U kunt aangeven wanneer u een bestand uit de wachtrij wilt afdrukken. Druk op
dan op Setup > Taakbeheer > Wanneer beginnen met afdrukken.
Er zijn drie opties:
Als u Na verwerking selecteert, wacht de printer met afdrukken tot de hele pagina is verwerkt. Dit is de
●
traagste instelling maar zorgt voor de beste afdrukkwaliteit bij grote of complexe afdrukken.
Als u Onmiddellijk selecteert, drukt de printer de pagina af naarmate deze wordt verwerkt. Deze
●
instelling biedt de hoogste snelheid maar mogelijk stopt de printer na een halve pagina om gegevens te
verwerken. Deze instelling wordt niet aanbevolen voor complexe afbeeldingen met vaste kleuren.
Als u Optimaal selecteert (dit is de standaardinstelling), berekent de printer het meest geschikte
●
moment om het afdrukken te starten. Dit is doorgaans het beste compromis tussen de instellingen Na
verwerking en Onmiddellijk.
Taak boven aan afdrukwachtrij plaatsen
U kunt een afdruktaak in de wachtrij selecteren en kiezen om die als volgende af te drukken. Nadat u de
afdruktaak selecteert, drukt u op Naar voren plaatsen.
Als nesten is ingeschakeld (enkel T1500-serie), is de bovenaan geplaatste taak mogelijk nog genest met
andere taken. Als u deze taak wilt loskoppelen en als volgende taak wilt afdrukken, moet u eerst nesten
uitschakelen en vervolgens de taak boven aan de wachtrij plaatsen, zoals hierboven is beschreven.
In de volgende gevallen wordt de knop Naar voren plaatsen niet weergegeven:
De taak wordt naar de eerste positie van de wachtrij verplaatst.
●
De afdruktaak wordt in de wachtrij gezet. In dit geval wordt de knop Afdrukken forceren weergegeven.
●
De afdruktaak is voltooid. De taak is voltooid. In dit geval wordt de knop Afdrukken weergegeven.
●
Bepaalde fouten worden hersteld.
●
Een taak in de afdrukwachtrij onderbreken
Als u de taak in de wachtrij selecteert die op dit moment aan het afdrukken is, ziet u een knop Pauzeren waar
u op kunt drukken om het afdrukken te pauzeren. De knop Pauzeren verandert naar de knop Resume,
waarop u kunt drukken om door te gaan met afdrukken.
Taak uit afdrukwachtrij verwijderen
Om een al afgedrukte taak opnieuw af te drukken, selecteert u het uit de wachtrij en vervolgens selecteert u
Afdrukken.
Als u een afdruktaak opnieuw afdrukt kunt u de afdrukinstellingen niet wijzigen omdat de taak al is
gerasterd.
De geselecteerde taak uit de afdrukwachtrij verwijderen
In normale omstandigheden hoeft u een taak niet uit de wachtrij te verwijderen nadat de taak is afgedrukt,
omdat de taak automatisch wordt verwijderd wanneer deze het einde van de wachtrij bereikt en u extra
bestanden verzendt. Als u echter een bestand met fout hebt verzonden, en het printen wilt stoppen, kunt u
simpelweg de afdruktaak selecteren en dan drukken op Verwijderen.
NLWW
De wachtrij op het voorpaneel (T920 PS en T1500-serie)
, vervolgens op
,
91