Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dunne-Naaldaspiraatmonsters (Fna); Vloeistofmonsters; Andere Monstertypen - Hologic ThinPrep 5000 Gebruikershandleiding

Met autoloader
Verberg thumbnails Zie ook voor ThinPrep 5000:
Inhoudsopgave

Advertenties

5
N
IET

Dunne-naaldaspiraatmonsters (FNA)

De beste afnamemethode voor FNA-monsters is het gehele monster in een centrifugebuisje met 30 ml
CytoLyt-oplossing te plaatsen en te spoelen. Als secundaire methode kan monsterafname plaatsvinden
in een gebalanceerde elektrolytoplossing zoals Polysol
Opmerking:
Bij FNA-monsters die onder radiografische geleiding worden afgenomen kan het nodig
zijn directe uitstrijkjes te maken wanneer een snelle monstergeschiktheidsanalyse
gewenst is.
Mucoïde monsters
Mucoïde monsters kunnen het best in een CytoLyt-oplossing worden afgenomen. Als ze vers zijn
afgenomen, moet er zo snel mogelijk CytoLyt-oplossing aan worden toegevoegd. Bij vroegtijdige
toevoeging van CytoLyt-oplossing wordt het monster geconserveerd en begint het oplossen van
de mucus.
Omvangrijke verse mucoïde monsters (volume groter dan 20 ml) moeten worden geconcentreerd
voordat er CytoLyt-oplossing aan het monster wordt toegevoegd.

Vloeistofmonsters

Voor het prepareren van vloeistofmonsters (urinewegen, effusiemonsters, synoviaal vocht en
cystevocht) is de voorkeursmethode het verse monster te concentreren voordat CytoLyt-oplossing
wordt toegevoegd. Als dit niet mogelijk is en de monsters voor vervoer naar het lab geconserveerd
moeten worden, moeten de monsters in CytoLyt-oplossing worden afgenomen.
Opmerking:
Als CytoLyt-oplossing direct aan vloeistoffen met een hoog eiwitgehalte wordt
toegevoegd, kan dit een zekere mate van eiwitprecipitatie veroorzaken.
Opmerking:
Vochtafname in CytoLyt
en niet als een wasstap. Zie pagina 5.12, WAS MET CYTOLYT-OPLOSSING,
in deze paragraaf voor meer gedetailleerde informatie.
Het volume van vloeistofmonsters kan sterk variëren, van minder dan 1 ml tot 1000 ml of meer.
Voor het bepalen van de hoeveelheid monstermateriaal die voor verwerking nodig is, kan elk
laboratorium de eigen procedurerichtlijnen volgen. Als bij een verwerking meer dan één
centrifugebuisje monstermateriaal wordt gebruikt, kunnen de celpellets na het afgieten van
het supernatant worden samengevoegd.

Andere monstertypen

Niet-mucoïde monsters die van het weefseloppervlak zijn geborsteld of gekrabd en in een
®
PreservCyt
-oplossing zijn geplaatst, zijn klaar om op de ThinPrep
AutoLoader te worden bewerkt.
Voor niet-mucoïde monsters die van het weefseloppervlak zijn geborsteld of gekrabd en in een
CytoLyt-oplossing zijn geplaatst, volgt u het protocol voor FNA-monsters. Zie pagina 5.13.
5.4
Gebruikershandleiding ThinPrep
-
GYNAECOLOGISCHE MONSTERS PREPAREREN
®
-oplossing wordt slechts beschouwd als een afnamestap
®
5000-processor met AutoLoader
®
®
- of Plasma-Lyte
-injectieoplossing.
®
5000-processor met

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave