Inhoud in liter (gallons) 2,0 l Duratorq-TDCi Motorolie - inclusief filter 5,5 (1,2) 2,0 l Duratorq-TDCi Motorolie - exclusief filter 5,0 (1,1) 2,5 l Duratec Motorolie - inclusief filter 5,8 (1,3) 2,5 l Duratec Motorolie - exclusief filter 5,5 (1,2)
Verzorging van de auto Achterruit reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO LET OP Gebruik geen scherpe voorwerpen, WAARSCHUWING schurende reinigingsmiddelen of Wanneer de auto tijdens het chemische oplossingen op de wassen in een autowasserette in de binnenzijde van de achterruit te reinigen. was wordt gezet, verwijder dan de was van de voorruit.
Verzorging van de auto Lakbeschadigingen door steenslag of REINIGEN VAN kleine krasjes moeten zo spoedig mogelijk BINNENZIJDE AUTO worden hersteld. Uw Ford dealer heeft een grote keuze aan producten. Lees en Veiligheidsgordels volg nauwkeurig de instructies van de fabrikant op.
Accu van de auto Hulpstartkabels aansluiten GEBRUIK VAN STARTKABELS LET OP Verbind alleen accu's met dezelfde nominale spanning met elkaar. Gebruik altijd hulpstartkabels met geïsoleerde klemmen en een voldoende dikke kern. Koppel de ontladen accu niet los van de elektrische installatie van de auto. E99387 Wagen met de lege accu Wagen met de hulpaccu...
Pagina 160
Accu van de auto 1. Plaats de auto's zodanig dat ze elkaar niet raken. 2. Zet het contact van beide wagens af en schakel alle stroomverbruikers uit. 3. Verbind de plus (+) pool van auto B met de plus (+) pool van auto A (kabel 4.
Velgen en banden ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Leg zo kort mogelijke afstanden af. LET OP Gebruik uitsluitend banden en velgen Monteer nooit meer dan één met de goedgekeurde maat. Het reservewiel tegelijk. gebruik van andere maten kan schade aan de auto tot gevolg hebben Monteer op dit wiel geen en kan de typegoedkeuring ongeldig sneeuwketting.
Pagina 162
Velgen en banden Kriksteunpunten Het verdient aanbeveling een hydraulische garagekrik te gebruiken wanneer u bijv. LET OP de zomerbanden door winterbanden vervangt. Gebruik uitsluitend de aangegeven kriksteunpunten. Wanneer u andere N.B.: Gebruik een krik met een minimum punten gebruikt kan dit de hefvermogen van 1,5 ton en een krikkop carrosserie, de stuurinrichting, de met een diameter van minimaal 80 mm...
Pagina 163
Velgen en banden Uitvoeringen met zijskirts E93184 Uitsparingen in de dorpels A duiden de E95345 kriksteunpunten aan. Wielmoersleutel monteren Type 1 WAARSCHUWING Let erop dat uw vingers niet vast komen te zitten wanneer de verlenging van de wielmoersleutel in de originele positie wordt teruggebracht.
Pagina 164
Velgen en banden N.B.: Zorg dat de wieldopverwijderaar onder een rechte hoek ten opzichte van de wieldop wordt aangetrokken. Wiel verwijderen WAARSCHUWINGEN Parkeer uw auto dusdanig dat u, noch het verkeer hinder ondervindt of gevaar loopt. Zet een gevarendriehoek neer. E122502 Steek het afneembare sleepoog in de Zorg ervoor dat de auto met de...
Pagina 165
Velgen en banden Wiel aanbrengen WAARSCHUWINGEN Zorg ervoor dat de krik verticaal ten WAARSCHUWINGEN opzichte van het kriksteunpunt staat Gebruik uitsluitend banden en en dat de voet vlak op de grond velgen met de goedgekeurde maat. staat. Het gebruik van andere maten kan beschadiging van de auto tot gevolg LET OP hebben en maakt de typegoedkeuring...
Velgen en banden De bandenreparatieset bevindt zich in de bergruimte onder de vloer. Zie Opbergruimtes (bladzijde 100). Algemene informatie WAARSCHUWINGEN Afhankelijk van het type en de omvang van de beschadiging kunnen sommige banden slechts gedeeltelijk of geheel niet worden gedicht. Een te lage bandenspanning kan het weggedrag van de auto beïnvloeden, waardoor u de macht over het stuur kunt...
Pagina 167
Velgen en banden • Rijd niet sneller dan maximaal • Vervang de fles met het afdichtmiddel 80 km/h (50 mph). door een nieuwe voordat de houdbaarheidsdatum (zie de • Houd de set buiten het bereik van bovenzijde van de fles) is bereikt. kinderen.
Pagina 168
Velgen en banden LET OP Drukmeter Wanneer de fles in de houder wordt Stekker met kabel gedraaid, wordt de afdichting van de Compressorschakelaar fles verbroken. Draai de fles niet uit de houder omdat dan het afdichtmiddel Label ontsnapt. Flessendop Fles afdichtmiddel 1.
Pagina 169
Velgen en banden Bandenspanning controleren Pomp de band niet langer dan zeven minuten op voor een minimale druk 1. Stop na ongeveer drie kilometer (twee van 1,8 bar (26 psi) en een maximum mijl) te hebben gereden. Controleer druk van 2,5 bar (51 psi). Zet de en corrigeer zo nodig de spanning van compressorschakelaar H in de stand de beschadigde band.
Velgen en banden N.B.: Bedenk dat een Run flat band bandenreparatieset slechts voor tijdelijke mobiliteit zorgt. Voorschriften aangaande bandreparatie na gebruik van de bandenreparatieset kunnen per land verschillen. Raadpleeg een bandenspecialist voor advies. WAARSCHUWING Voordat u wegrijdt moet de band de voorgeschreven bandenspanning hebben.
Velgen en banden • minder onmiddellijk snelheid tot VERZORGING VAN BANDEN maximaal 80 km/h (50 mph) • voorkom plotselinge of abrupte rem- en stuurmanoeuvres en wees vooral voorzichtig bij het nemen van bochten • leg geen afstanden van meer dan 80 km (50 mijl) af nadat het defect is vastgesteld •...
Velgen en banden Uitvoeringen met GEBRUIK VAN stabiliteitsregeling (ESP) WINTERBANDEN Uitvoeringen met stabiliteitsregeling (ESP) kunnen een wat ongebruikelijke LET OP rijkarakteristiek vertonen, hetgeen kan Controleer of u de velgen met de worden voorkomen door het systeem uit winterbanden met het correcte type te schakelen.
Velgen en banden Het detectiesysteem Wanneer dit regelmatig voorkomt, laat bandenspanningsverlies waarschuwt dan zo snel mogelijk de oorzaak ingeval van een luchtdrukwijziging in een vaststellen en verhelp de storing. van de banden. Dit vindt plaats via de Systeem resetten ABS-sensoren die de rollende omtrek van de wielen registreren.
Pagina 174
Velgen en banden Tot 80 km/h (50 mph) Bandenspanning Normaal beladen Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Variant Bandenmaat (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) Alle T135/90 R 17 4,2 (61) 4,2 (61) 4,2 (61) 4,2 (61) Tot 160 km/h (100 mph) Bandenspanning Normaal beladen Maximaal beladen...
Pagina 175
Velgen en banden Normaal beladen Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Variant Bandenmaat (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) Alle 235/55 R17 2,3 (33) 2,3 (33) 2,4 (35) 2,8 (41) Alle 235/55 RF17 2,3 (33) 2,3 (33) 2,4 (35) 2,8 (41) Alle 235/50 R18 2,3 (33) 2,3 (33)
Voertuigidentificatie VOERTUIGIDENTIFICA- VOERTUIGIDENTIFI- TIEPLAATJE CATIENUMMER (VIN) E85610 E87496 Voertuig Identificatie Nummer Het Voertuig Identificatie Nummer (chassisnummer) is rechtsvoor naast de Maximaal toelaatbare voorstoel in de bodemplaat ingeslagen. totaalgewicht Het is ook op de linkerzijde van het Maximaal toelaatbaar instrumentenpaneel vermeld. treingewicht Maximum voorasbelasting Maximum achterasbelasting...
Technische specificaties TECHNISCHE SPECIFICATIE Afmetingen van de wagen E99435 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Totale lengte 4 443 (174,9) Totale breedte inclusief buitenspiegels 2 128 (83,8)
Pagina 178
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Totale hoogte bij EC rijklaargewicht zonder 1 655 - 1 677 (65,2 - 66) dwarsprofielen dakrails Totale hoogte bij EC rijklaargewicht met 1 687 - 1 710 (66,4 - dwarsprofielen dakrails 67,3) Wielbasis 2 690 (105,9) Spoorbreedte, voor 1 574 - 1 580 (62 - 62,2)
Pagina 179
Technische specificaties Afmetingen trekhaak E99436...
Thuis systeem is, waardoor in sommige gevallen de prestaties van het systeem E87992 aanzienlijk worden beperkt. Om dit te Kantoor voorkomen moeten alleen aanbevolen telefoons worden gebruikt. E87993 Bezoek de website www.ford-mobile-connectivity.com E87994 voor volledige gegevens.
3. Zoek het audiosysteem op. N.B.: Er kunnen maximaal zes apparaten 4. Selecteer Ford Audio. worden gekoppeld. Als er al zes Bluetooth 5. Voer het op de voertuigdisplay apparaten zijn gekoppeld, moet er één...
Telefoon N.B.: Als de audiounit wordt N.B.: Raadpleeg de handleiding van de uitgeschakeld, wordt een telefoongesprek audio-unit voor meer informatie over de verbroken. Wanneer de contactsleutel in bedieningsorganen. de stand '0' wordt gezet, blijft de Er moet een actieve telefoon aanwezig telefoonverbinding behouden.
Pagina 184
Telefoon Een nummer kiezen m.b.v. het Een gesprek beëindigen adresboek - Sony radio Gesprekken kunnen worden beëindigd U kunt via Bluetooth toegang krijgen tot door op de toets 'weigeren' te drukken. uw adresboek. De namen en nummers Bij audio-units zonder telefoontoetsenblok verschijnen op het display van het kunt u ook een gesprek beëindigen door apparaat.
Pagina 185
Telefoon 4. Druk op de toets PHONE of de toets Een tweede inkomend gesprek 'beantwoorden' om het beantwoorden telefoonnummer te kiezen. Een tweede inkomend gesprek kunt u aannemen door op de toets Laatst gekozen nummer opnieuw 'beantwoorden', de toets PHONE of de kiezen - Sony radio toets MODE op de afstandsbediening te 1.
Telefoon Met behulp van de 4. Rol met behulp van de zoektoetsen voorkeuzetoetsen door de verschillende telefoons om de te ontkoppelen telefoon weer te N.B.: Deze procedure geldt alleen voor geven. audio-units met een telefoontoetsenbord. 5. Druk op de MENU toets om de 1.
Pagina 187
Telefoon Bellen Wanneer er tijdens een gesprek een tweede oproep binnenkomt, klinkt er een Een nummer kiezen 'piep' en kunt u het actieve gesprek in de wachtstand plaatsen en de tweede Telefoonnummers kunnen m.b.v. oproep beantwoorden. spraakbesturing worden gekozen. Zie Spraaksturing (bladzijde 187).
Pagina 188
Telefoon Van actieve telefoon veranderen N.B.: Voordat telefoons kunnen worden geactiveerd moeten ze bij het systeem worden aangemeld. N.B.: Nadat een telefoon aan het systeem is gekoppeld, wordt deze de actieve telefoon. 1. Druk op de toets PHONE op het apparaat.
Spraaksturing Reactie van het systeem WERKING Wanneer u een gesproken commando LET OP geeft, antwoordt het systeem telkens met een piep wanneer het gereed is om door Door gebruik van het systeem bij te gaan. uitgeschakelde motor wordt de accu ontladen.
Spraaksturing Spraaklabel Short cuts Er zijn een aantal gesproken woorden Het spraaklabel kan de telefoon, de (short cuts) mogelijk, waarmee u enkele audio-installatie en het navigatiesysteem functies van de auto kunt regelen zonder ondersteunen door gebruik te maken van het complete commandomenu te hoeven de "STORE NAME"...
Pagina 191
Spraaksturing "CD PLAYER" "SHUFFLE OFF" "REPEAT FOLDER" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Alleen beschikbaar als de CD audiogegevensbestanden bevat, zoals MP3 of WMA. Muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de CD kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt...
Pagina 192
Spraaksturing CD-wisselaar Het onderstaande overzicht toont de beschikbare gesproken commando's. De Overzicht volgende lijsten bieden aanvullende informatie over het complete commandomenu aan de hand van gekozen voorbeelden. "CD CHANGER" "HELP" "PLAY" "DISC" "TRACK" "SHUFFLE ALL" "SHUFFLE CD" "SHUFFLE FOLDER" "SHUFFLE OFF" "REPEAT CD"...
Pagina 193
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "<een getal tussen 1 en 6>" "DISC <nummer>" * Kan als short cut worden gebruikt. Muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de CD kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CD CHANGER" "CD CHANGER" "TRACK NUMBER PLEASE"...
Pagina 194
Spraaksturing "RADIO" "AM" "FM" "TUNE NAME" "DELETE NAME" "DELETE DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "PLAY" * Kan als short cut worden gebruikt. Afstemfrequentie Met deze functie kunt u met gesproken commando's afstemmen op radiostations. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO"...
Pagina 195
Spraaksturing Naam opslaan Wanneer u op een radiostation hebt afgestemd, kunt u deze met een naam in het bestand opslaan. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "STORE NAME" "STORE NAME" "NAME PLEASE" "<naam>" "REPEAT NAME PLEASE" "<naam>" "STORING NAME" "<naam>...
Pagina 196
Spraaksturing Bestand afspelen Met deze functie kunt u het systeem alle opgeslagen radiostations laten opnoemen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "PLAY DIRECTORY" "PLAY <DIRECTORY>" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle opgeslagen radiostations wissen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO"...
Pagina 197
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "LINE IN" "LINE IN" Overzicht Externe apparaten - USB Het onderstaande overzicht toont de Deze gesproken commando's beschikbare gesproken commando's. De ondersteunen de functionaliteit van een volgende lijsten bieden aanvullende extern USB-apparaat dat op de audiounit informatie over het complete kan worden aangesloten.
Pagina 198
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "USB" "USB" "PLAY" USB-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op het USB-apparaat kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "USB" "USB" "TRACK" "TRACK NUMBER PLEASE" "TRACK <nummer>" "<een getal tussen 1 en 99>"...
Pagina 199
Spraaksturing "EXTERNAL DEVICE", "IPOD" "SHUFFLE PLAYLIST" "SHUFFLE OFF" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Aan door spraakbesturing geactiveerde afspeellijsten moeten specifieke bestandsnamen worden toegewezen. Zie Algemene informatie (bladzijde 206). iPod-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de iPod kiezen in de lijst met alle titels.
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "<een getal tussen 1 en 10>" "PLAYLIST <nummer>" * Aan door spraakbesturing geactiveerde afspeellijsten moeten specifieke bestandsnamen worden toegewezen. Zie Algemene informatie (bladzijde 206). Overzicht COMMANDO’S TELEFOON Het onderstaande overzicht toont de beschikbare gesproken commando's. De Telefoon volgende lijsten bieden aanvullende informatie over het complete...
Pagina 201
Spraaksturing Telefoonfuncties Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden Nummer kiezen gekozen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "NUMBER PLEASE" "DIAL NUMBER" "<telefoonnummer>" "<telefoonnummer> CONTINUE?" "DIAL" "DIALLING" "CORRECTION" "<laatste deel van nummer herhalen> CONTINUE?" * Kan als short cut worden gebruikt. Naam kiezen Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden...
Pagina 202
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "REDIAL" "REDIAL" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "DIALLING" "NO" "COMMAND CANCELLED" * Kan als short cut worden gebruikt. Naam mobiele telefoon Met deze functie kunt u met een spraaklabel toegang krijgen tot de in uw mobiele telefoon opgeslagen telefoonnummers.
Pagina 203
Spraaksturing Een telefoonboek aanleggen Nieuwe spraaklabels kunnen worden opgeslagen met het commando "STORE Naam opslaan NAME". Deze functie kan worden gebruikt voor het kiezen van een nummer door de naam in plaats van het complete telefoonnummer uit te spreken. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON"...
Pagina 204
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "PLAY DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle ingevoerde gegevens in één keer wissen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "DELETE DIRECTORY" "DELETE DIRECTORY" "CONFIRM YES OR NO" "YES"...
Spraaksturing Overzicht COMMANDO’S NAVIGATIESYSTEEM Het onderstaande overzicht toont de beschikbare gesproken commando's. De Raadpleeg de afzonderlijke handleiding volgende lijsten bieden aanvullende van het navigatiesysteem voor meer informatie over het complete informatie over de commandomenu's. commandomenu aan de hand van gekozen voorbeelden. COMMANDO’S KLIMAATREGELING Airconditioning...
Pagina 206
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "MINIMUM" "FAN MINIMUM" "<een getal tussen 1 en 7>" "FAN <getal>" "MAXIMUM" "FAN MAXIMUM" * Kan als short cut worden gebruikt. Bij auto's met een Engelse taalmodule is de short cut "FAN" niet beschikbaar. Ontdooien/ontwasemen Stappen Gebruiker zegt...
Pagina 207
Spraaksturing Automatische functie Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE" "CLIMATE" "AUTO MODE" "AUTO MODE" * Kan als short cut worden gebruikt. Kan worden uitgeschakeld door een andere temperatuur of een ander aanjagertoerental in te stellen.
MP3-spelers met USB-aansluiting Breng geen USB-hubs of -splitters aan. • iPod mediaspelers (ga naar www.ford-mobile-connectivity.com voor de nieuwste compatibiliteitslijst). N.B.: Het systeem is alleen ontworpen voor het herkennen en lezen van Het systeem is USB 2.0 Full Speed geschikte audiobestanden van een compatibel, USB 1.1 Host Compliant en...
USB-kabel en een aparte 3,5 mm Maak afspeellijsten met de naam audiokabel. Wanneer gebruik wordt "Ford<*>", waar <*> een cijfer tussen 1 gemaakt van deze methode moet het en 10 is voor het inschakelen van volume van de iPod op maximum worden...
Om E100023 dit te voorkomen moeten alleen Album aanbevolen apparaten worden gebruikt. E100024 Bezoek de website Artiest www.ford-mobile-connectivity.com voor volledige gegevens. E100025 Bestandsnaam Apparaat aansluiten op (voertuig)systeem E100026 N.B.: Sommige audio- en navigatie-units Titel van nummer beschikken over een afzonderlijk Bluetooth audio-menu.
Pagina 211
Verbinding Druk eenmaal op de pijltjestoets Druk op de pijltjestoets omhoog/omlaag omhoog/omlaag of de OK toets om door of de OK toets om door de inhoud van de inhoud van het apparaat te bladeren. het apparaat te bladeren. De display toont de nummerinformatie en Druk op de MENU toets voor toegang tot de volgende andere belangrijke het USB-menu.
Pagina 212
Verbinding De display toont de nummerinformatie en Druk op de SHUFFLE of REPEAT toets de volgende andere belangrijke om de functies willekeurig afspelen en informatie: herhaald afspelen in te schakelen voor wat betreft mappen en afspeellijsten. Er • Een verticale schuifbalk aan de kunnen verschillende opties worden rechterzijde van de display geeft de weergegeven, afhankelijk van het feit of...
Verbinding De display toont de nummerinformatie en Druk op de SCAN toets om de huidige de volgende andere belangrijke (actieve) afspeellijst of het gehele informatie: USB-apparaat of de map te scannen. • Een verticale schuifbalk aan de Druk op de INFO toets om het volgende rechterzijde van de display geeft de weer te geven: huidige positie van het mapoverzicht...
Pagina 214
Verbinding Sony radio N.B.: Houd de pijltjestoets naar links ingedrukt als u naar het bovenste niveau Bediening van de inhoud van de iPod wilt navigeren. Selecteer de iPod als de audiobron door Bediening van de audio-installatie herhaaldelijk op de CD/AUX toets te drukken tot "iPod"...
Pagina 215
Verbinding De iPod-menulijst voor het bladeren door Draai aan de SELECT toets of druk deze de inhoud is beschikbaar via de display. in om door de inhoud van de iPod te Bladeren door de inhoud is gebaseerd op bladeren. hetzelfde principe als voor het gebruik van Druk op de MENU toets voor toegang tot een stand-alone iPod (bijvoorbeeld het iPod-menu.
Pagina 216
Verbinding De display toont de nummerinformatie en Druk op de MENU toets voor toegang tot de volgende andere belangrijke het iPod-menu. De functies voor informatie: willekeurig en herhaaldelijk afspelen kunnen worden ingeschakeld. De optie • Een verticale schuifbalk aan de "Shuffle songs"...
Veiligheidsinformatie Lees de volgende veiligheidsmaatregelen en volg deze op. Wanneer u dit nalaat wordt de kans op een aanrijding en lichamelijk letsel verhoogd. Ford Motor Company is niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het niet opvolgen van deze richtlijnen.
GPS-ontvanger in de auto. fabrikanten van mobiele telefoons een groot aantal profielen in hun N.B.: De Ford Mobile Navigation moet Bluetooth apparaten implementeren. worden geïnstalleerd en geactiveerd op Daardoor is het mogelijk dat een telefoon uw mobiele telefoon.
Pagina 219
Navigatiesysteem E114213 2. Schakel uw mobiele telefoon in en start de Ford Mobile Navigation. 3. Kies Selecteer navigatie. 4. Kies Adres. 5. Wijzig de route-opties indien nodig en start de routebegeleiding. 6. De bochtinformatie wordt weergegeven in de voertuigdisplay. De gesproken instructies zijn hoorbaar via de voertuigluidsprekers.
Het woord, het merk en de logo's FCC/INDUSTRY CANADA Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth NOTICE SIG Inc. en de Ford Motor Company mag dergelijke merktekens onder licentie Het apparaat voldoet aan Deel 15 van de gebruiken. Namen van andere producten FCC-regelgeving.
Bijlagen E114220 WAARSCHUWINGEN ELEKTROMAGNETISCHE Radiofrequentie (RF) zenders (bijv. COMPATIBILITEIT mobiele telefoons, amateur radiozenders, enz.) mogen alleen in uw wagen worden gemonteerd, wanneer WAARSCHUWINGEN deze volledig voldoen aan de parameters Uw wagen is getest en die in de onderstaande tabel zijn gecertificeerd volgens de Europese weergegeven.
Pagina 222
Bijlagen WAARSCHUWINGEN WAARSCHUWINGEN Bevestig geen antennekabels aan Houd antennekabels en de originele bedrading, stroomdraden minimaal 100 mm brandstofleidingen en remleidingen weg van elektronische modules en van de wagen. airbags. E85998 Frequentie- Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen band MHz watt (piek RMS) 1 –...
Pagina 223
Bijlagen Frequentie- Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen band MHz watt (piek RMS) 2400 – 2500 0,1 W Alle plaatsen Alleen voor GSM/3G mobiele telefoons met een patch antenne tegen de binnenzijde van de voorruit gemonteerd. N.B.: Controleer na het monteren van een RF zender of deze niet de overige elektrische uitrusting in de wagen stoort, zowel in de standby- als in de...
Pagina 225
Index Akoestische waarschuwingssignalen en -indicaties.........69 Automatische transmissie......69 Aandrijving op alle wielen (AWD)..113 Herinneringssysteem Aanhangers trekken......129 veiligheidsgordel........69 Aansluiting Auxiliary ingang (AUX IN) Laag brandstofpeil........69 ..............101 Sleutel in contact..........69 Aansteker..........99 Sleutel niet in auto........69 Accessoires Verlichting ingeschakeld......69 Zie: Onderdelen en accessoires....6 Vorst...............69 Accu van de auto........157 Alarm............38 Achterbank..........96...
Pagina 226
Index Automatisch in- en uitschakelende Buitenspiegels.........62 ruitenwissers.........42 Handmatig inklapbare spiegels....63 Automatisch in- en uitschakelende verlichting..........48 Auto op vier wielen slepen....142 CD-wisselaar...........101 Alle modelvarianten........142 Centrale vergrendeling......35 Uitvoeringen met automatische transmissie..........143 Comfortontgrendeling.........36 Comfortvergrendeling.........36 Climate Control (A/C) Zie: Klimaatregeling........82 Bagageafdekkingen......124 Commando’s audio-unit .....188 Afdekking bagageruimte opbergen - Auxiliary ingang...........194 voertuigen met...
Pagina 227
Index Elektromagnetische compatibiliteit........219 Extern apparaat aansluiten - Auto's met De motorkap openen en sluiten..145 Bluetooth..........208 De motorkap openen........145 Bluetooth audio-apparaat De motorkap sluiten........145 aansluiten..........208 De motor starten........103 Extern apparaat aansluiten ....207 Algemene informatie........103 Aansluiting...........207 Dieselroetfilter (DPF)......105 Extra verwarming........88 Regeneratie..........105 Extra verwarming diesel (afhankelijk van Dimmer het land).............91 instrumentenpaneelverlichting...98...
Pagina 228
Index Gebruik maken van Hoofdsteunen.........92 stabiliteitsregeling........116 Hoofdsteun instellen........92 Gebruik van sneeuwkettingen....170 Hoofdsteun verwijderen......93 Hoogte van veiligheidsgordels Uitvoeringen met stabiliteitsregeling afstellen..........25 (ESP)............170 Gebruik van startkabels......157 Hulpstartkabels Hulpstartkabels aansluiten......157 Zie: Gebruik van startkabels......157 Motor starten..........158 Gebruik van veiligheidsgordels tijdens zwangerschap........25 Gebruik van winterbanden....170 Immobilisatiesysteem inschakelen..37 Gecodeerde sleutels......37 Immobilisatiesysteem...
Pagina 229
Onderdelen en accessoires....6 Richtingaanwijzers........14 Kijk voor het Ford logo op de volgende Sleutelloze toegang........12 onderdelen..........6 Stuurwiel instellen..........12 Nu kunt u er zeker van zijn dat uw Ford Vergrendelen en ontgrendelen....11 onderdelen Ford onderdelen zijn....6 Onderhoud..........144 Algemene informatie........144 Technische specificatie......153 Ladingsteunen Opbergruimte onder vloer Zie: Dakrekken en bagagedragers..126...
Pagina 230
Index Over deze handleiding......5 Overzicht motorruimte - 2,0 l Duratorq-TDCi (DW) diesel ....148 Reinigen van binnenzijde auto....156 Overzicht motorruimte - 2,5 l Duratec Instrumentenpaneelschermen, (VI5)............146 LCD-schermen, radioschermen..156 Overzicht van symbolen......5 Veiligheidsgordels........156 Symbolen in dit instructieboekje....5 Reinigen van buitenzijde auto.....155 Symbolen op uw auto........5 Achterruit reinigen........155 Chromen onderdelen reinigen....155 Koplampen reinigen........155...
Pagina 231
Index Sleutelloos starten.........103 Starten met hulpstartkabels Contact aan..........103 Zie: Gebruik van startkabels......157 Stoelen............92 De motor afzetten........104 Stuurbekrachtigingsvloeistof Een dieselmotor starten......103 controleren..........152 Motor slaat niet aan........104 Motor starten bij uitvoeringen met Bijvullen............152 Stuurwiel afstellen........40 automatische transmissie.....103 Stuurwiel...........40 Motor starten bij uitvoeringen met handgeschakelde versnellingsbak........103 Sleutelloze toegang........33...
Pagina 232
Index Velgen en banden.........159 Voertuig Identificatie Nummer (VIN) Algemene informatie........159 Zie: Voertuigidentificatienummer (VIN)..174 Voertuigidentificatieplaatje....174 Technische specificatie......171 Ventilatie Voertuigidentificatie.......174 Voorruitsproeiers afstellen.....44 Zie: Klimaatregeling........82 Ventilatieroosters........82 Voorruitsproeiers........43 Verbinding..........206 Voorruitwissers........42 Algemene informatie.........206 Automatisch ruitenwissersysteem....42 Vergrendelen en ontgrendelen....30 Wissen met intervallen........42 Voorste mistlampen.......48 Automatisch opnieuw vergrendelen..32 Voorzorgsmaatregelen voor koude Bevestiging van het vergrendelen en weersomstandigheden.....133...
Pagina 233
Index Wassen Zie: Reinigen van buitenzijde auto...155 Winterbanden Zie: Gebruik van winterbanden....170 Zekeringen..........136 Zitverhogers..........19 Kinderzitje (groep 2)........19 Zitverhoger (groep 3)........19 Zonneschermen ........98 Panoramadak..........98...