Inleiding
De printer zorgt voor een enkele RJ-45-connector voor een netwerkverbinding met een onbeschermd,
getwist paar netwerkkabel.
De geïntegreerde Jetdirect-printserver ondersteunt verbinding met netwerken compatibel met IEEE 802.3
10Base-T Ethernet-, IEEE 802.3u 100Base-TX Fast Ethernet en 802.3ab 1000Base-T Gigabit Ethernet. De
printer onderhandelt automatisch met uw netwerk wanneer deze is verbonden en ingeschakeld om te
werken met een verbindingssnelheid van 10, 100 of 1000 Mbps en om te communiceren met full- of half-
duplexmodus. U kunt echter handmatig de verbinding configureren met het voorpaneel van de printer of via
andere configuratiehulpprogramma's vanaf dat de netwerkcommunicatie tot stand is gebracht.
De printer kan meerdere netwerkprotocollen tegelijk ondersteunen, inclusief TCP/IPv4 en TCP/IPv6. Voor
beveiligingsredenen bevat het functies om IP-verkeer naar en van de printer te controleren en ondersteunt
het de configuratie van IP-beveiliging-protocols (IPsec).
Correcte werking controleren
1.
Druk een IO-configuratiepagina af om op statusberichten te controleren.
2.
Zoek bovenaan de IO-configuratiepagina naar het statusbericht I/O Card Ready (I/O-kaart gereed).
3.
Wanneer I/O Card Ready (I/O-kaart gereed) wordt weergegeven, werkt de printserver correct. Ga naar
de volgende sectie.
Als er een ander bericht dan I/O Card Ready (I/O-kaart gereed) wordt weergegeven, probeert u het
volgende:
a.
Schakel de printer uit en vervolgens weer in om de printserver opnieuw te initialiseren.
b.
Controleer of de statuslampjes (leds) de juiste status aangeven.
OPMERKING:
over het oplossen van problemen.
Zie de HP Jetdirect Print Servers Administrator's Guide (Beheerdershandleiding bij HP Jetdirect-printservers)
om uw printservermodel te begrijpen en voor de problemenoplossing van andere berichten.
Netwerkinstellingen vooraf configureren indien nodig
Als het netwerk vereist dat u netwerkinstellingen configureert voordat u de printer op de netwerksystemen
toevoegt, kunt u dit nu doen.
U kunt meestal dit gedeelte overslaan. In plaats daarvan kunt u onmiddellijk naar het volgende gedeelte
gaan en de printer installeren op uw netwerkcomputersystemen. De netwerkinstallatiesoftware die u
configureert, staat u toe de standaardnetwerkinstellingen te configureren en de printer toe te voegen aan uw
systeemconfiguratie.
Hulpmiddelen voor voorconfiguratie
De volgende hulpmiddelen kunnen worden gebruikt voor het vooraf configureren van uw
netwerkinstellingen.
NLWW
Zie
Probleemoplossing op pagina 32
voor verbindingsconfiguratie en informatie
Inleiding
31