GEREDUCEERD
MOTORVERMOGEN
WAARSCHUWING: Als u met de
auto blijft rijden wanneer de motor
oververhit raakt, kan de motor zonder
enige waarschuwing stoppen. Als u deze
instructie niet opvolgt, kan dit leiden tot
verlies van controle over de auto.
Wanneer de naald van de
koelvloeistoftemperatuurmeter naar het
bovenste gebied beweegt, is de motor
oververhit. Zie Meters (bladzijde 101).
U mag slechts een korte afstand met de
auto rijden wanneer de motor oververhit
is. De afstand die u kunt afleggen is
afhankelijk van de buitentemperatuur, de
belading van de wagen en de omgeving
waarin u rijdt. De motor levert gedurende
een korte periode minder vermogen.
Als de motortemperatuur blijft stijgen, zal
de brandstoftoevoer naar de motor
verminderen. De airconditioning wordt
uitgeschakeld en de koelventilateur van
de motor blijft werken.
1.
Verminder geleidelijk uw snelheid en
breng de auto tot stilstand zodra dit
veilig kan.
2. Schakel de motor onmiddellijk uit om
ernstige motorschade te voorkomen.
3. Laat de motor eerst afkoelen.
4. Controleer het koelvloeistofpeil. Zie
Motorkoelvloeistof controleren
(bladzijde 371).
5. Laat uw auto zo snel mogelijk
controleren.
Kuga (CTD) Vehicles Built From: 08-02-2021 Vehicles Built Up To: 21-06-2021, CG3851nlNLD nlNLD, Edition date: 202012, First-Printing
Tips voor het rijden
ECONOMISCH RIJDEN
De volgende items kunnen het
brandstofverbruik verlagen:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
342
Controleer uw bandenspanning
regelmatig en zorg dat de banden zijn
opgepompt tot de juiste spanning. Zie
Algemene informatie (bladzijde 390).
Volg het aanbevolen
onderhoudsschema en voer de
aanbevolen controles uit.
Plan uw rit en controleer het verkeer
voordat u vertrekt.
Voorkom stationair draaien bij koud
weer of gedurende lange periodes.
Start de motor alleen wanneer u klaar
bent voor vertrek.
Vervoer geen onnodig gewicht in de
auto, extra gewicht verspilt immers
brandstof.
Breng geen onnodige accessoires op
de buitenkant van de auto aan,
bijvoorbeeld treeplanken. Klap een
niet-gebruikte dakdrager in of verwijder
deze.
Rijd vlot, geef zachtjes gas en
anticipeer de weg voor u om bruusk
remmen te voorkomen.
Schakel alle niet gebruikte elektrische
systemen uit, bijvoorbeeld de
airconditioning. Koppel eventuele
niet-gebruikte accessoires los van de
extra voedingspunten.
Schakel zo snel mogelijk naar een
hogere versnelling om het
motortoerental laag te houden.
Sluit alle ruiten wanneer u tegen hoge
snelheden rijdt.
Schakel niet in neutraal wanneer u
remt of de auto vertraagt.
Rijd zo weinig mogelijk bij koud weer,
over korte afstanden of op
heuvelachtig terrein.