Vergeet niet dat de motor automatisch
volledig uitgeschakeld kan worden om
motorschade te voorkomen. In deze
situatie:
1.
Zet de auto aan de kant zodra dit op
een veilige manier kan en zet de motor
uit.
2. Als u lid bent van een programma voor
pechassistentie, is het raadzaam dat
u contact opneemt met uw
dienstverlener voor pechassistentie.
3. Als dit niet mogelijk is, laat u de motor
een korte tijd afkoelen.
4. Controleer het koelvloeistofpeil. Voeg
onmiddellijk verdunde koelvloeistof bij
als het koelvloeistofpeil op of onder de
minimummarkering staat.
5. Wanneer de motortemperatuur is
afgekoeld, kunt u de motor opnieuw
starten. Laat de auto zo snel mogelijk
controleren om motorschade te
voorkomen.
N.B.: Wanneer u met de auto rijdt zonder
dat het motorprobleem is opgelost, neemt
de kans op motorschade toe.
Beheer motorkoelvloeistof-
temperatuur
(indien aanwezig)
WAARSCHUWING: Om het risico
op een botsing en verwondingen te
beperken, moet u erop bedacht zijn dat
de rijsnelheid kan afnemen en dat de
auto wellicht niet op vol vermogen kan
accelereren totdat de koelvloeistof is
afgekoeld.
Als u een aanhanger trekt met uw voertuig,
kan de motor tijdelijk warmer worden
tijdens zwaar gebruik, bijvoorbeeld
wanneer u een lange of steile helling op
rijdt bij hoge omgevingstemperaturen.
Kuga (CTD) Vehicles Built From: 08-02-2021 Vehicles Built Up To: 21-06-2021, CG3851nlNLD nlNLD, Edition date: 202012, First-Printing
Onderhoud
Op dat moment kunt u merken dat de
naald van de
koelvloeistoftemperatuurmeter naar de
rode zone beweegt en dat een bericht op
het informatiedisplay verschijnt.
U kunt merken dat de rijsnelheid afneemt,
doordat het motorvermogen is beperkt om
de motorkoelvloeistoftemperatuur te
beheren. Uw auto kan deze modus starten
in bepaalde omstandigheden bij hoge
temperaturen en hoge belasting. De mate
van snelheidsverlaging is afhankelijk van
de voertuigbelasting, de helling en de
omgevingstemperatuur. Als dit gebeurt is
het niet nodig om uw auto tot stilstand te
brengen. U kunt blijven rijden.
Onder zeer zware omstandigheden wordt
de airconditioning mogelijk automatisch
in- en uitgeschakeld om oververhitting van
de motor te voorkomen. Wanneer de
koelvloeistoftemperatuur daalt naar de
normale bedrijfstemperatuur, wordt de
airconditioning ingeschakeld.
Ga als volgt te werk als de
koelvloeistoftemperatuurmeter volledig in
de rode zone staat of als de waarschuwing
voor koelvloeistoftemperatuur of de
motorstoringslamp verschijnt op het
informatiedisplay:
1.
Breng de auto tot stilstand zodra dit
veilig kan. Schakel de parkeerrem
volledig in en schakel in de
parkeerstand (P) of neutraal (N).
2. Laat de motor draaien totdat de naald
van de koelvloeistoftemperatuurmeter
terugkeert naar de normale positie.
Volg de resterende stappen als de
temperatuur na enkele minuten niet
daalt.
3. Zet de motor uit en wacht tot de motor
is afgekoeld. Controleer het
koelvloeistofpeil.
375