Druk op de knop Bestanden toevoegen om de bestanden op uw computer te selecteren die u wilt afdrukken.
De bestanden moeten in één van de volgende indelingen zijn:
HP-GL/2
●
HP RTL
●
TIFF
●
JPEG
●
PDF (alleen PostScript-printers)
●
PostScript (alleen PostScript-printers)
●
OPMERKING:
naam kan een andere extensie hebben zoals .plt of .prn.
Als de bestanden niet in een van deze indelingen zijn dan worden ze niet met goed gevolg afgedrukt.
Als de taken zijn gegenereerd met de juiste instellingen (zoals paginagrootte, rotatie, de juiste grootte en het
aantal kopieën) kunt u drukken op de knop Afdrukken en dan worden de instellingen naar de printer
verzonden.
Als u afdrukinstellingen moet specificeren, gaat u naar de sectie Taakinstellingen en selecteer de opties die
u nodig hebt. Elke optie heeft een verklarende tekst aan de rechterkant zodat het gedrag van elke instelling
duidelijk wordt. Als u een optie op Standaard laat staan, wordt de instelling gebruikt die in de taak is
opgeslagen. Als de taak geen instelling voor de desbetreffende taak bevat, wordt de instelling van de printer
gebruikt.
Als u een aantal niet-standaardinstellingen hebt gekozen en deze groep instellingen wilt hergebruiken in de
toekomst, kunt u ze allemaal opslaan onder een enkele naam vanuit het tabblad Voorinstellingen beheren
en ze later weer terugvinden onder die naam.
NLWW
Als u een bestand afdrukt moet het bestand in een van de indelingen hierboven zijn, maar de
Afdrukken vanaf een computer met de geïntegreerde webserver of HP Utility (T1500 serie)
71