De printer op het netwerk aansluiten
De printer kan zichzelf voor de meeste netwerken configureren op een manier die vergelijkbaar is met elke
andere computer op hetzelfde netwerk. De eerste keer dat u verbinding maakt kan het proces enkele
minuten in beslag nemen.
Zodra de printer een werkende netwerkconfiguratie heeft, kunt u het netwerkadres controleren vanaf het
voorpaneel: druk op
Netwerkconfiguratie
Ga voor meer details over de huidige netwerkconfiguratie naar het voorpaneel en druk op
, vervolgens op Connectivity > Network connectivity > Gigabit Ethernet > Configuratie bewerken.
Van hieruit is het mogelijk (maar niet altijd nodig) om de instellingen handmatig aan te passen. Dit kan ook
worden gedaan op afstand met de geïntegreerde webserver.
TIP:
Het kan handig zijn om de volledige printernetwerkconfiguratie op papier af te drukken. Dit kunt u
doen vanaf het voorpaneel: druk op
service-informatie > Configuratie van afdrukconnectiviteit. Als u de volledige netwerkconfiguratie niet
afdrukt, noteer dan het IP-adres en de netwerknaam van de printer.
Als u de printernetwerkinstellingen per ongeluk verkeerd configureert, kunt deze herstellen naar de
fabriekswaarden vanuit het voorpaneel: druk op
connectivity > Advanced > Fabrieksinstellingen herstellen. Vervolgens moet u de printer opnieuw
opstarten. Hierdoor wordt automatisch een werkende netwerkconfiguratie voor de meeste netwerken
verstrekt. De overige printerinstellingen blijven onveranderd.
IPv6 gebruiken
Uw printer ondersteunt bijna alle netwerkconnectiviteitsfuncties met IPv6, precies zoals met IPv4. Om
volledig gebruik te maken van IPv6, moet u mogelijk uw printer verbinden met een IPv6-netwerk waar zich
IPv6-routers en -servers in bevinden.
In de meeste IPv6-netwerken zal de printer zichzelf automatisch als volgt configureren en is er geen
gebruikersconfiguratie nodig:
1.
De printer wijst zichzelf een link-local IPv6-adres toe (dat start met "fe80::").
2.
De printer wijst zichzelf stateless IPv6-adressen toe zoals dit wordt aangegeven door de IPv6-routers in
het netwerk.
3.
Als er geen stateless IPv6-adressen kunnen worden toegewezen probeert de printer IPv6-adressen te
verkrijgen met DHCPv6. Dit gebeurt ook als de routers hiertoe instructie geven.
De stateless- en DHCPv6 IPv6-adressen kunnen worden gebruikt om toegang te krijgen tot de printer en dit is
het geval in de meeste IPv6-netwerken.
Het link-local IPv6-adres werkt alleen in het lokale subnet. Het is ook mogelijk om toegang te krijgen tot de
printer met dit adres maar het wordt niet aangeraden.
Het is mogelijk om handmatig IPv6-adressen toe te wijzen aan de printer met het voorpaneel of de
geïntegreerde webserver Het is ook mogelijk om de IPv6 in de printer volledig uit te schakelen. Het is echter
niet mogelijk om de IPv4 in de printer uit te schakelen en daarom is het niet mogelijk om de printer slechts als
IPv6 te configureren.
NLWW
, daarna op
.
, dan op
, vervolgens op Interne afdrukken > Afdrukken van
, dan op
, vervolgens op Connectivity > Network
De printer op het netwerk aansluiten
, dan op
17