Inleiding
Uw printer is ontworpen met geavanceerde hardware- en softwarefuncties om voorspelbare en betrouwbare
resultaten te waarborgen.
Closed-loop kalibratie voor consistente kleuren
●
Eén grijze en twee zwarte inkten zorgen voor neutrale grijzen op alle papiertypes.
●
De Photo Black-inkt zorgt voor pure zwarten als u op fotopapier afdrukt.
●
Kleuremulatie van andere HP DesignJet-printers.
●
Hoe kleuren worden weergegeven
Alle apparaten die kleur weergeven gebruiken een kleurmodel om de kleur in numerieke termen weer te
geven. De meeste monitors gebruiken het RGB (Red-Green-Blue)-kleurmodel, terwijl de meeste printers het
CMYK-kleurmodel (Cyan Magenta Yellow blacK) gebruiken.
Een afbeelding kan van het ene naar het andere kleurmodel geconverteerd worden, maar meestal is die
conversie niet perfect. Uw printer gebruikt het RGB-kleurmodel: hetzelfde kleurmodel dat wordt gebruikt
door uw monitor.
Dit vergemakkelijkt overeenkomende kleuren, maar lost het probleem niet volledig op. Het ene apparaat
geeft kleuren enigszins anders weer dan een ander apparaat, zelfs als ze hetzelfde kleurmodel gebruiken.
Software kan echter de kleuren in een afbeelding aanpassen aan de kenmerken van een specifiek apparaat
met het kleurprofiel van het apparaat om de juiste kleuren te bereiken.
Een samenvatting van het kleurbeheerproces
Om de juiste en consistente kleuren te krijgen die u wilt, moet u deze stappen volgen voor elk papiertype dat
u gebruikt.
1.
Pas een kleurkalibratie toe op het papiertype voor consistente kleuren. Kalibratie moet zo nu en dan
herhaald worden (zie
belangrijke afdruktaak waarvoor de kleurconsistentie van belang is.
2.
Als u afdrukt, selecteer de juiste kleurvoorinstelling voor het papiertype dat u gebruikt.
Kleurkalibratie
Met kleurkalibratie kan uw printer consistente kleuren produceren met de specifieke printkop, inkten en
papiertypes die u gebruikt en in specifieke omgevingsomstandigheden. Na de kleurkalibratie kunt u van elke
printer uit de LX-reeks dezelfde kleuren verwachten, ook als deze zich in verschillende geografische locaties
bevinden.
Sommige papiersoorten kunnen niet worden gekalibreerd. Voor alle ander papiertypes moet er gekalibreerd
in de volgende omstandigheden:
Als de printkop wordt vervangen
●
Als een nieuw papiertype wordt gebruikt dat nog niet is gekalibreerd met de huidige printkop
●
Als de omgevingsomstandigheden (temperatuur en vochtigheid) sterk veranderen
●
98
Hoofdstuk 11 Kleur management
Kleurkalibratie op pagina
98). U kunt ook direct kalibreren voor een specifieke
NLWW